Regeling aanvraag en toezicht typegoedkeuring

[Regeling vervallen per 01-05-2009.]
Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 01-01-2008 t/m 30-04-2009

Regeling aanvraag en toezicht typegoedkeuring

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Gelet op de artikelen 22, tweede en derde lid, 23, derde lid, en 25, tweede lid, van de Wegenverkeerswet 1994;

Besluit:

Hoofdstuk 1. Begripsbepalingen

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    • 1º. bedrijfsautochassis: een bedrijfsauto waarvan de bouw, met uitzondering van de carrosserie, is voltooid;

    • 2º. rijdend aanhangwagenchassis: een voertuig waarvan de bouw, met uitzondering van de carrosserie, is voltooid;

    • 3º. steekproef: steekproefsgewijze keuring als bedoeld in artikel 23, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994;

    • 4º. RDW: Dienst Wegverkeer.

  • b. fabrikant: de persoon of organisatie die tegenover de RDW verantwoordelijk is voor alle aspecten van de goedkeuringsprocedure en instaat voor de overeenstemming van de productie met het type waarvoor de goedkeuring is verleend. Het is niet noodzakelijk dat deze persoon of organisatie rechtstreeks betrokken is bij alle fasen van de bouw van het voertuig, het systeem, het onderdeel of de technische eenheid waarop de typegoedkeuringsprocedure betrekking heeft;

  • c. bedrijfsbeschrijving: beschrijving van de organisatie van de aanvrager en het proces volgens hetwelk de aanvrager zijn werkzaamheden verricht;

  • d. informatiepakket: het informatiedossier inclusief alle beproevingsrapporten of andere stukken die de technische dienst of de goedkeuringsinstantie tijdens de uitvoering van hun taken aan het informatiedossier hebben toegevoegd.

Artikel 1a

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

Onder de vermelding in deze regeling van een EG-richtlijn wordt verstaan hetgeen daaronder wordt begrepen in artikel 1.1a van het Voertuigreglement, met inbegrip van de ingevolge artikel 1.7, eerste lid, van het Voertuigreglement bekendgemaakte wijzigingen. Artikel 1.7, tweede lid, van het Voertuigreglement is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. type personenauto:

alle tot de categorie personenauto behorende voertuigen die ten minste op de volgende punten met elkaar overeenkomen:

  • 1º. fabrikant,

  • 2º. merk,

  • 3º. type handelsaanduiding,

  • 4º. soort versnellingsbak,

  • 5º. soort brandstof,

  • 6º. ledige massa,

  • 7º. toegestane maximum massa,

  • 8º. toegestane maximum aslasten,

  • 9º. toegestane maximum massa van een te trekken aanhangwagen:

    • a. voorzien van een reminrichting;

    • b. niet voorzien van een reminrichting,

  • 10º. toegestane maximum massa van een samenstel van personenauto en aanhangwagen,

  • 11º. maximum verticale last op de koppeling,

  • 12º. carrosserie:

    • a. inrichting;

    • b. wielbasis;

    • c. lengte;

    • d. breedte;

    • e. spoorbreedte voor en achter,

  • 13º. motor:

    • a. merk;

    • b. motorcode;

    • c. plaats van de motorcode;

    • d. aantal en opstelling cylinders;

    • e. cylinderinhoud;

    • f. turbo: aanwezigheid hiervan en systeem;

    • g. maximum vermogen;

    • h. toerental bij maximum vermogen;

    • i. soort inspuitsysteem;

    • j. identificatie katalysator;

    • k. aanwezigheid lambda sonde.

b. type personenauto, behorend tot een kleine serie als bedoeld in de Kleine serie-regeling:

alle tot de categorie personenauto behorende voertuigen die ten minste op de volgende punten zoals bepaald in richtlijn 70/156/EEG, bijlage II, onderdeel B, met elkaar overeenkomen.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

Naar keuze van de fabrikant wordt ten behoeve van de aanvraag en het toezicht op de typegoedkeuring verstaan onder type complete bedrijfsauto:

  • a. alle tot de categorie bedrijfsauto behorende complete voertuigen die ten minste op de volgende punten met elkaar overeenkomen:

    • 1°. fabrikant;

    • 2°. merk;

