Nederlandse uitvoeringsvoorschriften belastingovereenkomst Nederland-Israël

[Regeling vervallen per 01-10-2004.]
Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 14-12-1997 t/m 30-09-2004

Nederlandse voorschriften tot uitvoering van de op 2 juli 1973 tussen Nederland en Israël gesloten Overeenkomst tot het vermijden van dubbele belasting, zoals deze is gewijzigd bij het Protocol van 16 januari 1996

De Staatssecretaris van Financiën,

Besluit:

Vast te stellen de navolgende regeling met bijlage.

De Staatssecretaris van Financiën,

In overeenstemming met de Minister van Financiën van Israël;

Gelet op artikel 11, derde lid, van de op 2 juli 1973 te Jeruzalem tussen Nederland en Israël gesloten Overeenkomst tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en naar het vermogen (Trb. 1974, nr. 39), zoals deze is gewijzigd bij het op 16 januari 1996 te Jeruzalem gesloten Protocol tot wijziging van de genoemde Overeenkomst (Trb. 1996, nr. 30);

Besluit:

Artikel 1. Algemeen

[Regeling vervallen per 01-10-2004]

  • 1 Deze regeling verstaat onder:

    Overeenkomst: de op 2 juli 1973 te Jeruzalem tussen Nederland en Israël gesloten overeenkomst tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, zoals deze is gewijzigd bij het op 16 januari 1996 te Jeruzalem gesloten Protocol tot wijziging van de genoemde Overeenkomst.

  • 2 Deze regeling neemt verder de begrippen van de Overeenkomst over.

Artikel 2. Nederlandse dividendbelasting met betrekking tot portfoliodividenden (teruggaafprocedure)

[Regeling vervallen per 01-10-2004]

  • 1 Een inwoner van Israël die ingevolge artikel 11, tweede lid, onderdeel b, van de Overeenkomst aanspraak heeft op vermindering van dividendbelasting, heeft, onder voorbehoud van het bepaalde in artikel 6 van de Overeenkomst, recht op teruggaaf van hetgeen aan dividendbelasting meer is ingehouden dan 15 percent.

  • 2 Tot het verkrijgen van de teruggaaf levert de belanghebbende bij het belastingbestuur over zijn woonplaats een ingevulde en ondertekende verklaring in tweevoud in op een formulier volgens het in de bijlage opgenomen model (formulier ’IB 92 ISR’).(*1)

  • 3 Indien de opbrengst is uitbetaald door een in Nederland wonende of gevestigde persoon die de in artikel 9 van de Wet op de dividendbelasting 1965 bedoelde dividendnota, waaruit van de betaling van de terug te geven belasting door de belanghebbende blijkt, heeft uitgereikt, levert de belanghebbende het van een ondertekende bevestiging omtrent de woonplaats voorziene exemplaar van de verklaring in de bij de hierboven bedoelde persoon, onder bijvoeging van de dividendnota. Is dit laatste niet mogelijk, dan voegt de persoon die de dividendnota heeft uitgereikt bij de verklaring een door hem gewaarmerkt afschrift van de dividendnota. Degene die de dividendnota heeft uitgereikt zendt, met een begeleidende brief, waaruit blijkt dat hij voor de belanghebbende optreedt, de bij hem ingeleverde verklaring te zamen met de dividendnota of het afschrift daarvan, aan de inspecteur van de Belastingdienst/Particulieren/Ondernemingen buitenland, die op het verzoek beslist bij voor bezwaar vatbare beschikking. Het terug te geven bedrag wordt door de Ontvanger van de Belastingdienst/

    Particulieren/Ondernemingen buitenland ten behoeve van de belanghebbende overgemaakt aan degene die de dividendnota heeft uitgereikt.

