Besluit overgangsrecht Wijzigingswet Mediawet (herziening organisatiestructuur van de landelijke publieke omroep)

[Regeling vervallen per 01-12-2005.]
Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 01-02-1998 t/m 30-11-2005

Besluit van 17 december 1997, houdende enkele bepalingen van overgangsrecht in verband met de invoering van de wet van 13 november 1997 (Stb. 544), tot wijziging van bepalingen van de Mediawet in verband met een herziening van de organisatiestructuur van de landelijke publieke omroep

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, A. Nuis, van 19 november 1997, nr. MLB/JZ/1997/33.885;

Gelet op artikel IV van de wet van 13 november 1997 (Stb. 544), tot wijziging van bepalingen van de Mediawet in verband met een herziening van de organisatiestructuur van de landelijke publieke omroep;

De Raad van State gehoord (advies van 8 december 1997, no. W05.97.0738);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, A. Nuis van 16 december 1997, nr. MLB/JZ/1997/39.224;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-12-2005]

Indien de eerste benoeming van de leden van de raad van bestuur met ingang van het tijdstip van inwerkingtreding van de wet van 13 november 1997 (Stb. 544), tot wijziging van bepalingen van de Mediawet in verband met een herziening van de organisatiestructuur van de landelijke publieke omroep, is geschied in voorafgaand overleg met het algemeen bestuur van de Nederlandse Omroep Stichting, zoals dat bestond op de dag voorafgaande aan genoemd tijdstip, wordt deze benoeming aangemerkt als een benoeming in de zin van artikel 19, tweede lid, van de Mediawet.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-12-2005]

  • 1 Voor het kalenderjaar 1998 stelt de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, in afwijking van artikel 101, eerste lid, aanhef, van de Mediawet, het in artikel 101, eerste lid, onderdeel f, van de Mediawet bedoelde bedrag dat beschikbaar is voor de versterking van de programmering, vast voor 1 maart 1998.

  • 2 De raad van bestuur kan, in afwijking van artikel 101, vierde lid, van de Mediawet, het in het eerste lid bedoelde bedrag gedeeltelijk ten goede laten komen aan de instellingen die zendtijd hebben verkregen voor landelijke omroep in het volgende kalenderjaar, voor zover dat bedrag niet nodig is voor versterking van de programmering in het kalenderjaar 1998. Laatstbedoeld bedrag wordt verrekend met het voor het kalenderjaar 1999 ter beschikking te stellen bedrag voor versterking van de programmering.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-12-2005]

Voor de indiening en afhandeling van bezwaar- en beroepschriften tegen besluiten van het Commissariaat voor de Media, genomen op grond van de artikelen 99 tot en met 106 en 109 tot en met 109d van de Mediawet, zoals deze artikelen luidden voor het tijdstip van inwerkingtreding van de wet van 13 november 1997 (Stb. 544), tot wijziging van bepalingen van de Mediawet in verband met een herziening van de organisatiestructuur van de landelijke publieke omroep, blijft het recht zoals het gold voor dat tijdstip van toepassing.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-12-2005]

Voor de toepassing van artikel III van de wet van 13 november 1997 (Stb. 544), tot wijziging van bepalingen van de Mediawet in verband met een herziening van de organisatiestructuur van de landelijke publieke omroep, zijn de in dat artikel bedoelde leden van het algemeen bestuur, onderscheidenlijk voorzitter van NOS, vanaf het tijdstip van inwerkingtreding van genoemde wet lid, respectievelijk voorzitter van de raad van toezicht van de Nederlandse Omroep Stichting voor het restant van de termijn waarvoor benoeming tot lid van het algemeen bestuur, respectievelijk voorzitter van de NOS, heeft plaatsgevonden.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-12-2005]

Dit besluit treedt in werking op het tijdstip waarop de wet van 13 november 1997 (Stb. 544), tot wijziging van bepalingen van de Mediawet in verband met een herziening van de organisatiestructuur van de landelijke publieke omroep in werking treedt.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 17 december 1997

Beatrix

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,

A. Nuis

Uitgegeven vijftiende januari 1998

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager

Naar boven