    • 3°. type handelsaanduiding;

    • 4°. soort versnellingsbak;

    • 5°. soort brandstof;

    • 6°. ledige massa;

    • 7°. toegestane maximum massa;

    • 8°. toegestane maximum aslasten;

    • 9°. toegestane maximum massa van een te trekken aanhangwagen:

      • i. voorzien van een reminrichting;

      • ii. niet voorzien van een reminrichting;

    • 10°. toegestane maximum massa van een samenstel van complete bedrijfsauto en aanhangwagen;

    • 11°. maximum verticale last op de koppeling;

    • 12°. carrosserie:

    • 13°. motor:

      • i. merk;

      • ii. motorcode;

      • iii. plaats van de motorcode;

      • iv. aantal en opstelling cylinders;

      • v. cylinderinhoud;

      • vi. turbo: aanwezigheid hiervan en systeem;

      • vii. maximum vermogen;

      • viii. toerental bij maximum vermogen;

      • ix. soort inspuitsysteem;

      • x. identificatie van de katalysator;

      • xi. aanwezigheid van de lambda sonde; of,

  • b.

    • 1. alle tot het type bedrijfsauto behorende complete voertuigen die ten minste op de volgende punten met elkaar overeenstemmen:

      • i. de fabrikant;

      • ii. de typeaanduiding van de fabrikant;

      • iii. categorie;

      • iv. essentiële aspecten van de constructie en het ontwerp, waaronder ten minste:

        • 1°. chassis en bodemplaat;

        • 2°. aantal assen;

      • v. motor;

    • 2. alle varianten van een type bedrijfsauto als bedoeld onder 1, die ten minste op de volgende punten met elkaar overeenstemmen:

      • i. carrosserievorm;

      • ii. klasse, indien het een voertuig voor personenvervoer betreft;

      • iii. constructiestaat;

      • iv. motor:

        • 1°. werkingsbeginsel;

        • 2°. aantal en opstelling van de cilinders;

        • 3°. vermogensverschillen van meer dan 50%, waarbij het hoogste vermogen meer is dan 1,5-maal het laagste vermogen;

        • 4°. verschillen in cilinderinhoud van minder dan 50%, waarbij de grootste cilinderinhoud meer is dan 1,5-maal de kleinste cilinderinhoud;

        • 5°. plaats, indien het een voertuig voor personenvervoer betreft;

      • v. verschillen in de technisch toelaatbare maximummassa van meer dan 20%, waarbij de grootste meer is dan 1,2-maal de kleinste;

      • vi. aantal, plaats en onderlinge verbindingen van de aangedreven assen;

      • vii. aantal en plaats van de gestuurde assen;

    • 3. alle uitvoeringen van een variant bedrijfsauto als bedoeld onder 2, die ten minste overeenstemmen met de door de fabrikant opgegeven punten uit het informatiepakket, ten aanzien van:

      • i. testresultaten geluidsniveau;

      • ii. testresultaten uitlaatemissie, waarbij er niet meer dan één testresultaat per uitvoering mag zijn. Een combinatie van verschillende testresultaten per uitvoering waarbij het ongunstigste geval wordt aangegeven, is echter toegestaan;

    • 4. de volledige identificatie van een voertuig door middel van alleen maar de aanduidingen van het type, de variant en de uitvoering moet corresponderen met een enkele nauwkeurige definitie van alle technische kenmerken die nodig zijn voor het in verkeer brengen van het voertuig.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

Naar keuze van de fabrikant wordt ten behoeve van de aanvraag en het toezicht op de typegoedkeuring verstaan onder type bedrijfsautochassis:

  • a. alle tot de categorie bedrijfsautochassis behorende voertuigen die ten minste op de volgende punten met elkaar overeenkomen:

    • 1°. fabrikant;

    • 2°. merk;

    • 3°. voertuigcategorie zoals omschreven in richtlijn nr. 70/156/EEG, bijlage II, onderdeel A, onder 1 en 2;

    • 4°. aantal assen;

    • 5°. aantal en plaats van de aangedreven assen;

    • 6°. aantal en plaats van de bestuurde assen;

    • 7°. motor, waaronder een verbrandingsmotor of een elektrische of hybride motor;

    • 8°. cabinevorm, waaronder eentorpedo, semi-front, front of geen front, zoals een bus;

    • 9°. gebruiksdoel, zoals een niet-gelede bus, gelede bus, trekker, bedrijfsauto of rijdend werktuig;

    • 10°. toegestane maximum massa;

    • 11°. toegestane maximum aslasten; of

  • b.

