Dit vak behoeft niet te worden ingevuld indien het formulier uitsluitend wordt gebruikt
bij communautair douanevervoer.
Een aangever aan wie door de douane een douanenummer is toegekend, dient in dit vak
de aangifte-identificatie te vermelden. Deze bestaat uit drie bestanddelen:
De drie bestanddelen dienen in bovenstaande volgorde te worden vermeld op één regel
onderling van elkaar gescheiden door spaties of in drie regels onder elkaar.
Een aangever aan wie geen douanenummer is toegekend, vermeldt niets in dit vak.
-
13. Gemeenschappelijk landbouwbeleid
Dit vak behoeft niet te worden ingevuld.
-
14. Aangever of vertegenwoordiger van de exporteur (of eventueel van de afzender)
Dit vak behoeft niet te worden ingevuld indien het formulier uitsluitend wordt gebruikt
bij communautair douanevervoer.
Vermelding van de naam en voornaam of van de firmanaam en van het volledige adres
van de betrokkene. Indien de aangever tevens de exporteur (eventueel de afzender)
is, wordt "exporteur" (of eventueel "afzender") vermeld.
Bij "Nr." invullen het douanenummer genoemd onder vak A. Een aangever aan wie geen
douanenummer is toegekend, vermeldt niets bij "Nr.".
-
15. Land van verzending/uitvoer
Vermelding van de Lid-Staat van waaruit de goederen worden uitgevoerd (of eventueel
worden verzonden).
Voor goederen waarvoor in Nederland aangifte ten uitvoer of tot verzending wordt gedaan,
vermelden "Nederland"; echter voor goederen afkomstig uit een andere Lid-Staat waarvoor
in Nederland de aangifte wordt gedaan, de betreffende Lid-Staat vermelden.
Voor goederen die reeds onder een douaneregeling zijn gebracht, het land vermelden
waar de goederen vandaan komen, d.w.z. het land waar de goederen ten uitvoer of tot
verzending zijn aangegeven.
Echter, indien de goederen daarna het voorwerp hebben uitgemaakt van een oponthoud
of een rechtshandeling die geen verband houdt met het vervoer, vermelden het laatste
land, Nederland niet meegerekend, waar een dergelijk oponthoud of rechtshandeling
heeft plaatsgevonden.
In vak 15a wordt de Lid-Staat vermeld waar de exporteur is gevestigd, overeenkomstig
de daartoe vastgestelde communautaire code.
Indien goederen die reeds onder een douaneregeling zijn gebracht en waarvoor een
aangifte voor communautair douanevervoer wordt gedaan en in Nederland het voorwerp
hebben uitgemaakt van een oponthoud of rechtshandeling die geen verband houdt met
het vervoer, mag ter bescherming van het zakengeheim desgewenst "Nederland" worden
ingevuld, mits op het exemplaar nr. 1 in vak 15a in code wordt vermeld het land van
verzending/uitvoer c.q. het laatste land waar oponthoud of rechtshandeling als vorenbedoeld
heeft plaatsgevonden. De vermelding in vak 15a op het exemplaar nr. 1 dient op een
zodanige wijze te geschieden dat daarvan niets blijkt op de andere exemplaren van
het formulier.
Vak 15b behoeft niet te worden ingevuld.
-
16. Land van oorsprong
Dit vak behoeft niet te worden ingevuld indien het formulier uitsluitend wordt gebruikt
bij communautair douanevervoer.
Vermelding van het betrokken land in de gevallen waarin dit gegeven ingevolge wettelijke
voorschriften moet worden vermeld (bijvoorbeeld bij uitvoer met verzoek om landbouwrestitutie).
Wanneer in die gevallen de aangifte betrekking heeft op verschillende artikelen van
uiteenlopende oorsprong, de vermelding "diverse" aanbrengen.
-
17. Land van bestemming
Vermelding van het betrokken land.
