Wijzigingswet Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten, enz. (afschaffing verzekeraarsbudgettering)

[Regeling vervallen per 01-01-2006.]
Geraadpleegd op 24-04-2024.
Geldend van 01-01-1996 t/m 31-12-2005

Wet van 20 december 1995, tot wijziging van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten en enige andere wetten in verband met afschaffing van verzekeraarsbudgettering ten aanzien van de kosten van AWBZ-verstrekkingen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten en enige andere wetten te wijzigen in verband met de afschaffing van de budgettering van de kosten van verstrekkingen en uitkeringen en de afschaffing van de nominale premie;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel I

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

[Red: Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]

Artikel II

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

[Red: Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]

Artikel III

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

[Red: Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]

Artikel IV

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

  • 1 Ten aanzien van de verschuldigdheid van nominale premie over periodes voorafgaande aan het tijdstip waarop deze wet in werking is getreden, blijft artikel 17 van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten, zoals dat artikel voor dat tijdstip luidde, van toepassing met dien verstande dat, in afwijking van het derde lid van dat artikel, door een verzekerde wiens verzekering is aangevangen voor, doch wiens inschrijving ingevolge artikel 9 van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten heeft plaatsgevonden na het bedoelde tijdstip en door wie ingevolge deze wet niet langer nominale premie is verschuldigd, de nominale premie slechts is verschuldigd over een periode van ten hoogste zestig dagen voor het bedoelde tijdstip.

  • 2 Indien de inschrijving van een verzekerde als bedoeld in het eerste lid heeft plaatsgevonden later dan zestig dagen na de aanvang van de verzekering, kan het ziekenfonds, de ziektekostenverzekeraar of het uitvoerend orgaan de nominale premie over de in het eerste lid bedoelde periode van ten hoogste zestig dagen verhogen. De verhoging bedraagt ten hoogste de nominale premie die bij het ziekenfonds, de ziektekostenverzekeraar of het uitvoerend orgaan op de dag voorafgaande aan het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet gold, op jaarbasis.

Artikel V

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Ten aanzien van de financiering van de kosten ingevolge de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten over periodes voorafgaand aan het tijdstip van de inwerkingtreding van deze wet blijft het bepaalde bij en krachtens artikel 40 van de Wet financiering volksverzekeringen, zoals dat voor de inwerkingtreding van deze wet luidde, van toepassing.

Artikel VI

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

  • 1 De reserves die bij het ziekenfonds, de ziektekostenverzekeraar en het uitvoerend orgaan na vaststelling van de uitkeringen krachtens artikel 40 van de Wet financiering volksverzekeringen uit het Algemeen Fonds Bijzondere Ziektekosten over de jaren 1992 tot en met 1995 aanwezig zijn en die uit die uitkeringen of uit de nominale premie, bedoeld in artikel 17 van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten zijn gevormd, komen ten gunste van dat Fonds. Onder de reserves worden mede begrepen de met de genoemde uitkeringen, premie en reserves verkregen opbrengsten. Negatieve reserves komen niet ten laste van het Fonds.

  • 2 Het College voor zorgverzekeringen, genoemd in artikel 1a van de Ziekenfondswet stelt voor ieder ziekenfonds, ziektekostenverzekeraar en uitvoerend orgaan het bedrag van de reserve vast.

  • 3 Bij de vaststelling van het bedrag, bedoeld in het tweede lid, houdt het College voor zorgverzekeringen, genoemd in artikel 1a van de Ziekenfondswet geen rekening met de financiële gevolgen die voortvloeien uit een verlaging van het ingevolge artikel 17, eerste lid, van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten vastgestelde bedrag van de nominale premie, die heeft plaatsgevonden na 31 mei 1995 ten opzichte van het voor dat tijdstip door het ziekenfonds, de ziektekostenverzekeraar of het uitvoerend orgaan aan verzekerden in rekening gebrachte bedrag van de nominale premie.

  • 4 Het ingevolge het tweede lid vastgestelde bedrag wordt door het ziekenfonds, de ziektekostenverzekeraar en het uitvoerend orgaan binnen een door het College voor zorgverzekeringen, genoemd in artikel 1a van de Ziekenfondswet vast te stellen termijn in het Algemeen Fonds Bijzondere Ziektekosten gestort.

  • 5 Het College voor zorgverzekeringen, genoemd in artikel 1a van de Ziekenfondswet kan het in het tweede lid bedoelde bedrag verrekenen met uitkeringen en voorschotten op die uitkeringen uit het Algemeen Fonds Bijzondere Ziektekosten aan het ziekenfonds, de ziektekostenverzekeraar en het uitvoerend orgaan.

Artikel VII

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

De premie, bedoeld in artikel 17 van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten, zoals die bepaling door deze wet is komen te luiden, is niet verschuldigd over perioden als verzekerde, voorafgaand aan de datum van inwerkingtreding van de in dat artikel bedoelde algemene maatregel van bestuur.

Artikel VIII

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Deze wet treedt in werking met ingang van 1 januari 1996. Artikel III werkt terug tot en met 1 juli 1994.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage, 20 december 1995

Beatrix

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. Borst-Eilers

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

A. P. W. Melkert

Uitgegeven de achtentwintigste december 1995

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager

Naar boven