-
aanbieden van een elektronisch communicatienetwerk: het bouwen, exploiteren, beheren of beschikbaar stellen van een elektronisch communicatienetwerk;
-
abonnee: natuurlijke persoon of rechtspersoon die partij is bij een overeenkomst met een aanbieder
van openbare elektronische communicatiediensten voor de levering van dergelijke diensten;
-
apparaten: elektrische en elektronische apparaten, niet zijnde radioapparaten;
-
applicatieprogramma-interface: een software interface tussen externe toepassingen, die beschikbaar is gesteld door
omroepen, dienstenleveranciers, alsmede de hulpmiddelen in de eindapparatuur;
-
Autoriteit Consument en Markt: de Autoriteit Consument en Markt, genoemd in artikel 2, eerste lid, van de Instellingswet Autoriteit Consument en Markt;
-
BEREC: het orgaan van Europese regelgevende instanties voor elektronische communicatie,
opgericht bij Verordening (EG) nr. 1211/2009 van het Europees Parlement en de Raad
van 25 november 2009 tot oprichting van het Orgaan van Europese regelgevende instanties
voor elektronische communicatie (BEREC) en het Bureau;
-
bijbehorende diensten: de bij een elektronisch communicatienetwerk of een elektronische communicatiedienst
behorende diensten die het aanbieden van diensten via dat netwerk of die dienst mogelijk
maken of ondersteunen of het potentieel hiertoe bezitten;
-
bijbehorende faciliteiten: de bij een elektronisch communicatienetwerk of een elektronische communicatiedienst
behorende diensten, fysieke infrastructuren en andere faciliteiten of elementen die
het aanbieden van diensten via dat netwerk of die dienst mogelijk maken of ondersteunen
of het potentieel hiertoe bezitten;
-
Het Bureau: het Bureau als bedoeld in artikel 6 van Verordening (EG) nr. 1211/2009 van het Europees
Parlement en de Raad van 25 november 2009 tot oprichting van het Orgaan van Europese
regelgevende instanties voor elektronische communicatie (BEREC) en het Bureau;
-
conformiteitsbeoordelingsinstantie: een conformiteitsbeoordelingsinstantie als bedoeld in artikel 3, onderdeel 18, van
de eidas-verordening;
-
conformiteitsrichtlijn: richtlijn van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie, die geheel
of gedeeltelijk berust op artikel 114 van het Verdrag betreffende de werking van de
Europese Unie en regels stelt over het op de markt brengen of het gebruik van apparaten
of radioapparaten;
-
consument: natuurlijke persoon die gebruik maakt van of verzoekt om een openbare elektronische
communicatiedienst voor andere dan bedrijfs- of beroepsdoeleinden;
-
distributeur: natuurlijke persoon of rechtspersoon in de toeleveringsketen, niet zijnde de fabrikant
of de importeur, die apparaten of radioapparaten op de markt aanbiedt;
-
eidas-verordening: verordening (EU) nr. 910/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014
betreffende elektronische identificatie en vertrouwensdiensten voor elektronische
transacties in de interne markt en tot intrekking van Richtlijn 1999/93/EG (PbEU 2014, L 257), en de op grond van die verordening door de Europese Commissie
vastgestelde uitvoerings- en gedelegeerde handelingen;
-
eindgebruiker: natuurlijke persoon of rechtspersoon die van een openbare elektronische communicatiedienst
gebruik maakt of wil gaan maken en die niet tevens openbare elektronische communicatienetwerken
of openbare elektronische communicatiediensten aanbiedt;
-
elektronische communicatiedienst: gewoonlijk tegen vergoeding aangeboden dienst die geheel of hoofdzakelijk bestaat
in het overbrengen van signalen via elektronische communicatienetwerken, waaronder
telecommunicatiediensten en transmissiediensten op netwerken die voor omroep worden
gebruikt, doch niet de dienst waarbij met behulp van elektronische communicatienetwerken
en -diensten overgebrachte inhoud wordt geleverd of redactioneel wordt gecontroleerd.
