Artikel 1. Begripsbepalingen
[Regeling vervallen per 31-12-2004]
- a. de wet:
-
de Wet educatie en beroepsonderwijs;
- b. het Bekostigingsbesluit:
-
het Bekostigingsbesluit welzijnsbeleid;
- c. de welzijnsregeling:
-
de Welzijnsregeling inburgering nieuwkomers;
- d. educatieve component:
-
de educatieve component van de inburgering, bedoeld in artikel 2.3.1, eerste lid,
derde volzin, van de wet die wordt gegeven door een instelling;
- e. welzijnscomponent:
-
de welzijnscomponent van het inburgeringsprogramma, bedoeld in de welzijnsregeling;
- f. instelling:
-
een instelling als bedoeld in artikel 1.3.1, eerste lid, van de wet, of een instelling
waarop op grond van artikel 12.3.35, tweede lid, van de wet ten aanzien van de bekostiging
van activiteiten volwasseneneducatie in het jaar 1996, het bepaalde bij of krachtens
de Kaderwet
- g. overeenkomst:
-
een overeenkomst als bedoeld in artikel 4, eerste lid;
- h. onderwijsovereenkomst:
-
een overeenkomst als bedoeld in artikel 3, eerste lid;
- i. nieuwkomer:
-
de persoon die naar het oordeel van de gemeente van eerste huisvesting, het risico
loopt in een achterstandspositie te geraken en die behoort tot de groep personen:
-
1. die met toepassing van artikel 15, eerste lid, van de Vreemdelingenwet als vluchteling
is toegelaten;
-
2. wier verzoek om toelating als vluchteling is afgewezen, onder verlening, gelijktijdig
of nadien, van een vergunning tot verblijf op humanitaire gronden als bedoeld in artikel
9 van de Vreemdelingenwet, zonder dat daaraan beperkingen zijn verbonden;
-
3. aan wie een voorwaardelijke vergunning tot verblijf als bedoeld in artikel 9a van
de Vreemdelingenwet is verleend;
-
4. die gezinshereniger of -vormer is, als bedoeld in artikel 9 van de Vreemdelingenwet,
of
-
5. die Nederlander en afkomstig van de Nederlandse Antillen of Aruba is;
- j. nieuwkomer-deelnemer:
-
de deelnemer van 18 jaar of ouder, die deelnemer is overeenkomstig artikel 8.1.1,
eerste jo zesde lid, van de wet en die op grond van een overeenkomst binnen een termijn
van uiterlijk vier maanden na eerste huisvesting, in 1996 een onderwijsovereenkomst
heeft gesloten, of, voor zover naar het oordeel van die gemeente redelijkerwijs sprake
is van zwaarwegende omstandigheden gelegen in de persoon van de nieuwkomer, binnen
een termijn van uiterlijk 10 maanden na eerste huisvesting, in 1996 een onderwijsovereenkomst
heeft gesloten;
- k. toets:
-
de toets, bedoeld in artikel 3, tweede lid, onderdeel b;
- l. examen:
-
het examen, bedoeld in het Staatsexamenbesluit Nederlands als tweede taal, afgenomen
volgens programma I of programma II;
- m. educatiemiddelen 1995:
-
de middelen die ten behoeve van activiteiten in het jaar 1995 op grond van artikel
17 van de Kaderwet Volwasseneneducatie 1991 per regio ten behoeve van voortgezet algemeen
volwassenenonderwijs, basiseducatie en deeltijds middelbaar beroepsonderwijs voor
de gemeenten in die regio zijn vastgesteld;
- n. educatiemiddelen 1996:
-
de middelen die ten behoeve van activiteiten in het jaar 1996 op grond van artikel
17 van de Kaderwet Volwasseneneducatie 1991, ten behoeve van voortgezet algemeen volwassenenonderwijs,
basiseducatie en deeltijds middelbaar beroepsonderwijs, en op grond van artikel 2.3.1
van de wet ten behoeve van inburgering voor de gemeenten in de in onderdeel m. bedoelde
regio zijn vastgesteld;
- o. gemeente:
-
een gemeente als bedoeld in artikel 2, eerste lid, danwel een in artikel 2, derde
lid bedoelde gemeente of publiekrechtelijke rechtspersoon.
- p. oudkomer:
-
de persoon van 18 jaar of ouder die naar het oordeel van de gemeente het risico loopt
in een achterstandspositie te geraken en die behoort tot de groep personen:
-
1. die met toepassing van artikel 15, eerste lid, van de Vreemdelingenwet als vluchteling
is toegelaten; op humanitaire gronden als bedoeld in artikel 9 van de Vreemdelingenwet,
zonder dat daaraan beperkingen zijn verbonden;
-
2. wier verzoek om toelating als vluchteling is afgewezen, onder verlening, gelijktijdig
of nadien, van een vergunning tot verblijf
-
3. aan wie een voorwaardelijke vergunning tot verblijf als bedoeld in artikel 9a van
de Vreemdelingenwet is verleend;
-
4. die gezinshereniger of -vormer is, als bedoeld in artikel 9 van de Vreemdelingenwet,
of
-
5. die Nederlander en afkomstig van de Nederlandse Antillen of Aruba is, en, met wie
overeenkomstig artikel 8.1.1, eerste jo zesde lid, van de wet in 1996 een onderwijsovereenkomst
is gesloten;
- q. de gemeentelijke educatiemiddelen 1995:
-
de educatiemiddelen 1995 die, gecorrigeerd naar het prijspeil 1996 door de minister
aan de gemeente zijn toegerekend op grond van artikel 2, dertiende lid;
- r. deelnemer:
-
deelnemer die deelneemt aan opleidingen educatie, bedoeld in artikel 7.3.1, eerste
lid, onderdelen a tot en met d van de wet;
- s. gegarandeerd aantal deelnemers voor de periode 1 januari 1996 tot en met 30 juni 1996:
-
Het in kolom a van bijlage 2 van deze regeling opgenomen aantal trajecten per gemeente;
- t. gegarandeerd aantal deelnemers voor de periode 1 januari tot en met 31 december 1996:
-
Het in kolom c van bijlage 2 van deze regeling opgenomen aantal trajecten per gemeente.