Wet van 6 november 1997 tot wijziging van de Wet op het basisonderwijs, de Interimwet
op het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs, de Wet op het voortgezet
onderwijs en de Wet medezeggenschap onderwijs 1992 inzake ouderbijdragen, sponsorgelden
en stichtings- en opheffingsnormen
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om in het primair en het
voortgezet onderwijs het vrijwillige karakter van de ouderbijdragen te waarborgen,
om in het primair en het voortgezet onderwijs en de educatie en het beroepsonderwijs
een instemmingsbevoegdheid van het ouder-/leerlingendeel van de medezeggenschapsraad
te laten gelden voor de vaststelling van de hoogte van ouderbijdragen en een instemmingsbevoegdheid
te laten gelden voor de aanvaarding van sponsorgelden van zowel het personeelsdeel
als het ouder-/leerlingendeel van die raad en om in het basisonderwijs de regeling
voor aanpassing van stichtings- en opheffingsnormen bij gemeentelijke herindelingen
te wijzigen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: