Instellingsbesluit Raad voor Europese en Internationale Aangelegenheden

Geraadpleegd op 19-04-2024.
Geldend van 16-02-1996 t/m heden

Instellingsbesluit Raad voor Europese en Internationale Aangelegenheden

De Minister-President,

Handelende in overeenstemming met het gevoelen van de ministerraad;

Gelet op artikel 25, eerste lid, van het Reglement van Orde voor de Ministerraad;

Besluit:

Artikel 2

De Raad heeft tot taak het voorbereiden van de besluitvorming door de ministerraad over:

  • a. de hoofdlijnen van het internationale beleid

  • b. alle belangrijke interne en externe vraagstukken betreffende de Europese Unie, de Westeuropese Unie, de Noord Atlantische Verdragsorganisatie en de Verenigde Naties

  • c. de instructies voor delegaties naar belangrijke internationale vergaderingen of conferenties

  • d. verdragen

  • e. de hoofdlijnen van het defensiebeleid, met inbegrip van belangrijke investeringsbeslissingen

  • f. de Nederlandse deelneming aan vredesoperaties

  • g. de vaststelling van het landenbeleid

  • h. de hoofdlijnen van het ontwikkelingssamenwerkingsbeleid en het hulpverleningsbeleid aan de Nederlandse Antillen en Aruba

  • i. de verdeling van de gelden binnen de homogene groep internationale samenwerking, alsook de verwerking van tegenvallers of majeure beleidsintensiveringen binnen de homogene groep.

Artikel 3

  • 1 De Raad vergadert in twee samenstellingen:

    • -

      over Europese aangelegenheden in de EA-samenstelling

    • -

      over internationale aangelegenheden in de IA-samenstelling

  • 2 Vaste leden van de Raad zijn:

    • in de REIA-EA samenstelling:

      • a. de minister-president, tevens voorzitter

      • b. de minister van Buitenlandse Zaken, tevens coördinerend bewindspersoon

      • c. de minister van Binnenlandse Zaken

      • d. de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen

      • e. de minister van Defensie

      • f. de minister van Justitie

      • g. de minister van Financiën

      • h. de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer

      • i. de minister van Verkeer en Waterstaat

      • j. de minister van Economische Zaken

      • k. de minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij

      • l. de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

      • m. de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

      • n. de minister voor Ontwikkelings-samenwerking

      • o. de staatssecretaris van Buitenlandse Zaken

      • p. de staatssecretaris van Economische Zaken

    • in de REIA-IA samenstelling:

      • a. de minister-president, tevens voorzitter

      • b. de minister van Buitenlandse Zaken, tevens coördinerend bewindspersoon

      • c. de minister van Financiën

      • d. de minister van Defensie

      • e. de minister van Economische Zaken

      • f. de minister voor Nederlands Antilliaanse en Arubaanse Zaken

      • g. de minister voor Ontwikkelingssamenwerking

      • h. de staatssecretaris van Buitenlandse Zaken

      • i. de staatssecretaris van Economische Zaken

  • 3 Afhankelijk van de agenda wordt de Raad aangevuld met de voor het te behandelen onderwerp eerstverantwoordelijke minister.

  • 4 Anderen dan de genoemde ministers kunnen desgewenst de vergadering van de Raad bijwonen.

  • 5 De leden van de Raad en de andere ministers die de vergadering bijwonen kunnen zich ter vergadering door één ambtenaar doen bijstaan.

  • 6 In de REIA-EA samenstelling woont de voorzitter van de Coördinatie Commissie voor Europese Integratie en Associatieproblemen (CoCo/CoCoHan) de vergadering van de Raad bij. In de REIA-IA samenstelling woont de voorzitter van de Coördinatie Commissie voor Internationale Aangelegenheden (CoRIA) de vergadering van de Raad bij.

  • 7 De minister-president kan, naar gelang de onderwerpen die aan de orde komen, in overleg met de coördinerende bewindspersonen, anderen voor de vergadering uitnodigen, met name de gevolmachtigde ministers van de Nederlandse Antillen en Aruba, het Nederlandse lid van de Europese Commissie, de president van de Nederlandse Bank en de permanente vertegenwoordigers bij de Europese Unie, de Noord Atlantische Verdragsorganisaties, de Westeuropese Unie en de Verenigde Naties.

Artikel 5

De Algemene Verdedigingsraad, de Raad voor Europese Zaken en de Raad voor Ontwikkelingssamenwerking zijn opgeheven.

Artikel 6

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Artikel 7

Dit besluit wordt aangehaald als: Instellingsbesluit Raad voor Europese en Internationale Aangelegenheden.

Dit besluit zal met de toelichting in de Nederlandse Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 2 februari 1996

De

Minister-President,

W. Kok

Naar boven