Het omvat niet de diensten van de informatiemaatschappij zoals omschreven in artikel
1 van de notificatierichtlijn die niet geheel of hoofdzakelijk bestaan uit het overbrengen
van signalen via elektronische communicatienetwerken;
-
elektronisch communicatienetwerk: transmissiesystemen, waaronder mede begrepen de schakel- of routeringsapparatuur,
netwerkelementen die niet actief zijn en andere middelen, die het mogelijk maken signalen
over te brengen via kabels, radiogolven, optische of andere elektromagnetische middelen,
waaronder satellietnetwerken, vaste en mobiele terrestrische netwerken, elektriciteitsnetten,
voor zover deze voor overdracht van signalen worden gebruikt en netwerken voor radio-
en televisieomroep en kabeltelevisienetwerken, ongeacht de aard van de overgebrachte
informatie;
-
elektronisch communicatienetwerk met hoge snelheid: een openbaar elektronisch communicatienetwerk dat breedbandtoegangsdiensten kan leveren
als bedoeld in richtlijn nr. 2014/61/EU;
-
fabrikant: natuurlijke persoon of rechtspersoon die apparaten of radioapparaten vervaardigt
of laat ontwerpen of vervaardigen, en deze apparaten of radioapparaten onder zijn
naam of handelsmerk verhandelt;
-
fysieke binnenhuisinfrastructuur: fysieke infrastructuur of installaties op de locatie van de eindgebruiker, met inbegrip
van elementen die gemeenschappelijke eigendom zijn, die bestemd is om vaste of draadloze
toegangsnetwerken onder te brengen, voor zover die netwerken elektronische communicatiediensten
kunnen leveren en door middel waarvan het toegangspunt van het gebouw kan worden aangesloten
op het aansluitpunt van het netwerk;
-
fysieke infrastructuur: elk element van een netwerk dat bedoeld is om er andere elementen van een netwerk
in onder te brengen zonder dat het zelf een actief element van het netwerk wordt,
met uitzondering van elementen van netwerken die worden gebruikt voor de voorziening
met voor menselijke consumptie bestemd water als bedoeld in artikel 2, punt 1, van
richtlijn 98/83/EG van de Raad van 3 november 1998 betreffende de kwaliteit van voor menselijke consumptie
bestemd water (PbEG L 330);
-
gebruiker: natuurlijk persoon of rechtspersoon die gebruik maakt van of verzoekt om een openbare
elektronische communicatiedienst;
-
gekwalificeerd certificaat: een gekwalificeerd certificaat voor elektronische handtekeningen als bedoeld in artikel
3, onderdeel 15 van de eidas-verordening, een gekwalificeerd certificaat voor elektronische
zegels als bedoeld in artikel 3, onderdeel 30, van de eidas-verordening of een gekwalificeerd
certificaat voor websiteauthenticatie als bedoeld in artikel 3, onderdeel 39, van
de eidas-verordening;
-
gekwalificeerd middel voor het aanmaken van elektronische handtekeningen: gekwalificeerd middel voor het aanmaken van elektronische handtekeningen als bedoeld
in artikel 3, onderdeel 23, van de eidas-verordening of voor het aanmaken van elektronische
zegels als bedoeld in artikel 3, onderdeel 32, van de eidas-verordening;
-
gekwalificeerde verlener van vertrouwensdiensten: gekwalificeerde verlener van een vertrouwensdienst als bedoeld in artikel 3, onderdeel
20, van de eidas-verordening;
-
gekwalificeerde vertrouwensdienst: vertrouwensdienst als bedoeld in artikel 3, onderdeel 17, van de eidas-verordening;
-
gemachtigde: in de Europese Unie gevestigde natuurlijke persoon of rechtspersoon die schriftelijk
door de fabrikant is gemachtigd om namens hem specifieke taken te vervullen;
-
in de handel brengen: het voor het eerst in de Europese Unie op de markt aanbieden van apparaten of radioapparaten;
-
importeur: in de Europese Unie gevestigde natuurlijke persoon of rechtspersoon die apparaten
of radioapparaten uit een derde land in de Europese Unie in de handel brengt;
-
ingebruikneming: het eerste gebruik van uitrusting of een radioapparaat in de Europese Unie door de
eindgebruiker ervan;
-
interconnectie: specifiek type toegang dat wordt gerealiseerd tussen exploitanten van openbare netwerken,
inhoudende het fysiek en logisch verbinden van openbare communicatienetwerken die
door dezelfde of een andere onderneming worden gebruikt om het de gebruikers van een
onderneming mogelijk te maken te communiceren met die van dezelfde of van een andere
onderneming of toegang te hebben tot diensten die door een andere onderneming worden
aangeboden;
-
Internationaal Telecommunicatieverdrag: het op 22 december 1992 te Genève tot stand gekomen Statuut en Verdrag van de Internationale
Unie voor Telecommunicatie met de daarbij behorende bijlagen en reglementen (Trb. 1993,
138), de op 14 oktober 1994 te Kyoto tot stand gekomen Akten van wijziging van het
Statuut en het Verdrag van de Internationale Unie voor Telecommunicatie (Trb. 1995,
201) en de op 6 november 1998 te Minneapolis tot stand gekomen Akten van wijziging
van het Statuut en het Verdrag van de Internationale Unie voor Telecommunicatie (Trb. 2001,
90);
-
ITU: Internationale Unie voor Telecommunicatie.
