Besluit buitengewoon opsporingsambtenaren Rijkswaterstaat 1995

[Regeling vervallen per 08-11-2005.]
Geraadpleegd op 29-03-2024.
Geldend van 15-10-2000 t/m 07-11-2005

Besluit buitengewoon opsporings-ambtenaren Rijkswaterstaat 1995

De Minister van Justitie,

Handelend in overeenstemming met de Minister van Verkeer en Waterstaat, van Vokshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

Gelezen het verzoek van de Directeur-Generaal Rijkswaterstaat van 11 juni 1993;

Gelet op artikel 17, eerste lid, aanhef en onder ten tweede van de Wet op de economische delicten juncto artikel 142, eerste lid, onder c, van het Wetboek van Strafvordering, artikel 142, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering, artikel 19 van het Uitvoeringsbesluit verontreiniging rijkswateren en op het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar;

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 08-11-2005]

In dit besluit wordt verstaan onder buitengewoon opsporingsambtenaar: de buitengewoon opsporingsambtenaar, bedoeld in artikel 2.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 08-11-2005]

De ambtenaar, werkzaam bij het Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat van het ministerie van Verkeer en Waterstaat die daadwerkelijk is belast met handhaving van wet- en regelgeving, is aangewezen tot buitengewoon opsporingsambtenaar.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 08-11-2005]

  • 2 De buitengewoon opsporingsambtenaar is tevens bevoegd tot het opsporen van de feiten strafbaar gesteld bij of krachtens het Wetboek van Strafrecht, voor zover deze strafbare feiten verband houden met de opsporing van strafbare feiten op basis van de in het eerste lid genoemde wetten.

  • 3 De opsporingsbevoegheid geldt voor het grondgebied van Nederland en daarbuiten voor zover de rechtsmacht van Nederland strekt.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 08-11-2005]

  • 1 Het College van procureurs-generaal is bevoegd tot beëdiging van de buitengewoon opsporingsambtenaar.

  • 2 Op grond van dit besluit kunnen maximaal 430 personen als buitengewoon opsporingsambtenaar zijn beëdigd.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 08-11-2005]

  • 1 Als toezichthouder voor de buitengewoon opsporingsambtenaar is aangewezen de hoofdofficier van justitie van het arrondissement Den Haag.

  • 2 Als direct toezichthouder is aangewezen de korpschef van het Korps landelijke politiediensten.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 08-11-2005]

De Directeur-Generaal Rijkswaterstaat brengt jaarlijks, vóór 1 april, over het voorafgaande jaar, aan de Minister van Justitie verslag uit over:

  • a. het aantal buitengewoon opsporingsambtenaren werkzaam bij het Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat op 31 december van het voorafgaande jaar;

  • b. de door die buitengewoon opsporingsambtenaren verrichte opsporingsactiviteiten;

  • c. de stand van zaken met betrekking tot de opleiding van die buitengewoon opsporingsambtenaren, waarbij in ieder geval wordt aangegeven hoeveel personen in het verslagjaar zijn aangemeld voor het door de Minister goedgekeurde examen en hoeveel personen in dat jaar daarvoor zijn geslaagd.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 08-11-2005]

De regeling houdende aanwijzing opsporingsambtenaren Ontgrondingenwet van 13 maart 1972 (Stcrt. 1972, nr. 54) wordt ingetrokken.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 08-11-2005]

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na publikatie van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en vervalt op 8 november 2005.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 08-11-2005]

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit buitengewoon opsporingsambtenaren Rijkswaterstaat 1995.

Dit besluit wordt in de Staatscourant en het Algemeen Politieblad geplaatst.

’s-Gravenhage, 24 oktober 1995

De

Minister

van Justitie,
Namens deze,
Het

hoofd van de Directie Politie

,

J. van Ees

Naar boven