Regeling onderwijshuisvestingsbudgetten asielzoekers

[Regeling vervallen per 01-04-2022 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2021.]
Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 01-01-2002 t/m 31-12-2020

Regeling onderwijshuisvestingsbudgetten asielzoekers

De Staatssecretaris van Justitie,

gelet op artikel 5a, tweede lid, van het Faciliteitenbesluit opvangcentra;

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-04-2022 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2021]

In deze regeling wordt verstaan onder ’het besluit’: het Faciliteitenbesluit opvangcentra.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-04-2022 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2021]

  • 1 De bijdrage, bedoeld in artikel 5a, eerste lid, onderdeel a van het besluit, wordt berekend conform de in paragraaf 1.3 van bijlage IV, deel A van de Modelverordening voorzieningen huisvesting onderwijs (VNG uitgeverij) aangegeven wijze voor huur van voor tijdelijk gebruik bestemde gebouwen, met uitzondering van de daarin genoemde toeslag voor de hoofdlocatie. Uitgekeerd wordt de in deze paragraaf genoemde netto-investeringswaarde. Indien er voor de school geen huisvesting voor onderwijs aan asielzoekerskinderen is, wordt uitgegaan van de netto-investeringswaarde van de bouwkosten bij nieuwbouw. Indien er voor de school reeds huisvesting voor onderwijs aan asielzoekerskinderen is, wordt uitgegaan van de netto-investeringswaarde van de bouwkosten bij uitbreiding. Ten behoeve van de bepaling van het aantal leerlingengroepen waarvoor een uitkering wordt verstrekt, wordt aangesloten bij de bepalingen van de omvang van de toekenning van voor tijdelijk gebruik bestemde voorzieningen zoals weergegeven in paragraaf 1.1 van bijlage III, deel B van de Modelverordening voorzieningen huisvesting onderwijs, met dien verstande dat wordt gerekend met het aantal leerlingen dat basisonderwijs volgt en dat verblijft in een opvangcentrum voor asielzoekers. De bepaling van de omvang van de benodigde huisvesting voor basisonderwijs aan asielzoekersleerlingen geschiedt door het verschil in formatie te berekenen tussen de gehele school of nevenvestiging inclusief deze asielzoekersleerlingen en de gehele school of nevenvestiging zonder deze asielzoekersleerlingen. Voor de huisvesting wordt de formatie bepaald conform paragraaf 1.1 van bijlage III, deel B van de Modelverordening voorzieningen huisvesting onderwijs, waarbij voor de invulling van onderdeel C wordt gerekend met de formatie voor eerste opvang van kinderen die rechtstreeks uit het buitenland komen conform bijlage 1 van deze regeling.

  • 2 De bijdrage, bedoeld in artikel 5a, eerste lid, onderdeel b en c, van het besluit wordt berekend conform de in paragraaf 1.4 respectievelijk 1.6 van bijlage IV, deel A, van de Modelverordening voorzieningen huisvesting onderwijs aangegeven wijze. Ten behoeve van de bepaling van het aantal groepen asielzoekersleerlingen dat in aanmerking komt voor de klokurenvergoeding wordt uitgegaan van het totaal aantal groepen, met een minimum van één groep, verminderd met één groep extra per vier groepen en het maximum aantal klokuren per groep per week dat op basis van de Modelverordening voorzieningen huisvesting onderwijs voor bekostiging in aanmerking komt. De bijdrage in de kosten van de stichting en de materiële instandhouding van een gymnastieklokaal, inclusief de eerste inrichting, is voor 1997 op € 846,04 per klokuur vastgesteld. Voor elk volgend jaar wordt dit bedrag aangepast aan de jaarlijkse prijsindex van het Centraal Bureau voor de Statistiek voor nieuwbouwprijzen van woningen.

  • 3 De bijdrage, bedoeld in artikel 5a, eerste lid, onderdeel d, van het besluit, is gelijk aan het produkt van de oppervlakte van het gebouw in vierkante meters en een bijdrage in de onroerende zaakbelastingen per vierkante meter. De bijdrage in de onroerende zaakbelastingen bedraagt voor 1997 € 3,28 per vierkante meter. Voor elk volgend jaar wordt de vergoeding aangepast aan de in de Statistiek van de Gemeentebegroting van het Centraal Bureau voor de Statistiek opgenomen prijsontwikkeling voor de onroerende zaakbelastingen.

  • 4 De bijdrage, bedoeld in artikel 5a, eerste lid, onderdeel e, van het besluit wordt vastgesteld op basis van de waarde van het gebouw en de waarde van de op basis van de Modelverordening voorzieningen huisvesting basisonderwijs verstrekte inventaris. Bij de berekening van de bijdrage wordt uitgegaan van deelname van gemeenten in het raamcontract voor de eigendommenverzekering van schoolgebouwen. De bijdrage in de kosten van de verzekering van schade aan het gebouw en de inventaris is gelijk aan de premie voor de verzekering van het gebouw en de inventaris. De premie is gelijk aan de premie voor de verzekering van een niet-betonnen of niet-stenen gebouw, zonder beveiliging, met een schadebelasting in de afgelopen vijf jaren tussen 100 en 200 procent van de verzekerde waarde, vermeerderd met de premie voor de glasdekking en de verzekering tegen klein molest en eigen gebrek.

  • 5 Bij de berekening van de in artikel 5a, eerste lid, van het besluit, bedoelde bijdrage wordt, voorzover niet anders is aangegeven, uitgegaan van de normbedragen uit de Modelverordening voorzieningen huisvesting onderwijs naar de stand van 1 juli van het jaar voorafgaande aan het uitkeringsjaar zoals die door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten aan gemeenten bekend zijn gemaakt, verhoogd met het percentage uit de van toepassing zijnde Macro-Economische Verkenningen voor het uitkeringsjaar.

    Bij de berekening van de uitkering voor de gehele uitkeringsperiode wordt uitgegaan van de vergoedingsnormen voor het eerste uitkeringsjaar. Het, a fonds perdu, te verstrekken bedrag is gelijk aan de berekende uitkering voor het resterende aantal maanden tot het einde van de periode waarop de uitkering betrekking heeft, met een maximum van vijftien jaar.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-04-2022 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2021]

Deze regeling treedt in werking de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, en werkt terug tot en met 1 januari 1997.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-04-2022 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2021]

Deze regeling wordt aangehaald als Regeling onderwijshuisvestingsbudgetten asielzoekers, afgekort als OHBA-regeling.

Den Haag, 18 september 1998

De

Staatssecretaris

van Justitie,

J. Cohen

Bijlage 1. Formatie voor eerste opvang 1

[Regeling vervallen per 01-04-2022 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2021]

Aantal leerlingen

Extra formatie in fte's

Aantal leerlingen

Extra formatie

0 t/m 3

0,0

25 t/m 27

0,9

3 t/m 6

0,2

28 t/m 30

1,0

7 t/m 9

0,3

31 t/m 36

1,1

10 t/m 12

0,4

37 t/m 42

1,2

13 t/m 15

0,5

43 t/m 48

1,3

16 t/m 18

0,6

49 t/m 54

1,4

19 t/m 21

0,7

55 t/m 60

1,5

22 t/m 24

0,8

61 t/m 70

71 en verder

1,8

1,0 per 10 leerlingen

  1. Van eerste opvang is sprake als voldaan wordt aan de criteria uit artikel 1, tweede lid, van de Regeling tegemoetkoming voor gemeenten bij exceptionele toename van het aantal leerplichtige asielzoekers in het basis- en voortgezet onderwijs (Uitleg Gele Katern nr. 17a van 18 juli 1998). ^ [1]
Naar boven