-
kabels: fysieke geleidingsdraden bestemd voor de rechtstreekse overdracht van signalen tussen
punten en de bij deze fysieke geleidingsdraden behorende ondergrondse ondersteuningswerken,
beschermingswerken en signaalinrichtingen, alsmede inrichtingen, bestemd om daarin
verbinding tot stand te brengen tussen fysieke geleidingsdraden in, op of boven openbare
gronden enerzijds en fysieke geleidingsdraden in gebouwen en daarmee één geheel vormende
gronden anderzijds dan wel tussen laatstgenoemde fysieke geleidingsdraden onderling;
-
marktdeelnemer: de fabrikant, de gemachtigde, de importeur of de distributeur;
-
nationale regelgevende instantie: instantie in een andere lidstaat van de Europese Unie die krachtens het recht van
die lidstaat is belast met een of meer regelgevende of daarmee verband houdende uitvoerende
taken die zijn toegekend in de richtlijnen nrs. 2002/19/EG, 2002/20/EG, 2002/21/EG,
2002/22/EG of 2002/58/EG;
-
netneutraliteitsverordening: op grond van artikel 114 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie
vastgestelde verordening van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie
betreffende open internettoegang;
-
netwerkaansluitpunt: fysiek punt waarop een abonnee de toegang tot een elektronisch communicatienetwerk
wordt geboden; in het geval van netwerken met schakelings- of routeringsfuncties wordt
het netwerkaansluitpunt bepaald door middel van een specifiek netwerkadres, dat met
een abonneenummer of -naam kan zijn verbonden;
-
notificatierichtlijn: richtlijn 2015/1535/EU van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie
van 9 september 2015 betreffende een informatieprocedure op het gebied van technische
voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij (PbEU
2015 L 241);
-
nummer: cijfers, letter of andere symbolen, al dan niet in combinatie, die bestemd zijn voor
toegang tot of identificatie van op een elektronisch communicatienetwerk aangeslotenen,
netwerkbeheerders, diensten, elektronische communicatienetwerken, netwerkaansluitpunten
of andere netwerkelementen;
-
nummergebruiker: degene die een nummer gebruikt;
-
nummerhouder: degene aan wie de Autoriteit Consument en Markt op aanvraag een nummer heeft toegekend;
-
nummeridentificatie:
-
a. faciliteit om het nummer van het oproepende netwerkaansluitpunt dan wel een nummer
waarmee een individuele gebruiker kan worden geïdentificeerd aan het opgeroepen netwerkaansluitpunt
te verstrekken, voordat de verbinding tot stand wordt gebracht;
-
b. faciliteit om het nummer van het opgeroepen netwerkaansluitpunt dan wel het nummer
waarmee een individuele gebruiker kan worden geïdentificeerd aan het oproepende netwerkaansluitpunt
te verstrekken, voordat de verbinding tot stand wordt gebracht;
-
onderneming: onderneming in de zin van artikel 101, eerste lid, van het Verdrag betreffende de
werking van de Europese Unie;
-
onderneming die beschikt over een aanmerkelijke marktmacht: onderneming die alleen of tezamen met andere ondernemingen over een economische kracht
beschikt die haar in staat stelt zich in belangrijke mate onafhankelijk van haar concurrenten,
klanten en uiteindelijk consumenten te gedragen;
-
op de markt aanbieden: het in het kader van een handelsactiviteit, al dan niet tegen betaling, verstrekken
van apparaten of radioapparaten met het oog op distributie, consumptie of gebruik
op de markt van de Europese Unie;
-
openbaar telecommunicatienetwerk: elektronisch communicatienetwerk dat geheel of gedeeltelijk wordt gebruikt om openbare
telecommunicatiediensten aan te bieden, voor zover het netwerk niet gebruikt wordt
