A. Nationaal Onderzoek en Ontwikkeling Programma Zonne-energie, Fotovoltaïsche Conversie
(NOZ-PV) 1996
[Regeling vervallen per 11-06-2005]
Doelstelling
Het doel van het programma fotovoltaïsche zonne-energie is het scheppen van voorwaarden
voor de inpassing van zonnecellen in de Nederlandse energievoorziening van de 21ste
eeuw, met als belangrijkste voorwaarden: een solide industrieel draagvlak, opschaling
van de PV-technologie, daling van de kostprijs, een gezonde markt voor autonome PV-systemen
in en buiten Nederland, een verbreed maatschappelijk draagvlak, en kennis van de actoren
en factoren bij de toepassing van PV in de gebouwde omgeving.
Het programma is ingedeeld in vier onderdelen:
1. Cellen
De voornaamste soorten projecten die in 1996 voor subsidie in aanmerking komen, zijn
gericht op:
- -
onderzoek en ontwikkeling van cellen op basis van multi-kristallijn silicium gericht
op rendementsverbetering en kostprijsreductie van industrieel te produceren cellen;
- -
onderzoek aan cellen op basis van concepten gericht op lage kosten op middellange
termijn. Hieronder valt onderzoek aan cellen op basis van amorf silicium, eventueel
in combinatie met andere materialen, gericht op verbetering van het gestabiliseerde
rendement en verbeterde produktiemethoden; onderzoek aan organische zonnecellen; en
vooronderzoek aan alternatieve dunne-film technologieën zoals dunne-film polykristallijn
silicium;
- -
onderzoek naar concepten van zonnecellen die op lange termijn kunnen leiden tot zeer
hoge rendementen of tot doorbraken op andere aspecten.
2. Componenten voor netgekoppelde systemen
De voornaamste soorten projecten die in 1996 voor subsidie in aanmerking komen, zijn
gericht op verlaging van de kosten en verhoging van de waarde en opbrengst van netgekoppelde
PV-systemen in Nederland, en betreffen:
- -
ontwikkeling van industrieel te produceren PV-modules, PV- bouwelementen en van componenten
ten behoeve van een betere inpasbaarheid van PV- panelen in daken en gevels;
- -
onderzoek en ontwikkeling van industrieel te produceren omvormers ten behoeve van
toepassingen in netgekoppelde PV- systemen;
- -
onderzoek, ontwikkeling en monitoring van netgekoppelde PV- systemen en ontwerp van
gebouwgeïntegreerde PV-systemen ten behoeve van praktijkprojecten.
3a. Produkt/marktontwikkeling van autonome systemen
De voornaamste soorten projecten die in 1996 voor subsidie in aanmerking komen, zijn
gericht op autonome toepassingen van PV die op korte termijn marktperspectief bieden:
- -
demonstratie van en praktijkexperimenten met nieuwe, economisch perspectiefrijke
toepassingen in Nederland;
- -
marktintroductie van technisch uitontwikkelde toepassingen van PV in enkele kansrijke
marktsegmenten in Nederland;
- -
haalbaarheidsstudies ten behoeve van een betere positionering van het Nederlandse
bedrijfsleven op de PV markt in Europa en in ontwikkelingslanden;
- -
produktontwikkeling van PV systemen voor het leveren van energiediensten in nieuwe
markten, met zicht op aanvullende milieuvoordelen. Projecten die zicht bieden op een
groot marktpotentieel qua PV- vermogen genieten de voorkeur.
3b. Produkt/marktontwikkeling van autonome systemen ten behoeve van de Indonesische
markt
Dit onderdeel richt zich op autonome toepassingen van PV die op korte termijn marktperspectief
bieden voor toepassing in Indonesië. De voornaamste soorten projecten die in 1996
voor subsidie in aanmerking komen, zijn gericht op de ontwikkeling van productietechnologie,
logistieke systemen, financieringsstructuren en het ontwikkelen van een nulserie voor
de marktintroductie van Nederlandse Solar Home Systems op de Indonesische markt. Projecten
waarin speciale aandacht wordt besteed aan prijs/kwaliteitsverbetering en marktprijsverlaging
van in Nederland geproduceerde multikristallijne zonnepanelen en/of Solar Home Systems
genieten de voorkeur.
Projecten dienen van voldoende grootte te zijn om volumevoordelen te genereren en
om evaluatie van zoveel mogelijk aspecten van marktintroductie mogelijk te maken.
