Tijdelijke regeling aanvullende vergoeding knelpunten huisvesting roc's als gevolg van de overdracht van het inservice onderwijs

[Regeling vervallen per 31-12-2004.]
Geraadpleegd op 19-04-2024.
Geldend van 17-10-1998 t/m 30-12-2004

Tijdelijke regeling aanvullende vergoeding knelpunten huisvesting roc's als gevolg van de overdracht van het inservice onderwijs

De minister van onderwijs, cultuur en wetenschappen,

Gelet op artikel 12.3.48, tweede lid, en artikel 12.3.1, negende lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs.

Besluit:

Artikel 1. Begripsbepalingen

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a. minister:

    de minister van onderwijs, cultuur en wetenschappen;

  • b. wet:

    de Wet educatie en beroepsonderwijs;

  • c. instituut:

    een instituut voor de opleiding tot verpleegkundige of ziekenverzorgende als bedoeld in artikel 12.3.1, negende lid, van de wet;

  • d. instelling:

    een instelling als bedoeld in artikel 1.3.1 van de wet die met ingang van 1 augustus 1997 een instituut omvat;

  • e. overgangsregeling:

    de Overgangsregeling bekostiging opleidingen tot verpleegkundige en verzorgende beroepen WEB tot 2000;

  • f. knelpunt:

    een financieel knelpunt van een instelling op het terrein van de huisvesting als omschreven in artikel 5;

  • g. bureau:

    ICS adviseurs, door de minister op grond van artikel 4 belast met het onderzoeken en beoordelen van knelpunten.

Artikel 2. Doel van de regeling

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

Het doel van de regeling is:

  • a. het verlenen van aanspraak op een eenmalige tegemoetkoming als bedoeld in artikel 3, aan de instellingen,

  • b. het verlenen van aanspraak op een aanvullende vergoeding aan een instelling voor het oplossen van een bepaald knelpunt dat voldoet aan de voorwaarden van deze regeling.

Artikel 3. Eenmalige tegemoetkoming

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

Het bevoegd gezag van een instelling heeft voor het jaar 1998 aanspraak op een eenmalige tegemoetkoming in de kosten van het toevoegen van een of meer instituten aan de instelling op 1 augustus 1997 van ƒ 250.000,-.

Artikel 4. Aanvraagprocedure

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

  • 1 Het bevoegd gezag van een instelling kan uiterlijk 28 oktober 1998 een aanvraag voor een aanvullende vergoeding indienen bij de minister ten behoeve van het oplossen van een bepaald knelpunt.

  • 2 De aanvraag geschiedt door middel van het volledig invullen van het bij deze regeling behorende formulier.

  • 3 Indien een instelling vóór 3 november 1997 schriftelijk een aanvraag voor de behandeling van een knelpunt bij de minister heeft ingediend, wordt dit beschouwd als een aanvraag als bedoeld in het eerste lid.

  • 4 De minister zendt de aanvraag aan het bureau met het verzoek hem ter zake te adviseren.

  • 5 De instelling verleent alle, naar het oordeel van het bureau noodzakelijke, medewerking aan het onderzoek door het bureau naar het knelpunt. De instelling verleent het bureau inzage in documenten en andere informatiedragers die deze voor het beoordelen van het knelpunt noodzakelijk acht.

  • 6 Indien het formulier niet volledig wordt ingevuld of indien de bescheiden niet volledig worden overgelegd, wordt de aanvraag, met inachtneming van artikel 4:5, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, niet in behandeling genomen. Indien de instelling niet of naar het oordeel van de minister niet voldoende meewerkt aan het onderzoek van het bureau, dan wel indien de instelling niet of niet voldoende inzage verschaft in documenten en andere informatiedragers wordt de aanvraag afgewezen.

Artikel 5. Categorieën knelpunten

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

  • 1 Het bevoegd gezag van de instelling kan een aanvraag indienen als bedoeld in artikel 4, uitsluitend ten behoeve van één van de in het tweede en het derde lid omschreven categorieën knelpunten.

  • 2 Het bevoegd gezag van de instelling heeft naar het oordeel van de minister verschoonbaar een onjuiste opgave gedaan van het bedrag voor de huisvestingskosten, bedoeld in artikel 5, tweede lid, van de overgangsregeling, op grond van feiten en omstandigheden die hem op het moment van inzenden van de onderscheiden formulieren, bedoeld in artikel 5, tweede lid, van de overgangsregeling, niet bekend waren of hem in redelijkheid niet bekend hadden kunnen zijn.

  • 3 Het bevoegd gezag van de instelling toont aan dat voor een overgedragen gebouw van een instituut, met ingang van 1 januari 2000 onvoldoende financiële middelen beschikbaar zullen zijn, als gevolg van:

    • a. een door de minister van volksgezondheid, welzijn en sport in 1994, 1995 of 1996 gegeven toestemming voor de nieuwbouw van het overgedragen gebouw,

    • b. een huurovereenkomst voor het overgedragen gebouw die is afgesloten voor 31 juli 1997 en die afloopt na 1 januari 2000,

    • c. ruimteoverschotten in het overgedragen gebouw, of

    • d. een extreem hoge schuldrest in combinatie met een naar het oordeel van de minister objectieve noodzaak tot verkoop van het gebouw.