voor het verspreiden van programma's;
-
openbaar elektronisch communicatienetwerk: elektronisch communicatienetwerk dat geheel of hoofdzakelijk wordt gebruikt om openbare
elektronische communicatiediensten aan te bieden, waaronder mede wordt begrepen een
netwerk, bestemd voor het verspreiden van programma's voor zover dit aan het publiek
geschiedt;
-
openbare gronden:
-
a. openbare wegen met inbegrip van de daartoe behorende stoepen, glooiingen, bermen,
sloten, bruggen, viaducten, tunnels, duikers, beschoeiingen en andere werken;
-
b. wateren met de daartoe behorende bruggen, plantsoenen, pleinen en andere plaatsen,
die voor eenieder toegankelijk zijn;
-
openbare elektronische communicatiedienst: elektronische communicatiedienst die beschikbaar is voor het publiek;
-
openbare betaaltelefoon: voor het publiek toegankelijk telefoontoestel waarmee uitgaande gesprekken gevoerd
kunnen worden en waarvan de betaling voor het gebruik kan geschieden door middel van
munten, krediet- of debetkaarten of vooruitbetaalde telefoonkaarten;
-
openbare telecommunicatiedienst: voor het publiek beschikbare dienst die geheel of gedeeltelijk bestaat in het overbrengen
van signalen via een elektronisch communicatienetwerk, voor zover deze dienst niet
bestaat uit het verspreiden van programma's;
-
openbare telefoondienst: dienst die voor het publiek beschikbaar is voor direct of indirect uitgaande en binnenkomende
nationale of internationale gesprekken, met behulp van een nummer of een aantal nummers
in een nationaal of internationaal nummerplan;
-
Onze Minister: Onze Minister van Economische Zaken en Klimaat;
-
programma: programma als bedoeld in artikel 1.1 van de Mediawet 2008;
-
programmadienst: dienst die geheel of hoofdzakelijk bestaat uit het aanbieden van programma’s aan
het algemene publiek of een deel daarvan;
-
radioapparaten: een elektrisch of elektronisch product dat:
-
a. doelbewust radiogolven uitzendt of ontvangt ten behoeve van radiocommunicatie of
radiodeterminatie, of
-
b. moet worden aangevuld met een accessoire om doelbewust radiogolven te kunnen uitzenden
en ontvangen ten behoeve van radiocommunicatie of radiodeterminatie;
-
radiocommunicatie: communicatie door middel van radiogolven;
-
radiodeterminatie: het vaststellen van de positie, snelheid of andere kenmerken van een object of het
verkrijgen van informatie over deze parameters door middel van de voortplantingseigenschappen
van radiogolven;
-
radiogolven: elektromagnetische golven met frequenties van lager dan 3000 GHz, die zich in de
ruimte voortplanten zonder kunstmatige geleider;
-
richtlijn nr. 2002/19/EG: Richtlijn nr. 2002/19/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie
van 7 maart 2002 inzake de toegang tot en interconnectie van elektronische-communicatienetwerken
en bijbehorende faciliteiten (Toegangsrichtlijn) (PbEG L 108);
-
richtlijn nr. 2002/20/EG: Richtlijn nr. 2002/20/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie
van 7 maart 2002 betreffende de machtiging voor elektronische-communicatienetwerken
en -diensten (Machtigingsrichtlijn) (PbEG L 108);
-
richtlijn nr. 2002/21/EG: Richtlijn nr. 2002/21/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie
van 7 maart 2002 inzake een gemeenschappelijk regelgevingskader voor elektronische-communicatienetwerken
en -diensten (Kaderrichtlijn) (PbEG L 108);
-
richtlijn nr. 2002/22/EG: Richtlijn nr. 2002/22/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie
van 7 maart 2002 inzake de universele dienst en gebruikersrechten met betrekking tot
