Regeling impuls leefbaarheid, veiligheid en stadseconomie G6

Geraadpleegd op 18-04-2024.
Geldend van 01-01-2002 t/m heden

Regeling impuls leefbaarheid, veiligheid en stadseconomie G6

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken, J. Kohnstamm,

Besluit:

Artikel 1

  • 1 Aan de hierna genoemde gemeenten wordt ten behoeve van de realisering van de in de achter hun namen genoemde plannen beschreven activiteiten en prestaties ten gunste van de leefbaarheid, veiligheid en stadseconomie, door het Rijk een eenmalige impuls gegeven ter hoogte van het als rijksbijdrage aangegeven bedrag.

  • 2 Het gemeentebestuur besteedt het als rijksbijdrage aangegeven bedrag aan de uitvoering van het plan.

  • 3 Het gemeentebestuur ontvangt drieëntwintig annuïteiten ter hoogte van het naast de rijksbijdrage vermelde bedrag. Het Rijk kan resterende annuïteiten afkopen.

  • 4 De annuïteiten worden voor 1 april van elk jaar uitgekeerd, met uitzondering van de eerste annuïteit die voor 1 december 1997 wordt uitgekeerd.

    Gemeente

    rijksbijdrage

    annuïteit

    Dordrecht

    f 5.918.762,-

    € 233.549,33

    Haarlem

    f 8.288.891,-

    € 327.067,08

    Heerlen

    f 5.010.308,-

    € 197.702,21

    Leiden

    f 6.265.889,-

    € 247.207,21

    Schiedam

    f 4.179.100,-

    € 164.904,18

    Venlo

    f 4.837.946,-

    € 190.901,25

    Totaal

    f 34.499.986,-

    € 1.361.331,56

    Het betreft de volgende plannen:

    Dordrecht:

    werk en economie, jeugd en veiligheid, leefbaarheid en jaarplannen.

    Haarlem:

    lokale economie, veiligheid, leefbaarheid en wijkplannen.

    Heerlen:

    werk en economie, leefbaarheid, veiligheid.

    Leiden:

    economie en werk, jeugd en veiligheid en actieplan van wijkbeheer naar wijkontwikkeling.

    Schiedam:

    ’Grote steden beleid, net op tijd’, wijkveiligheidsplannen Schiedam-oost, Schiedam Nieuwland.

    Venlo:

    werk en economie, leefbaarheid, veiligheid, zorg en opvang en pilotproject.

Artikel 2

  • 1 Het gemeentebestuur brengt voor 1 oktober 2000 aan de Minister van Binnenlandse Zaken verslag uit over de besteding van de rijksbijdrage, bedoeld in artikel 1, tweede lid.

Artikel 3

  • 1 De Minister van Binnenlandse Zaken kan besluiten tot verlaging van de rijksbijdrage, indien uit het in artikel 2 bedoelde verslag blijkt:

    • a. dat het gemeentebestuur de rijksbijdrage niet overeenkomstig deze regeling heeft besteed.

    • b. dat minder dan 90% van het bedrag van de rijksbijdrage, bedoeld in artikel 1, tweede lid, is besteed aan de uitvoering van het plan.

  • 2 De verlaging bedraagt ten hoogste een evenredige vermindering van de nog ter beschikking te tellen annuïteiten met inachtneming van de reeds uitgekeerde annuïteiten.

Artikel 4

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling impuls leefbaarheid, veiligheid en stadseconomie G6.

Artikel 5

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

’s-Gravenhage, 17 november 1997

De

Staatssecretaris

van Binnenlandse Zaken,

J. Kohnstamm

Naar boven