    • 1. alle tot het type bedrijfsautochassis behorende voertuigen die ten minste op de volgende punten met elkaar overeenstemmen:

      • i. de fabrikant;

      • ii. de typeaanduiding van de fabrikant;

      • iii. categorie;

      • iv. essentiële aspecten van de constructie en het ontwerp, waaronder ten minste:

        • 1°. chassis en bodemplaat;

        • 2°. aantal assen;

      • v. motor.

    • 2. alle varianten van een type bedrijfsautochassis als bedoeld onder 1, die ten minste op de volgende punten met elkaar overeenstemmen:

      • i. carrosserievorm;

      • ii. klasse, indien het een voertuig voor personenvervoer betreft;

      • iii. constructiestaat;

      • iv. motor:

        • 1°. werkingsbeginsel;

        • 2°. aantal en opstelling van de cilinders;

        • 3°. vermogensverschillen van meer dan 50%, waarbij het hoogste vermogen meer is dan 1,5-maal het laagste vermogen;

        • 4°. verschillen in cilinderinhoud van minder dan 50%, waarbij de grootste cilinderinhoud meer is dan 1,5-maal de kleinste cilinderinhoud;

        • 5°. plaats, indien het een voertuig voor personenvervoer betreft;

      • v. verschillen in de technisch toelaatbare maximummassa van meer dan 20%, waarbij de grootste meer is dan 1,2-maal de kleinste;

      • vi. aantal, plaats en onderlinge verbindingen van de aangedreven assen;

      • vii. aantal en plaats van de gestuurde assen;

    • 3. alle uitvoeringen van een variant bedrijfsautochassis als bedoeld onder 2, die ten minste overeenstemmen met de door de fabrikant opgegeven punten uit het informatiepakket, ten aanzien van:

      • i. testresultaten geluidsniveau;

      • ii. testresultaten uitlaatemissie, waarbij er niet meer dan één testresultaat per uitvoering mag zijn. Een combinatie van verschillende testresultaten per uitvoering waarbij het ongunstigste geval wordt aangegeven, is echter toegestaan;

    • 4. de volledige identificatie van een voertuig door middel van alleen maar de aanduidingen van het type, de variant en de uitvoering moet corresponderen met een enkele nauwkeurige definitie van alle technische kenmerken die nodig zijn voor het in verkeer brengen van het voertuig.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

In deze regeling wordt verstaan onder:

type motorfiets: alle tot de categorie motorfiets behorende voertuigen die ten minste op de volgende punten met elkaar overeenkomen:

  • 1º. fabrikant,

  • 2º. merk,

  • 3º. type handelsaanduiding,

  • 4º. soort brandstof,

  • 5º. ledige massa,

  • 6º. wielbasis,

  • 7º. geluidsniveau (gemeten bij stilstand en rijdende),

  • 8º. motorcode,

  • 9º. plaats van de motorcode,

  • 10º. aantal cylinders,

  • 11º. cylinderinhoud,

  • 12º. maximum vermogen,

  • 13º. toerental bij maximum vermogen.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

In deze regeling wordt verstaan onder:

type driewielig motorrijtuig: alle tot de categorie driewielig motorrijtuig behorende voertuigen die ten minste op de volgende punten met elkaar overeenkomen:

  • a. fabrikant,

  • b. merk,

  • c. type handelsaanduiding,

  • d. soort brandstof,

  • e. ledige massa,

  • f. toegestane maximum massa,

  • g. toegestane maximum aslasten,

  • h. toegestane maximum massa van een te trekken aanhangwagen:

    • 1º. aanhangwagen voorzien van een reminrichting;

    • 2º. aanhangwagen niet voorzien van een reminrichting,

  • i. toegestane maximum massa van een samenstel van driewielig motorrijtuig en aanhangwagen,