Onder land van bestemming wordt verstaan het laatste land dat op het ogenblik van
uitvoer bekend is als het land waarheen de goederen moeten worden uitgevoerd.
Vak 17a behoeft niet te worden ingevuld indien het formulier uitsluitend bij communautair
douanevervoer wordt gebruikt.
In vak 17a wordt het betrokken land vermeld overeenkomstig de daartoe vastgestelde
communautaire code. Vak 17b behoeft niet te worden ingevuld.
-
18. Identiteit en nationaliteit van het vervoermiddel bij vertrek
Dit vak behoeft niet te worden ingevuld indien het formulier uitsluitend wordt gebruikt
bij uitvoer, verzending, wederuitvoer en passieve veredeling voor goederen die zich
op het tijdstip dat de aangifte wordt gedaan, niet bevinden op of in een vervoermiddel.
Bij uitvoer, verzending, wederuitvoer, passieve veredeling en communautair douanevervoer
worden in het eerste deelvak de identiteit, bijvoorbeeld het (de) registratienummer(s)
of de naam van het (de) vervoermiddel(en) (vrachtwagen, vaartuig, wagon, vliegtuig)
vermeld, waarop of waarin de goederen rechtstreeks zijn geladen.
In het tweede deelvak wordt de nationaliteit van dit vervoermiddel (of van het vervoermiddel
waarmee het geheel wordt voortbewogen indien er meerdere vervoermiddelen zijn) vermeld
overeenkomstig de daartoe vastgestelde communautaire code. Bij voorbeeld, wanneer
een trekker en een aanhangwagen verschillende registratienummers hebben, worden zowel
het registratienummer van de trekker als van de aanhangwagen vermeld, alsmede de nationaliteit
van de trekker.
Bij postzendingen of bij vervoer door middel van vaste transportinrichtingen wordt
geen registratienummer of nationaliteit vermeld. Bij uitvoer, verzending, wederuitvoer
en passieve veredeling en vervoer per spoor wordt geen nationaliteit vermeld.
-
19. Containers (Ctr.)
Vermelding, overeenkomstig de daartoe vastgestelde communautaire code, van de vermoedelijke
situatie bij het overschrijden van de buitengrens van de Gemeenschap, zoals bekend
op het moment dat de formaliteiten inzake uitvoer of douanevervoer worden vervuld.
-
20. Leveringsvoorwaarden
Dit vak behoeft niet te worden ingevuld indien het formulier uitsluitend wordt gebruikt
bij communautair douanevervoer.
Vermelding van bepaalde clausules van het handelscontract overeenkomstig de daartoe
vastgestelde communautaire code en indeling.
Het derde deelvak behoeft niet te worden ingevuld. Indien het betreft uitvoer of verzending
waaraan geen handelscontracten ten grondslag liggen, behoeft dit vak niet te worden
ingevuld.
-
21. Identiteit en nationaliteit van het grensoverschrijdende actieve vervoermiddel
Het eerste deelvak behoeft niet te worden ingevuld, tenzij de goederen per schip
over zee zullen uitgaan en de naam van het schip bekend is. In dat geval dient de
naam van het schip te worden vermelden.
Vermelding in het tweede deelvak van de nationaliteit van het actieve vervoermiddel
waarmee de buitengrens van de Gemeenschap wordt overschreden, zoals bekend bij het
vervullen van de uitvoer- of douanevervoerformaliteiten, overeenkomstig de daartoe
vastgestelde communautaire code.
Bij postzendingen of het vervoer per spoor of door middel van vaste transportinrichtingen
(leidingen) wordt geen registratienummer of identiteit vermeld.
Bij gecombineerd vervoer of wanneer het vervoer met meer dan één vervoermiddel geschiedt,
is het voertuig dat het geheel voortbeweegt het actieve vervoermiddel, bijvoorbeeld,
in geval van een vrachtwagen op een schip is het schip het actieve vervoermiddel;
bij trekker en aanhangwagen is het de trekker.
