Stb. 2007, 254, datum inwerkingtreding 18-07-2007, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 18-08-2006.
1 De in artikel 2.2.1 bedoelde berekeningswijze bevat voor elke instelling en elke opleiding
gelijkelijk geldende maatstaven.
2 De maatstaven voorzien in bekostiging aan de hand van:
-
a. de instroom van deelnemers, en
-
b. het aantal deelnemers en examendeelnemers dat een diploma als bedoeld in artikel 7.4.6
heeft behaald.
3 Voor voorbereidende en ondersteunende activiteiten als bedoeld in artikel 7.2.2,
vierde lid, voor zover betrekking hebbend op beroepsopleidingen als bedoeld in artikel
7.2.2, eerste lid, onder a en b, wordt een afzonderlijk bedrag berekend, aan de hand
van de instroom van deelnemers.
4 Voor de toepassing van de maatstaf, bedoeld in het tweede lid, onder a, geldt inschrijving
van een deelnemer voor twee of meer voltijdse dan wel twee of meer deeltijdse beroepsopleidingen
in enig studiejaar als inschrijving voor één voltijdse respectievelijk één deeltijdse
beroepsopleiding. Inschrijving van een deelnemer voor zowel voltijdse als deeltijdse
beroepsopleidingen in enig studiejaar geldt voor de toepassing van die maatstaf als
inschrijving voor een voltijdse opleiding.
5 Voor de toepassing van de maatstaf, bedoeld in het tweede lid, onder b, geldt dat
een deelnemer of examendeelnemer in enig jaar slechts eenmaal wordt meegeteld bij
het bepalen van het aantal deelnemers onderscheidenlijk examendeelnemers die een diploma
als bedoeld in artikel 7.4.6 hebben behaald.
6 Bij de toepassing van de maatstaf, bedoeld in het tweede lid, onder a, blijven buiten
beschouwing deelnemers aan een deeltijdse opleiding waarvoor het bevoegd gezag een
in instellingstijd verzorgd onderwijsprogramma, met inbegrip van de beroepspraktijkvorming,
heeft ingericht dat minder dan 300 uren per volledig studiejaar omvat.
7 In de maatstaven, bedoeld in het tweede lid, kan onderscheid worden gemaakt naar
groepen van deelnemers en naar opleidingen.
8 Deelnemers die niet zijn opgenomen in de basisadministratie persoonsgegevens, bedoeld
in de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegegevens, tellen alleen mee,
indien:
-
a. zij onderwijs, daaronder begrepen de beroepspraktijkvorming, in Nederland volgen,
en
-
b. zij in Nederland, België of een van de bondsstaten Noord-Rijnland-Westfalen, Nedersaksen
en Bremen van de Bondsrepubliek Duitsland wonen.