Tijdelijk besluit Bijzondere regels voor de samenloop van een militair nabestaandenpensioen en een uitkering ingevolge de Algemene nabestaandenwet

Geraadpleegd op 20-04-2024.
Geldend van 01-07-1996 t/m heden

Tijdelijk besluit Bijzondere regels voor de samenloop van een militair nabestaandenpensioen en een uitkering ingevolge de Algemene nabestaandenwet

De Staatssecretaris van Defensie,

Gelet op artikel 103 van de Algemene nabestaandenwet;

Besluit:

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. Wet:

Algemene militaire pensioenwet, zoals deze luidt op de dag voordat de Aanpassingswet privatisering ABP is ingevoerd.;

b. Pensioen:

een nabestaanden- of wezenpensioen in verband met een overlijden ten gevolge van verwonding, ziekten of gebreken als bedoeld in artikel E 11 van de wet of een daarmee overeenkomend artikel in een vroegere militaire pensioenwet in de zin van de wet;

c. Anw-uitkering:

op jaarbasis vast te stellen uitkering ingevolge de Algemene nabestaandenwet, na eventuele toepassing van een vermindering of andere aanpassing ingevolge § 2, § 4 of § 6 van die wet, terwijl die uitkering is verhoogd met de vakantie-uitkering en teruggebracht op het ingevolge artikel 103, vierde lid van die wet vast te stellen voor-Oortse niveau, een en ander zolang de beschermende werking van die wet niet tot een langs vergelijkbare weg vast te stellen hogere Anw-uitkering leidt;

d. Maximum-toeslag:

de zonder inkomenstoets maar overigens conform onderdeel c vast te stellen Anw-uitkering voor een nabestaande, zonder kind in de zin van de Algemene nabestaandenwet, een en ander, met voorbijgaan aan het aldaar aan het slot omschreven voorbehoud.

Artikel 2

Voor de toepassing van de inbouw- en kortingsbepalingen uit hoofdstuk O van de wet wordt een Anw-uitkering gelijkgesteld met het daar omschreven algemeen nabestaandenpensioen of algemeen wezenpensioen.

Artikel 3

Indien het pensioen van de nabestaande wordt afgeleid van een pensioen waarop artikel F 7, zestiende lid, van de wet is toegepast, wordt:

  • 1e zolang dat een positief resultaat oplevert de toeslag ingevolge artikel H 1, elfde en twaalfde lid, van de wet, vervangen door een toeslag gelijk aan het verschil tussen de maximum-toeslag en de Anw-uitkering waarop recht bestaat en

  • 2e de toeslag ingevolge artikel H 4, vijfde lid, onder 2e, van de wet, mits ook onder de werking van de Algemene nabestaandenwet aan de strekking van de daar omschreven voorwaarden wordt voldaan, vastgesteld op 21,43% van de maximum-toeslag voor de aldaar onder a bedoelde gevallen en op 42,86% van de maximum-toeslag voor de gevallen bedoeld onder b.

Artikel 4

De toeslagen ingevolge de artikelen H 1, vijftiende lid, en H 4, zevende lid, van de wet, worden vastgesteld met inachtneming van het bepaalde in de voorgaande artikelen.

Artikel 5

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag van inwerkingtreding van de Algemene nabestaandenwet en vervalt, indien deze niet met één of meer perioden van ten hoogste een jaar is verlengd, met ingang van de dag waarop een overeenkomst, dan wel een regeling in plaats van de in de wet genoemde aanspraken, rechten en verplichtingen met betrekking tot de nabestaanden- en wezenpensioenen van kracht is geworden.

Artikel 6

Deze regeling kan worden aangehaald als Tijdelijk besluit Bijzondere regels voor de samenloop van een militair nabestaandenpensioen en een uitkering ingevolge de Algemene nabestaandenwet.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Staatssecretaris

van Defensie,
voor deze,
De

directeur Arbeidsvoorwaardenbeleid

,

B.H.J.J.M. Völkers

Naar boven