-
22. Valuta en totaal gefactureerd bedrag
Dit vak behoeft niet te worden ingevuld indien het formulier uitsluitend wordt gebruikt
bij communautair douanevervoer.
Vermelding in het eerste deelvak van de muntsoort waarin het handelscontract luidt
overeenkomstig de daartoe vastgestelde communautaire code, en in het tweede deelvak
het gefactureerde bedrag voor alle aangegeven goederen.
Indien het betreft uitvoer of verzending waaraan geen handelscontracten ten grondslag
liggen, behoeft dit vak niet te worden ingevuld.
-
23. Wisselkoers
Dit vak behoeft niet te worden ingevuld.
-
24. Aard van de transactie
Dit vak behoeft niet te worden ingevuld indien het formulier uitsluitend wordt gebruikt
bij communautair douanevervoer.
Vermelding, in het eerste deelvak, van bepaalde clausules van het handelscontract
volgens de daartoe vastgestelde communautaire code en indeling.
Het tweede deelvak behoeft niet te worden ingevuld. Indien het betreft uitvoer of
verzending waaraan geen handelscontracten ten grondslag liggen, behoeft dit vak niet
te worden ingevuld.
-
25. Vervoerwijze aan de grens
Vermelding, in de daartoe vastgestelde communautaire code, van de vervoerwijze die
overeenstemt met het actieve vervoermiddel waarop of waarin de goederen het douanegebied
van de Gemeenschap vermoedelijk zullen verlaten.
-
26. Binnenlandse vervoerwijze
Dit vak behoeft niet te worden ingevuld indien het formulier uitsluitend wordt gebruikt
bij communautair douanevervoer, bij wederuitvoer van onder het stelsel van douane-entrepots
geplaatste goederen of indien de uitvoerformaliteiten worden vervuld op het kantoor
van uitgang van de Gemeenschap.
Vermelding, in de daartoe vastgestelde communautaire code, van de vervoerwijze bij
vertrek.
-
27. Plaats van lading
Het eerste deelvak behoeft niet te worden ingevuld.
Vermelding, in het tweede deelvak, in de vorm van de nationaal vastgestelde code
van de plaats, zoals bekend bij het vervullen van de formaliteiten, waar de goederen
op of in het actieve vervoermiddel worden geladen waarmee zij de grens van de Gemeenschap
zullen overschrijden.
-
28. Financiële en bankgegevens
Dit vak behoeft niet te worden ingevuld.
-
29. Kantoor van uitgang
Dit vak behoeft niet te worden ingevuld indien het formulier uitsluitend wordt gebruikt
bij communautair douanevervoer.
Vermelding van het douanekantoor via hetwelk de goederen het grondgebied van de Gemeenschap
vermoedelijk zullen verlaten, alsmede, in de vorm van een nationaal vastgestelde code,
de naam van de plaats waar dat douanekantoor is gevestigd.
Dit vak behoeft niet te worden ingevuld indien het kantoor van uitgang gelegen is
in een andere Lid-Staat.
-
30. Plaats van de goederen
Dit vak behoeft niet te worden ingevuld indien het formulier uitsluitend wordt gebruikt
bij communautair douanevervoer.
Nauwkeurige opgave van de plaats waar de goederen kunnen worden onderzocht. (bijvoorbeeld
aanduiding "entrepot" of "op auto").
-
31. Colli en omschrijving van de goederen; merken en nummers - container(s) nr(s). -
aantal en soort
Vermelding van merken, nummers, aantal en soort van de colli; bij onverpakte goederen,
het aantal voorwerpen of "los gestort" vermelden, al naar gelang van het geval. Voor
de vermelding van de soort colli kunnen de nationaal vastgestelde codes worden gebruikt.
