Regeling experimenten regionale treindiensten

[Regeling vervallen per 06-04-2005 met terugwerkende kracht tot en met 16-03-2005.]
Geraadpleegd op 16-04-2024.
Geldend van 25-07-2004 t/m 15-03-2005

Regeling houdende regels met betrekking tot het verstrekken van een financiële bijdrage aan decentrale overheden ten behoeve van experimenten met regionale treindiensten in het openbaar vervoer

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Gelet op artikel 3 van de Wet personenvervoer,

Besluit:

§ 1. Algemene bepalingen

[Regeling vervallen per 06-04-2005 met terugwerkende kracht tot en met 16-03-2005]

Artikel 1

[Regeling vervallen per 06-04-2005 met terugwerkende kracht tot en met 16-03-2005]

In deze regeling en de daarbij behorende bijlage wordt verstaan onder:

a. minister:

Minister van Verkeer en Waterstaat;

b. wet:

Wet personenvervoer 2000;

c. besluit:

Besluit personenvervoer 2000;

d. decentrale overheid:

de provincies en regionale openbare lichamen op, naar of van wier grondgebied een regionale treindienst wordt gereden;

e. bijdrage:

de in artikel 3, eerste lid, bedoelde bijdrage.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 06-04-2005 met terugwerkende kracht tot en met 16-03-2005]

Deze regeling is van toepassing op openbaar vervoer met de regionale treindiensten, vermeld in bijlage 1 bij deze regeling.

§ 2. De bijdrage

[Regeling vervallen per 06-04-2005 met terugwerkende kracht tot en met 16-03-2005]

Artikel 3

[Regeling vervallen per 06-04-2005 met terugwerkende kracht tot en met 16-03-2005]

  • 1 De minister kan op aanvraag van de decentrale overheid overeenkomstig artikel 77 van de wet een financiële bijdrage verstrekken voor de exploitatie van regionale treindiensten.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 06-04-2005 met terugwerkende kracht tot en met 16-03-2005]

  • 1 De bijdrage wordt jaarlijks verleend voor de aanvang van het jaar waarop de bijdrage betrekking heeft.

  • 2 In afwijking van het eerste lid kan de minister:

    • a. in verband met de start van een regionale treindienst de bijdrage verlenen in de loop van het jaar waarop deze betrekking heeft, en

    • b. incidentele aanvullingen op de bijdrage verlenen in de loop van het jaar waarop deze betrekking heeft.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 06-04-2005 met terugwerkende kracht tot en met 16-03-2005]

  • 1 De bijdrage wordt slechts verleend indien:

    • a. de decentrale overheid een opdracht voor het openbaar vervoer per regionale treindienst openbaar heeft aanbesteed, of

    • b. de decentrale overheid een opdracht voor het openbaar vervoer per regionale treindienst onderhands aan een vervoerder, niet zijnde de vervoerder die op het tijdstip van inwerkingtre-ding van deze regeling op betreffend traject openbaar vervoer per trein verricht, heeft verleend en dit vervoer naar het oordeel van de minister in vervoerkundig opzicht meerwaarde heeft in vergelijking met het vervoer per trein dat voorafgaande aan de opdrachtverlening op het traject werd verricht.

  • 2 De minister beoordeelt de meerwaarde, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, aan de hand van de door hem verwachte toename van reizigers of vervoeropbrengsten, de verhouding tussen de door hem verwachte kosten en opbrengsten van het vervoer of de afstemming met het overige openbaar vervoer.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 06-04-2005 met terugwerkende kracht tot en met 16-03-2005]

De bijdrage wordt jaarlijks ambtshalve vastgesteld zo spoedig mogelijk na afloop van het jaar waarop de bijdrage betrekking heeft. Onverminderd artikel 4:46, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht kan de bijdrage gewijzigd worden vastgesteld indien de lonen en prijzen in het jaar waarop de bijdrage betrekking heeft zijn veranderd.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 06-04-2005 met terugwerkende kracht tot en met 16-03-2005]

  • 1 Het bedrag van de vastgestelde bijdrage wordt binnen 8 weken na vaststelling betaald.

  • 2 De minister kan voorschotten verlenen aan de decentrale overheid aan wie een bijdrage is verleend.

  • 3 De betaling van de voorschotten geschiedt in dertien maandelijkse termijnbedragen, waarbij in de maand april twee termijnbedragen worden betaald, met uitzondering van het geval waarin artikel 4. tweede lid, wordt toegepast, in welk geval de voorschotten in maandelijkse termijnen over resterende periode tot het einde van het jaar worden verleend.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 06-04-2005 met terugwerkende kracht tot en met 16-03-2005]

  • 1 In afwijking van de artikelen 4, eerste lid, en 7 kan de minister de bijdrage zonder voorafgaande verlening vaststellen voor aanvang van het jaar waarop de bijdrage betrekking heeft. De artikelen 4, tweede lid, 5 en 6 zijn van overeenkomstige toepassing.

§ 3. Overige bepalingen

[Regeling vervallen per 06-04-2005 met terugwerkende kracht tot en met 16-03-2005]

Artikel 10

[Regeling vervallen per 06-04-2005 met terugwerkende kracht tot en met 16-03-2005]

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 11

[Regeling vervallen per 06-04-2005 met terugwerkende kracht tot en met 16-03-2005]

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling experimenten regionale treindiensten.

Deze regeling zal met toelichting en de bijlage in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Verkeer en Waterstaat,

A. Jorritsma-Lebbink

1.

[Regeling vervallen per 06-04-2005 met terugwerkende kracht tot en met 16-03-2005]

De regeling betreft de volgende treindiensten, waarbij een of meer tussen de genoemde vertrek- of eindhaltes gelegen tussenhaltes worden bediend.

  • Leeuwarden - Harlingen

  • Leeuwarden - Stavoren

  • Groningen - Roodeschool

  • Groningen - Delfzijl

  • Groningen - Nieuweschans

  • Doetinchem - Winterswijk

  • Zutphen - Winterswijk

  • Almelo - Mariënberg

  • Arnhem-Doetinchem

  • Enschede-Glanerbrug

  • Zutphen - Hengelo - Oldenzaal

  • Zutphen–Apeldoorn

Naar boven