Overhevelingsregeling saldi ’Andere Voorzieningen’

[Regeling vervallen per 31-12-2004.]
Geraadpleegd op 24-04-2024.
Geldend van 04-10-1997 t/m 30-12-2004

Overhevelingsregeling saldi ’Andere Voorzieningen’

De staatssecretaris van onderwijs, cultuur en wetenschappen,

Gelet op artikel XX van de Wet van 4 juli 1996, houdende wijziging van de Wet op het basisonderwijs, de Interimwet op het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs, alsmede de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met de decentralisatie van de huisvestingsvoorzieningen (Staatsblad 1996, nummer 402);

Besluit:

Artikel 1. Definitie-omschrijvingen

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

Inkomsten en uitgaven

De in deze regeling bedoelde inkomsten en uitgaven hebben betrekking op de bedragen die de gemeenteraad op grond van artikel 74 van de Wet op het basisonderwijs dan wel artikel 82 van de Interimwet op het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs zoals deze artikelen luidden op 31 december 1996, ontvangen respectievelijk uitgegeven heeft, voor wat betreft de voorzieningen die behoren bij de programma's van eisen voor:

  • a. vervanging en aanpassing meubilair;

  • b. technisch onderhoud voor schoolgebouwen;

  • c. technische en functieverbeterende aanpassingen voor schoolgebouwen, voorzover deze voorzieningen met ingang van de inwerkingtreding van de decentralisatie van de huisvestingsvoorzieningen zijn opgenomen in de vergoeding voor de materiNle instandhouding.

Salderingsperiode

Onder de in deze regeling bedoelde salderingsperiode wordt verstaan:

  • de periode van 1 augustus 1985 tot 1 januari 1997 voor wat betreft een school voor basisonderwijs;

  • de periode van 1 januari 1988 tot 1 januari 1997 voor wat betreft een school voor speciaal onderwijs, voor voortgezet speciaal onderwijs of voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs.

Bijzondere school

De in deze regeling bedoelde bijzondere school betreft een niet door de gemeente in stand gehouden school of nevenvestiging voor basisonderwijs of voor speciaal onderwijs, voor voortgezet speciaal onderwijs of voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs, voorzover deze is gehuisvest op het grondgebied van de gemeente. School voor (voortgezet) speciaal onderwijs:

Onder een school voor speciaal onderwijs, voor voortgezet speciaal onderwijs of voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs wordt mede verstaan een instelling voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs.

Schoolgebouw

Onder een schoolgebouw wordt in deze regeling verstaan een voorziening in de huisvesting die is bestemd voor het geven van onderwijs, voorzover deze voorziening in eigendom is bij het bevoegd gezag van een bijzondere school.

Rekenprogramma

Het in deze regeling bedoelde rekenprogramma VUPO betreft het door het Rijk beschikbaar gesteld rekenprogramma Vergoedingen en Uitgaven Primair Onderwijs met bijbehorende handleiding dat bedoeld is om de inkomsten en uitgaven van scholen vast te stellen. Van het programma VUPO maken deel uit:

  • het rekenprogramma VUBO voor scholen voor basisonderwijs;

  • het rekenprogramma VUSO voor scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs.

Artikel 2. Vaststelling inkomsten en uitgaven

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

  • 1 De gemeenteraad stelt naar de peildatum van 31 december 1996 per bijzondere school de inkomsten en uitgaven over de salderingsperiode, zoals genoemd in artikel 1, vast.

  • 2 Bij de vaststelling van de inkomsten en uitgaven blijft de genormeerde renteaftrek buiten beschouwing in het programma van eisen vervanging en aanpassing meubilair.

  • 3 Op de inkomsten en uitgaven dient geen rente- en inflatiecorrectie te worden toegepast.

  • 4 De inkomsten en uitgaven voor voorzieningen die bij schoolgebouwen behoren, dienen over de gehele salderingsperiode te worden toegerekend aan het bevoegd gezag dat per 31 december 1996 de eigenaar is van het desbetreffende schoolgebouw.

  • 5 Bij de vaststelling, genoemd in het eerste lid, blijven de inkomsten en uitgaven buiten beschouwing voor voorzieningen die bij schoolgebouwen behoren die per 31 december 1996 niet meer in eigendom zijn bij het bevoegd gezag van een bijzondere school.

Artikel 3. Berekeningswijze uitgaven

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

  • 1 Bij de vaststelling van de uitgaven als bedoeld in artikel 2 dient door de gemeenteraad te worden gekozen voor een normatieve berekeningswijze dan wel een berekeningswijze die gebaseerd is op werkelijke uitgaven.

  • 2 De in het eerste lid bedoelde keuze voor een berekeningswijze kan per schoolsoort worden gemaakt.