  • 4 Het bevoegd gezag toont het knelpunt, bedoeld in het derde lid, aan op basis van een vergelijking van de vergoeding voor de huisvesting voor 1998, vastgesteld op grond van artikel 5, tweede lid, van de overgangsregeling, met de uitkomst van de berekening waarbij het aantal deelnemers dat op 1 oktober 1996 was ingeschreven aan de instituten die aan de instelling zijn overgedragen, wordt vermenigvuldigd met ƒ 670,- per deelnemer. Indien de vergoeding voor de huisvesting bedoeld in artikel 5, tweede lid, van de overgangsregeling hoger is dan de uitkomst van de berekening bedoeld in de vorige volzin, wordt de aanvraag in behandeling genomen.

Artikel 6. Voorwaarden voor behandeling aanvragen

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

Bij de aanvraag, bedoeld in artikel 4, toont de instelling schriftelijk aan dat:

  • a. de bestuursoverdracht, bedoeld in artikel 9.1.3 van de wet, van het instituut waarop het knelpunt betrekking heeft, correct is geschied, blijkens uit een notariële akte van bestuursoverdracht gedateerd uiterlijk 31 juli 1997,

  • b. het knelpunt rechtstreeks voortvloeit uit de overdracht van het instituut op 1 augustus 1997,

  • c. het knelpunt niet wordt veroorzaakt door het eigen beleid van de instelling,

  • d. de uitgave, gelet op de door de instelling als gevolg van de overdracht aangegane verplichtingen, onvermijdelijk is, en

  • e. de rijksbijdrage voor 1998 berekend op grond van de artikelen 3 tot en met 5 van de overgangsregeling en de aanvullende vergoeding, op grond van artikel 9, van de overgangsregeling niet voldoende is om het knelpunt op te lossen.

Artikel 7. Vaststelling hoogte aanvullende vergoeding

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

  • 1 Het bureau adviseert de minister over de hoogte van de aanvullende vergoeding die nodig is om het knelpunt van de instelling op te lossen.

  • 2 Uit het advies, bedoeld in het eerste lid, blijkt:

    • a. dat de instelling al datgene heeft gedaan wat redelijkerwijs van haar verwacht kan worden om het knelpunt op te lossen, dan wel in belangrijke mate te verminderen,

    • b. de hoogte van de eigen bijdrage van de instelling voor de oplossing van het knelpunt;

    • c. dat de rijksbijdrage 1998, berekend op grond van de artikelen 3, 4 en 5 van de overgangsregeling en de aanvullende vergoeding, berekend op grond van artikel 9 van de overgangsregeling niet toereikend is om het knelpunt op te lossen.

  • 3 Het bureau verstrekt desgevraagd aan de minister de voor de uitoefening van zijn taak benodigde inlichtingen. De bescheiden betreffende de werkzaamheden van het bureau in het kader van deze regeling worden na beëindiging van deze werkzaamheden opgeborgen in het archief van het ministerie.

  • 4 De minister stelt de hoogte van de aanvullende vergoeding voor 25 november 1998 vast door het bedrag, bedoeld in het eerste lid, te verminderen met de eenmalige tegemoetkoming, bedoeld in artikel 3.

Artikel 8. Toepasselijke voorschriften Awb

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

Op de subsidie zijn de artikelen 4:35, 4:49, 4:56 en 4:57 van de Awb van toepassing.

Artikel 9. Verantwoording

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

De instelling verantwoordt de op grond van deze regeling en met verwijzing naar deze regeling, op aanvraag verkregen middelen voor elke aanvraag afzonderlijk in de jaarrekening met inachtneming van de Regeling financiële verslaggeving (jaarrekening) van instellingen en organen in de Bve-sector.

Artikel 10. Wijziging overgangsregeling

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

[Red: Wijzigt de Overgangsregeling bekostiging opleidingen tot verpleegkundige en verzorgende beroepen WEB tot 2000. ]

Artikel 11. Inwerkingtreding

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

  • 1 Deze regeling treedt in werking met ingang van de derde dag na de datum van uitgifte van Uitleg OCenW-Regelingen, waarin deze regeling is geplaatst.

  • 2 Artikel 10 werkt terug tot en met 1 augustus 1997.

Artikel 12. Citeertitel

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

Deze regeling wordt aangehaald als: Tijdelijke regeling aanvullende vergoeding knelpunten huisvesting roc's als gevolg van de overdracht van het inservice onderwijs.

De

minister

van onderwijs, cultuur en wetenschappen

drs. L.M.L.H.A. Hermans

Formulier Bij regeling aanvullende vergoeding knelpunten huisvesting roc’s als gevolg van de overdracht van het inservice onderwijs.

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

Algemeen

  • naam bevoegd gezag roc:

  • Brin nummer:

  • adres:

  • gemeente:

  • contactpersoon:

  • functie:

  • telefoonnummer:

  • faxnummer:

  • overgenomen instituten voor inservice onderwijs:

  • -

  • -

  • -

  • -

  • -

  • -

  • -

  • -

  • -

  • -

  • -

  • -

  • -

Knelpunt

Omschrijving knelpunt:

Naar boven