Vermelding van de gebruikelijke handelsbenaming van de goederen die voldoende gedetailleerd
moet zijn om de goederen te kunnen identificeren; wanneer vak 33 "goederencode" moet
worden ingevuld, moet deze handelsbenaming voldoende gedetailleerd zijn om de goederen
te kunnen indelen. In dit vak worden eveneens de gegevens vermeld die eventueel op
grond van bijzondere voorschriften zijn vereist (accijns, omzetbelasting, landbouwrestitutie/heffing
enz.). Indien containers worden gebruikt, worden in dit vak tevens de merktekens daarvan
vermeld.
Indien de goederen die in dit vak worden omschreven een gedeelte vormen van de inhoud
van één collo, dient te worden vermeld: deel van collo nr. ... (in te vullen het nummer
van het collo of, als het geen nummer heeft, de identiteitsgegevens). Deze vermelding
laat onverlet de verplichting om merk, nummer, aantal en soort van het collo te vermelden.
Voor halfzware olie en gasolie de aantekening "onvermengd" of "voorzien van herkenningsmiddelen"
plaatsen.
Indien het formulier voor communautair douanevervoer wordt gebruikt en de aangever
gebruik wenst te maken van de mogelijkheid tot vervoer zonder verzegeling, bedoeld
in artikel 357, vierde lid, van de toepassingsverordening Communautair douanewetboek,
zodanige gegevens vermelden dat de berekening van de belasting die bij niet-zuivering
van het document verschuldigd is, kan geschieden, voor zover deze gegevens niet zijn
vermeld in een ander vak (zie vak 33 en vak 38).
-
32. Artikelnummer
Dit vak behoeft niet te worden ingevuld indien de aangifte slechts op één enkel artikel
betrekking heeft.
Vermelding van het volgnummer van het betrokken artikel ten opzichte van het totale
aantal artikelen dat is aangegeven in de formulieren en aanvullende formulieren die
in vak 5 zijn omschreven.
-
33. Goederencode
Dit vak bestaat uit 5 deelvakken:
-
Eerste deelvak (positie 1 t/m 8)
-
Tweede deelvak (positie 9 en 10)
-
Derde deelvak (positie 11 t/m 14)
-
Vierde deelvak (positie 15 t/m 18)
-
Vijfde deelvak (positie 19 t/m 22)
Bij communautair douanevervoer wordt het eerste deelvak ingevuld wanneer:
- -
de aangifte voor douanevervoer door dezelfde persoon gelijktijdig met of in vervolg
op een douaneaangifte wordt opgesteld waarin de goederencode is vermeld; of
- -
wanneer de aangifte voor douanevervoer betrekking heeft op de in Bijlage B vermelde
goederen; of
- -
wanneer dit volgens de communautaire wetgeving verplicht is.
Bij uitvoer wordt dit vak als volgt ingevuld:
-
Eerste deelvak: GN-code (8 cijfers)
Derde deelvak: 1e aanvullende TARIC-code (4 tekens), indien van toepassing
Vierde deelvak: 2e aanvullende TARIC-code (4 tekens), indien van toepassing
Vijfde deelvak: de nationale aanvullende code, bestaande uit: de code van de nationale
onderverdeling (2 tekens), indien van toepassing.
Indien de aangever gebruikt wenst te maken van de mogelijkheid tot vervoer zonder
verzegeling, bedoeld in artikel 357, vierde lid van de toepassingsverordening Communautair
douanewetboek, vermelding van het codenummer. In dat laatste geval betekent dit dat
ook vermeldingen voorkomen in het gedeelte van het vak dat geen groene achtergrond
heeft (op de exemplaren nrs. 4, 5 en 7 blijft daardoor een gedeelte van de goederencode
achterwege).
Indien in vak 31 met toepassing van artikel 31, vijfde lid, van de Douaneregeling
is vermeld "scheepsprovisie" of "scheepsbehoeften", vermelden 9930.24.000 (indien
het betreft uitsluitend of hoofdzakelijk goederen van de hoofdstukken 1-24) of 9930.99.000
(uitsluitend of hoofdzakelijk goederen van andere hoofdstukken). (Deze goederencodes
worden verder niet gebruikt, ook niet bij invoer).