4. Leerprogramma PV in de Gebouwde Omgeving (PV pilot- projecten)
De voornaamste soorten projecten die in 1996 voor subsidie in aanmerking komen, zijn
gericht op decentrale netgekoppelde toepassingen van PV in de gebouwde omgeving. Hieronder
vallen:
- -
praktijkexperimenten met een technisch innovatief karakter, met PV geïntegreerd in
de schil van een of enkele woningen of een gebouw;
- -
de voorbereiding en realisatie van grootschalige praktijk-experimenten ter grootte
van tientallen tot enkele honderden woningen met PV waarin de beheersaspecten van
het PV-systeem een punt van onderzoek is;
- -
de voorbereiding en realisatie van een of enkele praktijk- experimenten met PV op
daken of in/aan gevels van kantoor- en bedrijfsgebouwen.
In de PV-pilotprojecten dient speciale aandacht aan de integratie van PV als bouwelement
in het dak of de gevel en aan de architectuur te worden besteed. Projecten waarin
een nutsbedrijf (mede)indiener is en projecten waarin speciale aandacht aan elektriciteits-
en overige energiebesparing wordt besteed, genieten de voorkeur.
Overige beoordelingsaspecten
De mate waarin een project bijdraagt aan de realisering van de doelstelling van het
programma wordt tevens bepaald door de volgende aspecten:
-
a. de slaagkans van het project;
-
b. het perspectief met betrekking tot de milieuverdienste van het project;
-
c. de relevantie voor andere doelstellingen van overheidsbeleid en de aansluiting op
internationale ontwikkelingen;
-
d. de mate waarin het project aansluit bij een aanwezig innovatietraject;
-
e. de projectkosten in relatie tot de bijdrage aan de realisatie van de doelstellingen
van het programma;
-
f. het perspectief op economische haalbaarheid van de technologie op middellange en
lange termijn;
-
g. het perspectief op economische haalbaarheid en marktrijpheid van de toepassing op
de korte termijn in de markt;
-
h. de kostprijsverlaging van voor het programma relevante technieken;
-
i. de nieuwheid van het project;
-
k. de mate waarin samengewerkt wordt met andere (markt)partijen, bijvoorbeeld in technologie
clusters of in marktclusters;
-
l. de relevantie van het project voor marktpartijen;
-
m. de bijdrage aan (de opbouw van) relevante kennis, draagvlak en infrastructuur bij
de doelgroepen van het NOZ-PV.
Toelichting
Toelichting op de bovengenoemde aspecten:
ad a. Projecten zullen veelal voor wat betreft de slaagkans een zeker risico met zich
dragen. Indien de slaagkans te gering wordt geacht zal het verlenen van een subsidie
niet aan de orde zijn. Demonstratieprojecten kunnen slechts dan voor subsidie in aanmerking
komen indien de technische en financieel/ economische haalbaarheid voldoende is aangetoond.
ad d. Van belang is dat projecten zoveel mogelijk aansluiten op reeds eerder gegenereerde
kennis en dat voor wat betreft onderzoeks- of ontwikkelingsprojecten doublures worden
vermeden. ad g. Het perspectief op economische haalbaarheid van een bepaalde autonome
PV-toepassing dient te worden aangetoond bijvoorbeeld door middel van het overleggen
van een marktonderzoek of een marketingplan. Aan de doelstelling van het programma
kunnen met name bijdragen:
- -
instellingen voor onderzoek en universiteiten;
- -
industriële bedrijven, betrokken bij ontwikkeling en produktie van zonnecellen en
fotovoltaïsche systemen;
- -
bedrijven en instellingen betrokken bij de toepassing van PV-systemen;
- -
energiedistributiebedrijven en bouwsector.
B. Budget
[Regeling vervallen per 11-06-2005]
Het bedrag dat beschikbaar is voor het doen van subsidietoezeggingen op in 1996 ontvangen
aanvragen voor subsidies met betrekking tot het programma Nationaal Onderzoek- en
ontwikkelingprogramma Zonne-energie, Fotovoltaïsche conversie bedraagt:
- f 7.300.000 voor de onderdelen 1, 2 en 3a tezamen, met
dien verstande dat voor onderdeel 3a maximaal f 1.000.000 beschikbaar is;
- f 1.500.000 voor onderdeel 3b;
- f 5.000.000 voor onderdeel 4.