  • 4 Indien de opbrengst niet is uitbetaald door een in Nederland wonende of gevestigde persoon en de belanghebbende dientengevolge niet in het bezit is van een in het derde lid bedoelde dividendnota, zendt hij het van een ondertekende bevestiging omtrent de woonplaats voorziene exemplaar van de verklaring rechtstreeks toe aan de inspecteur van de Belastingdienst/Particulieren/

    Ondernemingen buitenland, onder bijvoeging van een dividendnota of ander bewijsstuk, waaruit blijken:

    a) de desbetreffende opbrengst, en

    b) het feit dat de terug te geven belasting door de belanghebbende is betaald.

    De inspecteur van de Belastingdienst/

    Particulieren/Ondernemingen buitenland beslist op het verzoek bij voor bezwaar vatbare beschikking. Het terug te geven bedrag wordt door de Ontvanger van de Belastingdienst/

    Particulieren/Ondernemingen buitenland aan de belanghebbende overgemaakt.

  • 5 Indien de verzoeker niet kan bevestigen dat hij uit hoofde van zijn eigendomsrechten met betrekking tot de in punt 3 van het formulier ’IB 92 ISR’ vermelde effecten, op de in dat punt vermelde datum(s) van betaalbaarstelling gerechtigd was tot de in dat punt vermelde inkomsten, dient hij hiervan uitdrukkelijk melding te maken in punt 9 van het formulier en daarbij zijn specifieke omstandigheden nader toe te lichten.

  • 6 Indien de verzoeker niet kan bevestigen dat hij de in punt 3 van het formulier ’IB 92 ISR’ vermelde effecten niet heeft verkregen ingevolge enige overeenkomst, optie of regeling, waarbij hij is overeengekomen of kan worden verplicht de effecten weer te verkopen of over te dragen of soortgelijke effecten te verkopen of over te dragen, dient hij hiervan uitdrukkelijk melding te maken in punt 9 van het formulier en daarbij zijn specifieke omstandigheden nader toe te lichten.

Artikel 2. Nederlandse dividendbelasting met betrekking tot deelnemingdividenden (vrijstellingsprocedure)

[Regeling vervallen per 01-10-2004]

  • 1 Een lichaam, dat aan een lichaam dat inwoner van Israël is en dat onmiddellijk ten minste 25 percent bezit van het kapitaal van het eerstbedoelde lichaam, dividenden betaalt waarop ingevolge artikel 11, tweede lid, onderdeel a (ii), van de Overeenkomst ten hoogste 5 percent dividendbelasting mag worden ingehouden, kan bij de inspecteur van de eenheid van de Belastingdienst binnen wiens ambtsgebied het is gevestigd, het verzoek indienen ontslagen te worden van de verplichting tot inhouding van die belasting voor zover deze meer dan 5 percent bedraagt.

  • 2 In het verzoek wordt opgaaf verstrekt van:

    • a) de naam, de plaats van vestiging en het adres van het in het eerste lid bedoelde Israëlische lichaam;

    • b) het totale nominale bedrag van het geplaatste en gestorte kapitaal van het Nederlandse lichaam;

    • c) het gedeelte van dat kapitaal dat het in het eerste lid bedoelde Israëlische lichaam onmiddellijk bezit.

    In het verzoek wordt voorts verklaard dat het kapitaal van het Israëlische lichaam waarop het verzoek betrekking heeft, geheel of gedeeltelijk in aandelen is verdeeld.

  • 3 Indien de inspecteur gunstig op het verzoek beslist, blijft zijn beslissing van kracht met betrekking tot elk daarin genoemd lichaam zolang

    ‐ het lichaam inwoner van Israël is, en

    ‐ het lichaam onmiddellijk ten minste 25 percent van het geplaatste en gestorte kapitaal van het Nederlandse lichaam blijft bezitten, en

    ‐ de in de laatste volzin van het tweede lid bedoelde verklaring op het Israëlische lichaam van toepassing blijft.

    De bestuurder van het Nederlandse lichaam aan wie blijkt of die redelijkerwijs moet vermoeden dat zulks in enig opzicht niet meer het geval is, is gehouden daarvan aan de inspecteur schriftelijk mededeling te doen vóór de eerstvolgende vaststelling van dividend.

