Aanwijzing ex artikel 14 Wet tarieven gezondheidszorg inzake het tarievenbeleid 1995 voor medisch specialisten

[Regeling materieel uitgewerkt per 01-10-2006.]
Geraadpleegd op 29-03-2024.
Geldend van 05-02-1995 t/m heden

Aanwijzing ex artikel 14 Wet tarieven gezondheidszorg inzake het tarievenbeleid 1995 voor medisch specialisten

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

en de Minister van Economische Zaken, en de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,

Gelet op artikel 14 van de Wet tarieven gezondheidszorg;

Gehoord het Centraal Orgaan Tarieven Gezondheidszorg (advies van 25 november 1994, kenmerk HV/th/VI/94/352, vastgesteld in de vergadering van 21 november 1994);

Na schriftelijk mededeling te hebben gedaan aan de Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal (brief van 30 november 1994, kenmerk VMP/O-943591);

Besluiten:

Artikel 1

  • 1 Het Centraal Orgaan Tarieven Gezondheidszorg (verder te noemen: Cotg) stelt voor de prestaties van personen en instellingen die in artikel 1, onder 8, nummer 5, artikel 1, onder A nummer 32 en artikel 2 onder b, in het Besluit Werkingssfeer Wet tarieven gezondheidszorg 1992 als orgaan voor gezondheidszorg zijn aangewezen, zodanige richtlijnen vast dat:

    • a. voor zover die prestaties worden geleverd in de ziekenfondspraktijk een aanpassing van de maximumtarieven een opbrengst van f 193 mln. voor 1995 bewerkstelligt. Het aanvaardbaar kostenniveau voor de medisch specialistische hulp in de ziekenfondspraktijk van het totaal van de in rekening te brengen tarieven is over 1995 maximaal f 953,5 mln (exclusief loon- en prijsbijstellingen en autonome volumegroei). Uitgaande van ongewijzigd beleid en een gelijkblijvend volume ten opzichte van 1993, zou het totaal van de in rekening te brengen tarieven f 220 mln. meer bedragen dan het aanvaardbare kostenniveau van f 953,5 mln;

    • b. voor zover die prestaties worden geleverd in de particuliere praktijk een aanpassing van de maximumtarieven een opbrengst van f 204 mln. voor 1995 bewerkstelligt. Het aanvaardbaar kostenniveau voor de medisch specialistische hulp in de particuliere praktijk van het totaal van de in rekening te brengen tarieven is over 1995 maximaal f 1054.5 mln. (exclusief loon- en prijsbijstellingen en autonome volumegroei). Uitgaande van ongewijzigd beleid en een gelijkblijvend volume ten opzicht van 1993, zou het totaal van de in rekening te brengen tarieven f 204,5 mln. meer bedragen dan het aanvaardbare kostenniveau van f 1054,5 mln;

    • c. voor zover die prestaties worden geleverd in het kader van de AWBZ-praktijk (zelfstandig declarerende psychiaters) een aanpassing van de maximumtarieven een opbrengst van f 47 mln. voor 1995 bewerkstelligt. Het aanvaardbaar kostenniveau voor de medisch specialistische hulp in de AWBZ-praktijk van het totaal van de in rekening te brengen tarieven is over 1995 maximaal f 80 mln. Uitgaande van ongewijzigd beleid en een gelijkblijvend volume ten opzichte van 1993, zou het totaal van de in rekening te brengen tarieven f 62,5 mln. meer bedragen dan het aanvaardbare kostenniveau van f 80 mln.

      Revalidatie-geneeskunde is begrepen in 1 a en 1 b.

  • 2 De afzonderlijke richtlijnen maken onderscheid naar specialisme indien VWS daartoe bij addendum bij deze aanwijzing op een nader te bepalen tijdstip voor definitieve vaststelling van de nieuwe tarieven opdracht geeft. In dit addendum wordt de wijze en het niveau van differentiatie aangegeven. Onderscheid naar specialisme of een niet generieke neerwaartse aanpassing, is ook mogelijk op basis van voorstellen van partijen terzake aan het Cotg en het Cotg daartoe besluit.

  • 3 In de bedoelde richtlijnen ter uitvoering van onderhavige aanwijzing wordt bepaald dat het Cotg bij het ontbreken van een verzoek tot goedkeuring of vaststelling van tarieven, ambtshalve gewijzigde tarieven vaststelt.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. Borst-Eilers

De

Minister

van Economische Zaken,

G.J. Wijers

De

Minister

van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,

J.M.M. Ritzen

Naar boven