  • j. motorcode,

  • k. geluidsniveau (gemeten bij stilstand en rijdende),

  • l. plaats van de motorcode,

  • m. aantal cylinders,

  • n. cylinderinhoud,

  • o. maximum vermogen,

  • p. toerental bij maximum vermogen,

  • q. carrosserie:

    • 1. inrichting;

    • 2. wielbasis;

    • 3. lengte;

    • 4. breedte;

    • 5. spoorbreedte voor en achter.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

In deze regeling wordt verstaan onder:

type bromfiets: alle tot de categorie bromfiets behorende voertuigen zoals bepaald inrichtlijn 92/61/EEG, artikel 2, of richtlijn 2002/24/EG, artikel 2.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

Naar keuze van de fabrikant wordt ten behoeve van de aanvraag en het toezicht op de typegoedkeuring verstaan onder type aanhangwagen:

  • a. alle tot de categorie aanhangwagen behorende voertuigen die ten minste op de volgende punten met elkaar overeenkomen:

    • 1°. fabrikant;

    • 2°. merk;

    • 3°. typeaanduiding van de fabrikant;

    • 4°. reikwijdte van de toegestane maximum massa’s:

      • i. meer dan 750 kg maar niet meer dan 3.500 kg;

      • ii. meer dan 3.500 kg maar niet meer dan 10.000 kg;

      • iii. meer dan 10.000 kg,

    • 5°. essentiële aspecten van het ontwerp en de constructie:

      • i. chassis of zelfdragende constructie;

      • ii. aantal assen;

      • iii. soort voertuig waaronder een oplegger, middenasaanhangwagen of andere aanhangwagen;

      • iv. soort remsysteem zoals een oploop- of pneumatische rem.

  • a.1. een type aanhangwagen kan verschillende varianten omvatten. In deze regeling wordt verstaan onder variant: aanhangwagens van hetzelfde type die ten minste op de volgende punten met elkaar overeenkomen:

    • 1. indien het complete aanhangwagens betreft:

      • i. plaats van het identificatienummer;

      • ii. inrichting zoals open, gesloten of een tankwagen of kampeeraanhangwagen;

      • iii. toegestane maximum massa;

      • iv. toegestane maximum aslasten;

      • v. toegestane maximum last onder de koppeling in het geval van opleggers en middenasaanhangwagens;

      • vi. ledige massa;

      • vii. wielbasis;

      • viii. lengte;

      • ix. breedte;

      • x. afstand van het hart van de koppeling tot de achterzijde van het voertuig;

      • xi. aantal en plaats van de gestuurde assen;

      • xii. aantal en plaats van de zelfsturende assen;

      • xiii.  aantal en plaats van hefbare assen.

    • 2. indien het rijdende aanhangwagenchassis betreft:

      • i. plaats identificatienummer;

      • ii. toegestane maximum massa;

      • iii. toegestane maximum aslasten;

      • iv. maximum last onder de koppeling in het geval van opleggers en middenasaanhangwagens;

      • v. aantal en plaats van de gestuurde assen;

      • vi. aantal en plaats van de zelfsturende assen, waarbij uitsluitend ten aanzien van de onder b°, c° en d° bedoelde maximum massa en maximum lasten, zijn verschillen van ten hoogste 25% toegestaan, waarbij de laagste waarde 0,75 maal de hoogste waarde mag zijn, of

  • b.

    • 1. alle tot het type aanhangwagen behorende voertuigen die ten minste op de volgende punten met elkaar overeenstemmen:

      • i. de fabrikant;

      • ii. ii. de typeaanduiding van de fabrikant;

      • iii. categorie;

      • iv. essentiële aspecten van de constructie en het ontwerp, waaronder ten minste:

        • 1°. chassis en zelfdragende carrosserie;

        • 2°. aantal assen

        • 3°. autonome aanhangwagen, middenasaanhangwagen, dan wel oplegger;

        • 4°. type remsysteem.

    • 2. alle varianten van een type aanhangwagen als bedoeld onder 1, die ten minste op de volgende punten met elkaar overeenstemmen:

      • i. constructiestaat;

      • ii. carrosserievorm;

      • iii. verschillen in technisch toelaatbare maximummassa van meer dan 20%, waarbij de grootste maximummassa meer is dan 1,2-maal de kleinste;

      • iv. aantal en plaats van de gestuurde assen.