Artikel 4. Nederlandse dividendbelasting met betrekking tot deelnemingsdividenden (teruggaafprocedure)

[Regeling vervallen per 01-10-2004]

  • 1 Indien meer dan 5 percent dividendbelasting is ingehouden van dividenden, betaald door een lichaam aan een lichaam dat inwoner van Israël is, terwijl ingevolge artikel 11, tweede lid, onderdeel a (ii), van de Overeenkomst de daarop in te houden dividendbelasting 5 percent bedraagt, kan dat Israëlische lichaam een verzoek om teruggaaf van hetgeen meer is ingehouden richten tot de inspecteur binnen wiens ambtsgebied het Nederlandse lichaam is gevestigd.

  • 2 Het in het eerste lid bedoelde verzoek wordt ingeleverd bij het lichaam dat de dividenden heeft betaald. Dit zendt het verzoek aan de in het eerste lid bedoelde inspecteur, nadat het daaraan de in artikel 3, tweede lid, bedoelde gegevens en de in dat lid bedoelde verklaring heeft toegevoegd. De inspecteur beslist op het verzoek bij voor bezwaar vatbare beschikking.

  • 3 Het terug te geven bedrag wordt door de ontvanger ten behoeve van het Israëlische lichaam aan het Nederlandse lichaam overgemaakt.

Artikel 5. Formele bepaling

[Regeling vervallen per 01-10-2004]

De in deze regeling bedoelde verklaringen, verzoeken, gegevens en mededelingen moeten duidelijk, stellig en zonder voorbehoud worden gedaan of verstrekt.

Artikel 6. Verjaringstermijn

[Regeling vervallen per 01-10-2004]

Verzoeken om teruggaaf van belasting, als bedoeld in de artikelen 2 en 4, moeten bij het bevoegde inspecteur zijn ingediend binnen een tijdvak van vijf jaren na het einde van het kalenderjaar waarin de belasting is geheven.

Artikel 7. Formulieren

[Regeling vervallen per 01-10-2004]

De in de artikel 2, tweede lid, bedoelde formulieren worden van rijkswege verstrekt. De formulieren zijn op aanvraag kosteloos verkrijgbaar, in Nederland bij de Belastingdienst/Centrum voor facilitiaire dienstverlening, Afdeling Logistiek reprografisch centrum, Postbus 1314, 7301 BN Apeldoorn, en in Israël bij het Department of the Economy and States Revenues, International Tax Department, P.O. Box 1170, Jerusalem 91010.

Artikel 8. Intrekking

[Regeling vervallen per 01-10-2004]

De regeling van de Staatssecretaris van Financiën van 9 november 1990, nr. IFZ90/1790 (Stcrt. van 9 november 1990, nr. 219), zoals deze is gewijzigd bij artikel XII van de regeling van 23 juli 1993, nr. IFZ93/676 (Stcrt. van 23 juli 1993, nr. 138), bij artikel XIII van de regeling van 20 mei 1996, nr. IFZ96/365M (Stcrt. van 30 mei 1996, nr. 101), en bij artikel XIII van de regeling van 23 december 1996, nr. IFZ96/1630M (Stcrt. van 30 december 1996, nr. 250), wordt ingetrokken. De bepalingen van die regeling blijven evenwel van toepassing met betrekking tot dividenden, die zijn betaald of betaalbaar zijn gesteld vóór 1 januari 1996.

Artikel 9. Inwerkingtreding

[Regeling vervallen per 01-10-2004]

  • 1 Deze regeling kan worden aangehaald als: Nederlandse uitvoeringsvoorschriften belastingovereenkomst Nederland-Israël.

  • 2 Zij treedt in werking met ingang van de tweede dag na die van de dagtekening van de Staatscourant waarin zij is geplaatst.

  • 3 Zij vindt toepassing met betrekking tot dividenden die betaald zijn of betaalbaar zijn gesteld op of na 1 januari 1996.

De

Staatssecretaris

van Financiën,

W.A. Vermeend

Naar boven