-
34. Code land van oorsprong
Dit vak behoeft niet te worden ingevuld indien het formulier uitsluitend wordt gebruikt
bij communautair douanevervoer.
Vermelding in vak 34a van het in vak 16 genoemde land in de daartoe vastgestelde
communautaire code. Wanneer in vak 16 "diverse" is ingevuld, vermelding van het land
van oorsprong van het betrokken artikel in code.
Vak 34b behoeft niet te worden ingevuld.
-
35. Brutomassa
Dit vak moet verplicht worden ingevuld bij toepassing van de regeling communautair
douanevervoer, wanneer het stelsel van douane-entrepots door wederuitvoer wordt aangezuiverd
en wanneer het formulier wordt gebruikt om het communautaire karakter van de goederen
aan te tonen.
Vermelding in kilogram van de brutomassa van de goederen die in vak 31 zijn omschreven.
De brutomassa is de massa van de goederen vermeerderd met de massa van al hun verpakkingen,
met uitzondering van het transportmaterieel en met name van containers.
Heeft de aangifte, bij communautair douanevervoer en bij gebruik van het formulier
om het communautaire karakter van de goederen aan te tonen, betrekking op verscheidene
soorten goederen, dan is het voldoende dat de totale brutomassa in het eerste vak
35 wordt vermeld; de overige vakken 35 behoeven niet te worden ingevuld.
-
36. Preferentie
Dit vak behoeft niet te worden ingevuld.
-
37. Regeling
Dit vak behoeft niet te worden ingevuld indien het formulier uitsluitend wordt gebruikt
bij communautair douanevervoer.
Vermelding in het eerste deelvak van de regeling waarvoor de goederen bij uitvoer
worden aangegeven in de daartoe vastgestelde communautaire code.
Het tweede deelvak behoeft niet te worden ingevuld.
-
38. Nettomassa
Dit vak behoeft niet te worden ingevuld indien het formulier uitsluitend wordt gebruikt
bij communautair douanevervoer en vermelding volgens de communautaire wetgeving niet
verplicht is, tenzij de aangever gebruikt wenst te maken van de mogelijkheid tot vervoer
zonder verzegeling, bedoeld in artikel 357, vierde lid van de toepassingsverordening
Communautair douanewetboek.
Vermelding in kilogram van de nettomassa van de goederen die in het overeenkomstige
vak 31 zijn omschreven. De nettomassa is de eigen massa van de van al hun verpakkingen
ontdane goederen.
-
39. Contingent
Dit vak behoeft niet te worden ingevuld.
-
40. Summiere aangifte/voorafgaand document
Verwijzing naar de soort en nummer, alsmede de plaats van aanvaarding van de aangiften
die betrekking hebben op de regeling die aan de uitvoer naar een derde land of eventueel
aan de verzending naar een Lid-Staat voorafgaat. Bij de invulling van dit vak kan
gebruik worden gemaakt van de nationaal vastgestelde codes.
Indien geen sprake is van een dergelijk document, behoeft dit vak niet te worden
ingevuld.
Dit vak moet verplicht worden ingevuld bij het gebruik van de regeling communautair
douanevervoer. Vermelding van het referentienummer van de voorafgaande douanebestemming
of van de overeenkomstige douanedocumenten. Indien meer dan een referentienummer moet
worden vermeld, kan in dit vak 'Diverse' wordt ingevuld en dat de lijst van de betrokken
referentienummers bij de aangifte voor douanevervoer wordt gevoegd.
Dit vak moet verplicht worden ingevuld wanneer het stelsel van douane-entrepots wordt
aangezuiverd door wederuitvoer van goederen die in een entrepot type B waren opgeslagen;
verwijzing naar de aangifte tot plaatsing onder het stelsel van douane-entrepots.