elektronische-communicatienetwerken en -diensten (Universeledienstrichtlijn) (PbEG
L 108);
-
richtlijn nr. 2014/61/EU: Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 15 mei 2014
inzake maatregelen ter verlaging van kosten van de aanleg van elektronischecommunicatienetwerken
met hoge snelheid (PbEU 2014 L 155);
-
roamingverordening: op grond van artikel 114 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie
vastgestelde verordening van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie
betreffende roaming op openbare mobiele-communicatienetwerken binnen de Unie, en de
op grond van die verordening door de Europese Commissie vastgestelde uitvoeringshandelingen;
-
schadelijke interferentie: interferentie die het functioneren van een radionavigatiedienst of van andere veiligheidsvoorzieningen
in gevaar brengt, of die een overeenkomstig de geldende internationale, communautaire
of nationale voorschriften werkende radiocommunicatiedienst op een andere wijze ernstig
verslechtert, hindert of herhaaldelijk onderbreekt;
-
systeem voor voorwaardelijke toegang: elke technische maatregel of regeling waarbij toegang tot een beschermde radio- of
televisie-omroepdienst in begrijpelijke vorm afhankelijk wordt gemaakt van een abonnement
of een andere vorm van voorafgaande individuele machtiging;
-
terugroepen: maatregel waarmee wordt beoogd apparaten of radioapparaten te doen terugkeren die
al aan de eindgebruiker ter beschikking waren gesteld;
-
toegang: het aan een andere onderneming beschikbaar stellen van netwerkonderdelen, bijbehorende
faciliteiten of diensten onder uitdrukkelijke voorwaarden, al dan niet op exclusieve
basis, ten behoeve van het aanbieden van elektronische communicatiediensten, het aanbieden
van diensten voor de informatiemaatschappij of het verspreiden van programma’s aan
het publiek, door die onderneming;
-
toegangspunt: een in of buiten het gebouw gelegen fysiek punt dat toegankelijk is voor ondernemingen
die openbare elektronische communicatienetwerken aanbieden of waaraan een vergunning
is verleend om openbare elektronische communicatienetwerken aan te bieden, en waar
het netwerk kan worden aangesloten op de voor hoge snelheid bestemde fysieke binnenhuisinfrastructuur;
-
toezichthoudend orgaan: toezichthoudend orgaan als bedoeld in artikel 17, eerste lid, van de eidas-verordening;
-
transnationale markt: bij beschikking, bedoeld in artikel 15, vierde lid, van richtlijn nr. 2002/21/EG,
gedefinieerde markt die de Europese Unie of een aanzienlijk, zich over meer dan één
lidstaat uitstrekkend, deel daarvan beslaat;
-
uit de handel nemen: maatregel waarmee wordt beoogd te voorkomen dat apparaten of radioapparaten die zich
in de toeleveringsketen bevinden, op de markt worden aangeboden;
-
uitrusting: elk apparaat of vaste installatie;
-
vaste installatie: een specifieke combinatie van verschillende soorten apparaten en eventuele andere
inrichtingen, die samengebouwd, geïnstalleerd en bestemd zijn voor permanent gebruik
op een van te voren vastgestelde locatie;
-
verlener van vertrouwensdiensten: verlener van vertrouwensdiensten als bedoeld in artikel 3, onderdeel 19, van de eidas-verordening;
-
vertrouwensdienst: vertrouwensdienst als bedoeld in artikel 3, onderdeel 16, van de eidas-verordening;
-
vertrouwenslijst: vertrouwenslijst als bedoeld in artikel 22 van de eidas-verordening;
-
voor hoge snelheid bestemde fysieke binnenhuisinfrastructuur: fysieke binnenhuisinfrastructuur die bestemd is om elementen van elektronische communicatienetwerken
met hoge snelheid onder te brengen of het leveren van die netwerken mogelijk te maken.