  • 3 Bij de berekeningswijze die is gebaseerd op werkelijke uitgaven, dienen de uitgaven betrekking te hebben op aantoonbare verplichtingen die door de gemeenteraad zijn aangegaan in de salderingsperiode.

Artikel 4. Rekenprogramma inkomsten en uitgaven

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

  • 1 Bij de vaststelling van de inkomsten en uitgaven als bedoeld in artikel 2 dient gebruik te worden gemaakt van het door het Rijk vastgestelde rekenprogramma VUPO. De inkomsten over de salderingsperiode volgen uit dit rekenprogramma.

  • 2 Indien voor een normatieve berekeningswijze is gekozen, dienen de normatieve uitgaven uit het rekenprogramma VUPO gevolgd te worden.

  • 3 Indien is gekozen voor een berekeningswijze die op werkelijke uitgaven is gebaseerd, dienen de werkelijke uitgaven als bedoeld in het derde lid van artikel 3 afzonderlijk te worden ingevoerd in het programma VUPO.

Artikel 5. Vaststelling saldo

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

  • 1 De inkomsten en uitgaven die per bijzondere school zijn vastgesteld, dienen te worden gesommeerd voor alle basisscholen en scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs die onder het bestuur staan van hetzelfde bevoegd gezag naar de toestand van 31 december 1996.

  • 2 Het verschil tussen de inkomsten en uitgaven als bedoeld in het eerste lid is het saldo Andere Voorzieningen dat door de gemeenteraad wordt vastgesteld per bevoegd gezag.

  • 3 Indien tussen 31 december 1996 en het moment van vaststelling door de gemeenteraad als bedoeld in het tweede lid een wijziging is opgetreden in het juridisch eigendom van een schoolgebouw, dient in het vierde en vijfde lid van artikel 2 voor de datum van 31 december 1996 gelezen te worden het moment van vaststelling door de gemeenteraad.

Artikel 6. Uitkering positieve saldo

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

Indien het in artikel 5 bedoelde saldo Andere Voorzieningen positief is, keert de gemeenteraad dit bedrag aan het desbetreffende bevoegd gezag uit.

Artikel 7. Termijn van vaststelling

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

Binnen een termijn van zes maanden na ontvangst van het in artikel 4 bedoelde rekenprogramma dient de gemeenteraad zorg te dragen voor vaststelling van het saldo Andere Voorzieningen als bedoeld in artikel 5.

Artikel 8. Hardheidsclausule

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

  • 1 Uiterlijk binnen drie maanden na de bekendmaking van de vaststelling als bedoeld in artikel 7 kan een bevoegd gezag, voorzover de gemeenteraad heeft gekozen voor een normatieve berekeningswijze, het college van burgemeester en wethouders verzoeken de hardheidsclausule als bedoeld in het tweede lid toe te passen. De gemeenteraad beslist binnen een termijn van drie maanden op dit verzoek.

  • 2 Indien een bevoegd gezag bij het verzoek als bedoeld in het eerste lid aantoonbaar kan maken dat de werkelijke uitgaven minder zijn dan 70 % van de normatieve uitgaven die volgen uit het rekenprogramma VUPO als bedoeld in artikel 4, dienen deze normatieve uitgaven vermenigvuldigd te worden met het vervangingspercentage als aangegeven in tabel 1.

Tabel 1

Werkelijke uitgaven in verhouding tot normatieve uitgaven

Vervangingspercentage

meer dan 40% maar ten hoogste 70%

70%

meer dan 20% maar ten hoogste 40%

40%

ten hoogste 20%

20%

  • 3 De vergelijking tussen werkelijke en normatieve uitgaven als bedoeld in het tweede lid dient gemaakt te worden over de gehele salderingsperiode waarbij de gezamenlijke uitgaven voor de scholen van het desbetreffende bevoegd gezag worden beschouwd.

  • 4 Het verzoek van het bevoegd gezag dient vergezeld te gaan van een accountantsverklaring over de juistheid van de werkelijke uitgaven.

Artikel 9. Bekendmaking

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

De regeling zal met de toelichting in de Uitleg OCenW-Regelingen worden geplaatst. Van deze plaatsing zal mededeling worden gedaan in de Staatscourant.

Artikel 10. Inwerkingtreding

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

De regeling treedt in werking met ingang van de derde dag na de datum van uitgifte van de Uitleg OCenW-Regelingen, waarin deze regeling is geplaatst.

Artikel 11. Citeertitel

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

Deze regeling wordt aangehaald als: Overhevelingsregeling saldi ’Andere Voorzieningen’.

De

staatssecretaris

van onderwijs, cultuur en wetenschappen,

T. Netelenbos

Naar boven