-
41. Aanvullende eenheden (bijzondere maatstaf)
Voor elk artikel vermelding van de hoeveelheid in de eenheden die in het gebruikstarief
is aangegeven. De eenheid zelf niet vermelden. Indien in het gebruikstarief voor de
desbetreffende goederensoort geen aanvullende eenheid is vastgesteld behoeft dit vak
niet te worden ingevuld.
-
42. Prijs van de goederen
Dit vak behoeft niet te worden ingevuld.
-
43. Code M.W.
Dit vak behoeft niet te worden ingevuld.
-
44. Bijzondere vermeldingen; voorgelegde stukken; certificaten en vergunningen
-
1. Vermelding van enerzijds de gegevens die eventueel op grond van bijzondere voorschriften
zijn vereist en anderzijds van de referentienummers van de bij de aangifte gevoegde
documenten, in voorkomend geval met inbegrip van de controle-exemplaren T5.
Voor de vermelding van gegevens die op grond van bijzondere voorschriften zijn vereist
dient gebruik te worden gemaakt van de codes zoals vermeld in de codelijst Sagitta;
-
2. Voor de bescheiden die voorkomen in de codelijst, gebruik maken van die codes. Indien
twee of meer bescheiden worden overgelegd waarvoor dezelfde code geldt, de referentienummers
daarvan vermelden met tussen elke twee achtereenvolgende vermeldingen een schuine
streep. De vermelding van één of meer bescheiden dient te worden voorafgegaan door
de vermelding "bescheiden". Voor bescheiden die een referentienummer (ook indien dit
geheel of ten dele uit letters bestaat) dragen, dient dit tussen haakjes achter de
desbetreffende vermelding te worden vermeld.
Indien een te overleggen bescheid valt onder de omschrijving van twee codes, beide
codes vermelden. Indien ter voldoening aan de bepalingen die in het kader van het
gemeenschappelijk landbouwbeleid gelden een uitvoer- of voorfixatiecertificaat wordt
overgelegd, bescheidcode vermelden, gevolgd door:
- -
indien het certificaat hier te lande is afgegeven: het nummer dat door het desbetreffende
produktschap daarop rechts onderaan is gesteld;
- -
indien het certificaat in het buitenland is afgegeven: de daarop links bovenaan voorkomende
letter(s) ter aanduiding van het land van afgifte en de daarnaast voorkomende letters
en nummer.
Van andere bescheiden de naam (verkort) vermelden of, als het bescheid geen naam
heeft, een korte omschrijving.
Ongeacht of de bescheiden al dan niet een referentienummer dragen, dienen alle over
te leggen bescheiden door de aangever te worden voorzien van de aangifte-identificatie
die in vak A is vermeld. Deze nummering dient op de bescheiden te worden aangebracht
rechtsboven of, als dat niet mogelijk is, zo dicht mogelijk bij die plaats.
In de gevallen waarin op de aangifte geen aangifte-identificatie is vermeld, blijft
de nummering van de bescheiden achterwege.
-
3. In geval van aangifte ten uitvoer met terugbetaling dient te worden vermeld: aangifte
ten uitvoer met verzoek om terugbetaling;
-
4. In geval van een aangifte tot verzending of ten uitvoer ter voldoening aan de voorwaarden
voor vrijstelling van rechten vermelden:
- -
het artikel (en in voorkomende geval het onderdeel van het artikel) van de verordening
of de Douaneregeling op grond waarvan bij invoer aanspraak op vrijstelling is gemaakt;
als volgt te vermelden: art.... onderdeel... Vo... (nummer van de verordening) (of)
DR;
- -
indien een vrijstellingsvergunning (anders dan bij wijze van fiat) is verleend, datum
en nummer hiervan en het douanedistrict waar de vergunning is verleend; als volgt
te vermelden: vrijst. vergunning ... (datum) ... (nummer) ... (plaatsnaam);
- -
naam en adres van de vrijstellinggenietende; als volgt te vermelden: vrijstellinggenietende...