    • 3. alle uitvoeringen van een variant aanhangwagen als bedoeld onder 2, die ten minste overeenstemmen met de door de fabrikant opgegeven punten uit het informatiepakket;

    • 4. de volledige identificatie van een voertuig door middel van alleen maar de aanduidingen van het type, de variant en de uitvoering moet corresponderen met een enkele nauwkeurige definitie van alle technische kenmerken die nodig zijn voor het in verkeer brengen van het voertuig.

Artikel 8a

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

In deze regeling wordt verstaan onder: type landbouw- of bosbouwtrekker T1, T2, T3, T4.2 of T5:

  • 1 alle tot de categorie landbouw- of bosbouwtrekker T1, T2, T3, T4.2 of T5 behorende voertuigen die ten minste op de volgende punten met elkaar overeenstemmen:

    • a. fabrikant,

    • b. typeaanduiding door de fabrikant,

    • c. essentiële aspecten van de constructie en het ontwerp:

      • 1°. chassis (met centrale buis, met langsbalken of een geleed chassis);

      • 2°. motor (verbrandings-, elektrische of hybride motor);

      • 3°. aantal assen;

  • 2 alle varianten van een type landbouw- of bosbouwtrekker T1, T2, T3, T4.2 of T5 als bedoeld onder 1, die ten minste op de volgende punten met elkaar overeenstemmen:

    • a. motor:

      • 1°. werkingsprincipe;

      • 2°. aantal en opstelling van de cilinders;

      • 3°. vermogensverschil van niet meer dan 30%, waarbij het hoogste vermogen niet meer is dan 1,3-maal het laagste vermogen;

      • 4°. verschil in cilinderinhoud van niet meer dan 20%, waarbij de grootste cilinderinhoud niet meer is dan 1,2-maal de kleinste cilinderinhoud;

    • b. aantal, plaats en onderlinge verbinding van de aangedreven assen,

    • c. aantal en plaats van de gestuurde assen,

    • d. verschillen in maximummassa in beladen toestand van niet meer dan 10%,

    • e. soort transmissie,

    • f. kantelbeveiliging,

    • g. aantal geremde assen.

§ 1. Aanvraag

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

Artikel 9

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

  • 1 De aanvraag van een typegoedkeuring van een voertuig wordt door de fabrikant ingediend bij de RDW.

  • 2 Bij de eerste aanvraag dient de fabrikant tevens een bedrijfsbeschrijving in.

§ 2. Verplichtingen fabrikant

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

Artikel 10

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

De fabrikant draagt er zorg voor dat:

  • a. de relevante regelgeving alsmede voorschriften, specificaties en documentatie betreffende de toe te passen materialen en onderdelen binnen het bedrijf beschikbaar en toegankelijk zijn voor het personeel,

  • b. voldoende maatregelen en procedures voorzien in een effectieve controle, opdat de geproduceerde voertuigen overeenstemmen met het goedgekeurde type,

  • c. de administratie doelmatig en deugdelijk is, waardoor voldoende inzicht wordt geboden in de verschillende fasen die het voertuig tijdens en na fabricage doorloopt,

  • d. de administratie omtrent geproduceerde voertuigen ten minste 10 jaar beschikbaar blijft,

  • e. binnen de organisatie een persoon wordt aangewezen die als eerste verantwoordelijk is met betrekking tot het bepaalde in de onderdelen a tot en met d.

Artikel 11

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

De fabrikant stelt de door de Dienst Wegverkeer daartoe aangewezen functionarissen in de gelegenheid te onderzoeken of het type voertuig, waarvoor goedkeuring wordt aangevraagd, voldoet aan de in hoofdstuk 3 van het Voertuigreglement gestelde eisen en stelt hiertoe één of meerdere exemplaren van het desbetreffende type ter beschikking.

Artikel 12

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

  • 1 Wanneer degene aan wie de typegoedkeuring is verleend voornemens is een technische wijziging aan te brengen in de voertuigen waarvoor de typegoedkeuring is verleend, dan wel een wijziging aan te brengen in het bedrijf waardoor wordt afgeweken van de gegevens zoals vermeld in bijlage 9, behorende bij deze regeling, moet deze hiervan melding doen aan de Dienst Wegverkeer.

