Warenwetregeling Kaaskorstbedekkingsmiddelen

Geraadpleegd op 19-03-2024.
Geldend van 31-08-2005 t/m 31-03-2023

Warenwetregeling Kaaskorstbedekkingsmiddelen

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;

Gelet op artikel 12a, derde lid, van het Warenwetbesluit Zuivel;

Gezien het advies van de Adviescommissie Warenwet van 19 juni 1995 met nummer 14886/(21)5;

Besluit:

Artikel 1

  • 1 Kunststofdispersies die zijn aangebracht op de korst van schapekaas, geitekaas en kaas als bedoeld in artikel 9 van het Warenwetbesluit Zuivel, mogen worden vervaardigd uit uitsluitend homo- of copolymeren van uitsluitend de volgende monomeren:

    • a. etheen;

    • b. vinylesters van verzadigde vetzuren met een ketenlengte C2-C18; of

    • c. maleïnezure esters en fumaarzure esters van eenwaardige alifatische verzadigde alcoholen met een ketenlengte C4-C8.

  • 2 Voor de vervaardiging van de in het eerste lid bedoelde polymeren mogen katalysatoren, polymerisatieregelaars, zuurteregelaars en oplosmiddelen zijn gebruikt welke voor het desbetreffende polymeer zijn toegelaten bij of krachtens het Warenwetbesluit verpakkingen en gebruiksartikelen, voor zover dat besluit ter zake regels stelt.

  • 3 Voor de vervaardiging van de in het eerste lid bedoelde kunststofdispersies mogen geen andere hulpstoffen worden gebruikt dan:

    • a. natrium-laurylsulfaat;

    • b. polyetheenoxide (4-14) ether van oleylalcohol;

    • c. polyetheenoxide (4-14) ether van nonylfenol;

    • d. lactose;

    • e. siliciumdioxide;

    • f. hydroxyethylcellulose;

    • g. methylcellulose;

    • h. carboxymethylcellulose;

    • i. polyvinylalcohol; of

    • j. polyvinylpyrrolidon.

  • 4 Voor de vervaardiging van de in het eerste lid bedoelde kunststofdispersies mogen geen andere pH-regulerende stoffen worden gebruikt dan:

    • a. azijnzuur (E 260), alsmede de Na-, K-, Ca- en NH4-zouten ervan;

    • b. citroenzuur (E 330), alsmede de Na-, K-, Ca- en NH4-zouten ervan;

    • c. wijnsteenzuur (E 334), alsmede de Na-, K-, Ca- en NH4-zouten ervan;

    • d. zoutzuur;

    • e. ascorbinezuur of de zouten hiervan met Na of Ca (E 300, E 301 en E 302);

    • f. ammonia;

    • g. natriumhydroxide;

    • h. kaliumhydroxide; of

    • i. carbonaten en bicarbonaten van Na en K.

  • 5 Voor de vervaardiging van de in het eerste lid bedoelde kunststofdispersies mogen geen andere kleurstoffen worden gebruikt dan:

    • a. caroteen (E 160a)

    • b. annatto (E 160b);

    • c. carbo medicinalis vegetabilis (E 153);

    • d. titaandioxide (E 171);

    • e. tartrazine (E 102);

    • f. chinolinegeel (E 104);

    • g. zonnegeel FCF ( E 110);

    • h. cochenillerood A (E 124);

    • i. indigotine (E 132);

    • j. briljantzwart BN (E 151); of

    • k. litholrubine BK (E 180).

Artikel 2

  • 1 Kaaskorstbedekkingsmiddelen op basis van minerale was die zijn aangebracht op de korst van schapekaas, geitekaas en kaas als bedoeld in artikel 9 van het Warenwetbesluit Zuivel, mogen worden vervaardigd uit uitsluitend:

    • a. geraffineerde vaste paraffine;

    • b. petrolatum; of

    • c. microkristallijne was.

    De onder a en c bedoelde paraffine en kristallijne was voldoen aan de ter zake bij of krachtens het Warenwetbesluit verpakkingen en gebruiksartikelen gestelde zuiverheidseisen.

  • 2 Bij de bereiding van de in het eerste lid bedoelde kaaskorstbedekkingsmiddelen mogen, tot een gehalte van ten hoogste 50 %, uitsluitend worden toegevoegd:

    • a. polyetheen;

    • b. polyisobuteen (M <10000);

    • c. copolymeren op basis van etheen en vinylacetaat;

    • d. butylrubber;

    • e. gecycliseerde rubber;

    • f. paraffine-olie, voor zover die voldoet aan de ter zake bij of krachtens het Warenwetbesluit verpakkingen en gebruiksartikelen gestelde zuiverheidseisen;

    • g. esters van montaanzuren met ethaandiol of 1,3-butaandiol;

    • h. gehydrogeneerde colofonium;

    • i. pentaerythritolester van gehydrogeneerde colofonium,

    alsmede BHA tot ten hoogste 0,02 %.

  • 3 Onverminderd het tweede lid mogen bij de bereiding van de in het eerste lid bedoelde kaaskorstbedekkingsmiddelen geen andere kleurstoffen worden gebruikt dan die, bedoeld in artikel 1, vijfde lid.

Artikel 2a

  • 1 Kaaskorstbedekkingsmiddelen op basis van mono- en diglyceriden van eetbare vetzuren, veresterd met azijnzuur, die zijn aangebracht op de korst van schapenkaas, geitenkaas of kaas als bedoeld in artikel 9 van het Warenwetbesluit Zuivel, mogen uitsluitend worden vervaardigd uit:

    • a. mono- en diglyceriden van eetbare vetzuren, veresterd met azijnzuur (E 472a);

    • b. mono- en diglyceriden van eetbare vetzuren (E 471);

    • c. gehydreerde natuurlijke oliën en vetten, geschikt voor consumptie door de mens; of

    • d. bijenwas (E 901), carnaubawas (E 903), of gehydrogeneerde ricinusolie (Europeesche Farmacopee, monograph 1497).

  • 2 Bij de bereiding van de in het eerste lid bedoelde kaaskorstbedekkingsmiddelen mogen:

Artikel 3

Deze regeling treedt in werking op het tijdstip waarop het Besluit tot wijziging van het Warenwetbesluit Zuivel en van het Algemeen Aanduidingenbesluit in werking treedt.

Artikel 4

Deze regeling wordt aangehaald als: Warenwetregeling Kaaskorstbedekkingsmiddelen.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Staatssecretaris

van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Erica Terpstra

Naar boven