(naam en adres if, indien hij dezelfde is als aangever of exporteur, "zie aangever"
of "zie exporteur");
- -
de gegevens die met betrekking tot de vrijstelling eventueel zijn voorgeschreven
in de desbetreffende verordening, de Douaneregeling en/of de vrijstellingsvergunning.
In geval van tijdelijke verzending/uitvoer is hetgeen onder 4 bij het eerste en vierde
streepje is bepaald, van overeenkomstige toepassing.
Indien vereiste gegevens zijn vermeld op een bijgevoegd bescheid dat is voorgeschreven
of toegestaan, vermelden "zie bijgevoegd bescheid".
-
5. Uitsluitend invullen in geval van een aangifte tot verzending of ten uitvoer ter
voldoening aan de voorwaarden voor vrijstelling van rechten bij invoer:
-
6. Indien het formulier wordt gebruikt bij communautair douanevervoer dient ter voldoening
aan artikel 843 van de toepassingsverordening Communautair douanewetboek in voorkomend
geval te worden vermeld "Bij de uitgang uit de Gemeenschap zijn de beperkingen van
Verordening/Richtlijn/Besluit nr. ... van toepassing" c.q. "Bij de uitgang uit de
Gemeenschap zijn de heffingen van Verordening/Richtlijn/Besluit nr. ... van toepassing".
-
7. Wanneer de aangifte tot wederuitvoer ter aanzuivering van het stelsel van douane-entrepots
bij een ander douanekantoor dan het controlekantoor wordt ingediend, vermelding van
de volledige naam en het volledige adres van het controlekantoor.
-
8. Het deelvak "code bijzondere vermeldingen" (BV) behoeft niet te worden ingevuld.
-
9. Wanneer aangifte ten uitvoer plaatsvindt voor accijnsgoederen en tevens een administratief
geleide document (AGD) wordt opgemaakt, dan worden het referentienummer uit vak 3
van het AGD en de datum van verzending uit vak 16 van het AGD vermeldt.
-
46. Statistische waarde
Vermelding van de statistische waarde in euro's.
In het algemeen komt de statistische waarde neer op de prijs, eventueel verminderd
met de ter zake van de uitvoer aftrekbare belastingen, maar vermeerderd met onder
andere de vracht- en verzekeringskosten tot de Nederlandse grens, voor zover deze
niet reeds in de prijs zijn begrepen.
-
47. Berekening van de belastingen (rechten bij invoer)
Dit vak behoeft niet te worden ingevuld.
-
48. Uitstel van betaling
Dit vak behoeft niet te worden ingevuld.
-
49. Identificatie van het entrepot
Indien van toepassing, vermelding van het identificatienummer van het entrepot, gevolgd
door de letters waarmee de Lid-Staat van afgifte wordt aangeduid en die aan het nummer
van de vergunning voorafgaan.
Indien het betreft een douane-entrepot type E dient bijvoorbeeld te worden vermeld:
E 123456 NL
-
50. Aangever communautair douanevervoer en gemachtigde vertegenwoordiger; plaats, datum
en handtekening.
Dit vak behoeft niet te worden ingevuld indien het formulier uitsluitend wordt gebruikt
bij verzending, uitvoer, wederuitvoer van onder een economische douaneregeling geplaatste
goederen en passieve veredeling.
Vermelding van de naam en voornaam of van de firmanaam en van het volledige adres
van de aangever. Bij "Nr." het aan de aangever toegekende douanenummer vermelden.
Een aangever aan wie geen douanenummer is toegekend vermeldt niets bij "Nr.".
In voorkomend geval vermelding van de naam en voornaam of van de firmanaam van de
gemachtigde vertegenwoordiger die voor de aangever ondertekent. Op het door het kantoor
van vertrek te bewaren exemplaar nr. 1 moet de originele handtekening van de betrokkene
voorkomen. Wanneer deze een rechtspersoon is, dient de handtekening te worden gevolgd
door de naam, voornaam en functie van degene die heeft ondertekend.