  • 2 Aan de in of bij de typegoedkeuring gestelde voorschriften moet worden voldaan en de voorwaarden moeten in acht worden genomen.

§ 3. Toezicht

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

Artikel 13

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

  • 1 Het toezicht wordt uitgeoefend door een door de Directie van de RDW aangewezen functionaris en vindt plaats in een vestiging welke in overleg met de fabrikant wordt vastgesteld.

  • 2 In de vestiging, bedoeld in het eerste lid, moet een overdekte en goed verlichte ruimte aanwezig zijn welke is voorzien van een verwarmingsinstallatie.

  • 3 De in het tweede lid bedoelde ruimte moet zodanige afmetingen hebben en zodanig zijn ingericht dat de voertuigen waarop toezicht wordt uitgeoefend in deze ruimte zodanig kunnen worden opgesteld dat zij van alle zijden goed toegankelijk zijn.

  • 4 Indien de verleende typegoedkeuring betrekking heeft op aanhangwagens, driewielige motorrijtuigen of motorrijtuigen op meer dan drie wielen, moet de in het eerste lid bedoelde vestiging zijn voorzien van een doelmatige inspectieput of hefinrichting die geschikt is voor deze categorieën en van doelmatige verlichting.

  • 5 Aan het uitoefenen van het toezicht moet door de fabrikant alle medewerking worden verleend. De terzake door de Dienst Wegverkeer gegeven aanwijzingen moeten in acht worden genomen.

Artikel 14

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

  • 1 In het kader van een steekproef wordt onder medewerking, als bedoeld in artikel 13, vijfde lid, in ieder geval verstaan:

    • a. het in overleg met de Dienst Wegverkeer treffen van een regeling omtrent de beschikbaarheid van voertuigen voor de steekproef;

    • b. het op verzoek van de functionaris van de RDW onverwijld beschikbaar stellen van de desbetreffende typegoedkeuring;

    • c. het verlenen van assistentie bij het uitvoeren van de keuring.

  • 2 Indien bij de steekproef wordt vastgesteld dat het voertuig niet overeenstemt met het type waarvoor de goedkeuring is verleend, wordt door de functionaris van de RDW terzake een rapport opgemaakt waarvan de fabrikant een afschrift ontvangt.

Artikel 15

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

Nadat een typegoedkeuring is verleend, wordt ten minste één maal per twee jaar onderzocht of nog wordt voldaan aan de in artikel 10 genoemde verplichtingen.

Artikel 16

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

  • 1 Indien wordt geconstateerd dat een voertuig dat doorgaat voor goedgekeurd voor toelating tot het verkeer op de weg niet overeenstemt met het type waarvoor de goedkeuring is verleend dan wel indien de in artikel 14, eerste lid, bedoelde voorschriften niet worden nageleefd, kan de verleende typegoedkeuring worden ingetrokken.

  • 2 Indien er niet wordt voldaan aan de in artikel 10 genoemde verplichtingen, wordt de fabrikant in staat gesteld de geconstateerde tekortkomingen binnen een door de Dienst Wegverkeer te bepalen termijn te herstellen en wordt het in artikel 15 bedoelde toezicht geïntensiveerd. Indien na die termijn wederom tekortkomingen worden geconstateerd, kan de verleende typegoedkeuring worden ingetrokken.

Hoofdstuk 3. Aanvraag en behandeling EEG-typegoedkeuring

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

Artikel 17

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

Hoofdstuk 4. Slotbepalingen

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

Artikel 18

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

De regeling van de Minister van Verkeer en Waterstaat van 10 juli 1995, nr. HW/RV 200432, houdende vaststelling van regels met betrekking tot de aanvraag van een typegoedkeuring en met betrekking tot het toezicht op een verleende typegoedkeuring (Stcrt. 143), wordt ingetrokken.

Artikel 19

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 20

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling aanvraag en toezicht typegoedkeuring.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst met uitzondering van de bijlagen, die ter inzage worden gelegd bij de bibliotheek van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Plesmanweg 1, Den Haag alsmede bij de Dienst Wegverkeer, Europaweg 205, Zoetermeer.

De

Minister

van Verkeer en Waterstaat,

A. Jorritsma-Lebbink

Naar boven