Artikel 1
[Regeling vervallen per 20-01-2010]
In deze regeling wordt verstaan onder:
- a. calibreren:
-
afstellen van een meetapparaat op een door de fabrikant voorgeschreven wijze;
- b. hartlijn:
-
de denkbeeldige lijn in het midden van de start- en landingsbaan over de totale lengte
van de baan;
- c. langsslip:
-
de verhouding tussen de omtrekbeweging van een vrij rollend wiel en een even groot
vertraagd wiel in de lengterichting van de voortbeweging, waarbij 0% langsslip een
gelijke omtrekbeweging is en 100% langsslip een volledige blokkering van het vertraagde
wiel;
- d. meetincrement:
-
afstand waarop een registratie van de mu-waarde plaats vindt;
- e. mu-waarde:
-
stroefheidswaarde die aangeeft of de start- en landingsbaan stroef genoeg is om veilig
te gebruiken;
- f. referentiemeting:
-
vergelijking van het meetresultaat van een verhardingsoppervlak, met het gedeelte
van het verhardingsoppervlak met minder vliegbewegingen;
- g. textuurdiepte:
-
de indicatie voor het waterbergend vermogen van het verhardingsoppervlak;
- h. verhardingsoppervlakken:
-
geprepareerde oppervlakken die als start- en landingsbaan, rijbaan en platform voor
luchtvaartuigen worden gebruikt anders dan het bestaande maaiveld;
- i. wide-body vliegtuig:
-
breedrompvliegtuig met een afmeting tussen de wielsporen van de buitenste landingsgestellen
van 9 meter of meer;
- j. zandvlekmethode:
-
methode voor de meting van de textuurdiepte als bedoeld in bijlage B.
Artikel 2
[Regeling vervallen per 20-01-2010]
Artikel 3
[Regeling vervallen per 20-01-2010]
Artikel 4
[Regeling vervallen per 20-01-2010]
Artikel 5
[Regeling vervallen per 20-01-2010]
Artikel 6
[Regeling vervallen per 20-01-2010]
-
1 De normering, genoemd in dit artikel, geldt voor ten minste elke 100 meter baanlengte,
waarbij de gegevens van de ASTM E 1551-band maatgevend zijn.
-
2 De mu-waarde van verharde start- en landingsbanen voldoet ten minste aan het minimum
niveau in bijlage A, vierde kolom, waarbij wordt aanbevolen om onderhoudsmaatregelen ter verbetering
uit te voeren zodra de mu-waarde daalt onder het onderhoudsniveau in bijlage A, derde kolom.
-
4 Voldoet de mu-waarde niet aan het minimum niveau in bijlage A, vierde kolom, dan laat de exploitant van het burgerluchtvaartterrein een NOTAM uitgeven
en neemt hij onderhoudsmaatregelen ter verbetering.
Artikel 7
[Regeling vervallen per 20-01-2010]
De textuurdiepte van verharde start- en landingsbanen bedraagt direct na aanleg danwel
na reconstructie daarvan of na renovatie van het verhardingsoppervlak gemiddeld ten
minste 1 mm.
Artikel 8
[Regeling vervallen per 20-01-2010]
De meetresultaten, bedoeld in de artikelen 2, 5 en 7, worden binnen 4 weken na registratie schriftelijk gemeld aan de Minister van Verkeer
en Waterstaat.
Artikel 9
[Regeling vervallen per 20-01-2010]
Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van
de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
Artikel 10
[Regeling vervallen per 20-01-2010]
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling stroefheid start- en landingsbanen.
Bijlage B. Textuurdieptemeting volgens de zandvlekmethode
[Regeling vervallen per 20-01-2010]
Deze bijlage behoort bij
artikel 1 onder k van de Regeling stroefheid start-en landingsbanen
De textuurdiepte wordt beproefd op een droge, kleefvrije ondergrond die vooraf is
schoongeborsteld.
Vul een cilinder met een inhoud van 23800 (± 100) mm³ en een inwendige diameter van
20 (± 1) mm geheel met vuurgedroogd rondkorrelig zand met een korrelgrootte tussen
0,125 en 0,250 mm. Strijk het teveel aan zand af met een vlakke lat. Giet vervolgens
de afgepaste hoeveelheid zand uit op de plaats van de meting op het verhardingsoppervlak.
Tref zonodig tijdens de proefuitvoering voorzieningen om wegwaaien van zand te voorkomen.
Verdeel het zand over het oppervlak met een platte messing schijf met een diameter
van 65 (± 2) mm, aan de onderzijde bekleed met een hard rubberen schijf met een dikte
van 1,5 (± 0,5) mm en aan de bovenzijde voorzien van een handgreep. Verdeel het zand
door het maken van draaiende bewegingen met de messing schijf die daarbij horizontaal
wordt gehouden. Bij het uitwrijven moet een cirkelvormige zandvlek ontstaan waarbij
de diepten in het oppervlak worden gevuld tot de hoogste punten.
Meet vervolgens in vier richtingen, met een onderlinge hoek van 45 graden, de diameter
van de zandvlek tot op 1 mm nauwkeurig.
Bereken de textuurdiepte, tot op 0,1 mm nauwkeurig, met de formule:
TD=
|
484800
|
(D1+D2+D3+D4)²
|
waarin: TD is de textuurdiepte in mm;
Diis de gemeten diameter van de zandvlek in mm.
De textuurdiepte wordt op ten minste 5 verschillende plaatsen bepaald.