In geval van uitvoer kan de aangever of zijn vertegenwoordiger de naam en het adres
vermelden van een tussenpersoon die is gevestigd in het ambtsgebied van het kantoor
van uitgang, aan wie het door het kantoor van uitgang afgetekende exemplaar nr. 3
kan worden teruggegeven.
-
51. Voorziene kantoren (en landen) van doorgang
Dit vak behoeft niet te worden ingevuld indien het formulier uitsluitend wordt gebruikt
bij uitvoer, verzending, wederuitvoer van onder een economische douaneregeling geplaatste
goederen en passieve veredeling.
Vermelding van het voorziene kantoor van binnenkomst in elk EVA-land over het grondgebied
waarvan de goederen zullen worden vervoerd evenals het kantoor van binnenkomst waar
de goederen het douanegebied van de Gemeenschap opnieuw binnenkomen na over het grondgebied
van een EVA-land te zijn vervoerd of, indien het vervoer over een ander grondgebied
dan dat van de Gemeenschap en van een EVA-land zal plaatsvinden, het kantoor van uitgang
waar de zending de Gemeenschap verlaat en het kantoor van binnenkomst waar deze de
Gemeenschap weer binnenkomt.
De kantoren van doorgang zijn vermeld in de lijst van de kantoren die voor communautair
douanevervoer bevoegd zijn. Vervolgens vermelding van het betrokken land in de daartoe
vastgestelde communautaire code.
Per onderverdeling één kantoor plus code vermelden.
-
52. Zekerheid
Dit vak behoeft niet te worden ingevuld indien het formulier uitsluitend wordt gebruikt
bij uitvoer, verzending, wederuitvoer van onder een economische douaneregeling geplaatste
goederen en passieve veredeling.
Vermelding, in het tweede deelvak, in de daartoe vastgestelde communautaire codes,
van de soort zekerheid of dat ontheffing van zekerheidstelling is verleend en vervolgens,
voorzover nodig, in het eerste deelvak, van het nummer van het certificaat van doorlopende
zekerheidstelling of van ontheffing van zekerheidstelling of het nummer van het bewijs
van zekerheidstelling per aangifte en, in voorkomend geval, het kantoor van zekerheidstelling.
Indien de doorlopende zekerheid, de ontheffing van zekerheidstelling of de zekerheid
per aangifte niet voor alle EVA-landen geldig is, dient na "niet geldig voor" het
(de) betrokken EVA-land(en) in de daartoe vastgestelde communautaire codes te worden
vermeld.
-
53. Kantoor (en land) van bestemming
Dit vak behoeft niet te worden ingevuld indien het formulier uitsluitend wordt gebruikt
bij uitvoer, verzending, wederuitvoer van onder een economische douaneregeling geplaatste
goederen en passieve veredeling.
Vermelding van het kantoor waar de goederen moeten worden aangebracht om het communautaire
douanevervoer te beëindigen. De kantoren van doorgang zijn vermeld in de lijst van
de kantoren die voor communautair douanevervoer bevoegd zijn.
Vervolgens vermelding van de betrokken Lid-Staat of het betrokken land in de daartoe
vastgestelde communautaire code.
-
54. Plaats en datum, handtekening en naam van de aangever of zijn vertegenwoordiger
Dit vak behoeft niet te worden ingevuld indien het formulier uitsluitend wordt gebruikt
bij communautair douanevervoer.
Het exemplaar nr. 1 dat voor het kantoor van uitvoer (eventueel van verzending) is
bestemd, moet de originele handtekening van de betrokkene, gevolgd door zijn naam
en voornaam, bevatten.
Wanneer het een rechtspersoon betreft, dient de handtekening te worden gevolgd door
de naam, voornaam en functie van degene die heeft ondertekend.