Wijzigingswet enkele belastingwetten c.a. (belastingplan 1998)

Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 01-01-2000 t/m heden

Wet van 18 december 1997, houdende wijziging van enkele belastingwetten c.a. (belastingplan 1998)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is in het kader van het belastingplan 1998 een evenwichtige inkomensontwikkeling te realiseren, de druk van de vermogensbelasting te verlagen, alsmede enige andere daarmee samenhangende maatregelen te treffen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel IX

  • 1 Per 1 januari 1998 vindt de aanpassing op grond van artikel 27a van de Wet op de accijns van de in artikel 27, eerste lid, onderdelen a en b, van die wet vermelde bedragen, geen toepassing.

Artikel X

  • 1 De bepalingen ter zake van het heffen van rechten met betrekking tot beschikkingen krachtens de Wet bodembescherming, zoals die golden onmiddellijk voorafgaande aan de inwerkingtreding van deze wet, blijven van toepassing indien voor 1 januari 1998:

    • a. een aanvraag om een beschikking is ingediend;

    • b. een melding als bedoeld in artikel 28, eerste lid, is gedaan, of

    • c. de resultaten van een nader onderzoek als bedoeld in artikel 29, eerste lid, onder a, aan het bevoegd gezag zijn overgelegd.

  • 2 Artikel 15.34a van de Wet milieubeheer is niet van toepassing indien de aanvraag om een vergunning of ontheffing, onderscheidenlijk de aanvraag tot wijziging dan wel intrekking van een vergunning of ontheffing, voor 1 januari 1998 is ingediend.

Artikel XIII

  • 1 Deze wet treedt in werking met ingang van 1 januari 1998, met uitzondering van artikel I, onderdelen B en F.6, dat in werking treedt met ingang van 1 januari 2000 alsmede artikel IV, onderdeel D, dat in werking treedt op een bij koninklijk besluit vast te stellen tijdstip, zo nodig met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 1998, en met dien verstande dat artikel I, onderdeel D, terugwerkt tot en met 1 januari 1997.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage, 18 december 1997

Beatrix

De Minister van Financiën,

G. Zalm

De Staatssecretaris van Financiën,

W. A. F. G. Vermeend

Uitgegeven de negenentwintigste december 1997

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager

Naar boven