Regeling uitzondering kentekenplicht krijgsmacht of civiele dienst

Geraadpleegd op 29-03-2024.
Geldend van 30-12-2004 t/m heden

Regeling uitzondering kentekenplicht krijgsmacht of civiele dienst

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Gelet op artikel 37, eerste lid, aanhef en onderdeel c, van de Wegenverkeerswet 1994;

Besluit:

Artikel 1

Artikel 37, eerste lid, aanhef en onderdeel c, van de Wegenverkeerswet 1994 is van toepassing op de volgende categorieën van motorrijtuigen:

  • a. motorrijtuigen, in eigendom toebehorend aan of gehouden door leden van de Nederlandse krijgsmacht of de Nederlandse civiele dienst in de zin van artikel 1 van het verdrag tussen de landen die partij zijn bij het Noord-Atlantisch Verdrag nopens de rechtspositie van hun krijgsmachten, op 19 juni 1951 te Londen gesloten (Trb. 1953, 10), voor zover deze motorrijtuigen op grond van artikel XI, zesde lid, van genoemd verdrag in Duitsland met tijdelijke vrijstelling van belasting kunnen worden ingevoerd mits:

    • 1º. aan de eigenaar of houder voor het motorrijtuig door de Minister van Defensie een registratiebewijs is afgegeven dat het voor het motorrijtuig opgegeven registratienummer inhoudt, en

    • 2º. aan de voor- en achterzijde van het motorrijtuig duidelijk zichtbaar een plaat is aangebracht met een witomrande zwarte achtergrond en in witte letters en cijfers het voor het motorrijtuig opgegeven registratienummer;

  • b. motorrijtuigen, in eigendom toebehorend aan of gehouden door leden van de Duitse krijgsmacht of de Duitse civiele dienst in de zin van artikel I van het in onderdeel a bedoelde verdrag van 1951, die de Duitse nationaliteit bezitten en behoren tot de vaste kampstaf van het te Budel gestationeerde onderdeel van de Duitse Bundeswehr, voor zover deze motorrijtuigen op grond van artikel XI, zesde lid, van het hiervoor bedoelde verdrag van 1951 hier te lande met tijdelijke vrijstelling van belasting kunnen worden ingevoerd, mits:

    • 1º. aan de eigenaar of houder voor het motorrijtuig door de Minister van Defensie een registratiebewijs is afgegeven dat het voor het motorrijtuig opgegeven registratienummer inhoudt alsmede een verklaring van de Minister van Financiën dat tijdelijke vrijstelling van belasting is verleend, en

    • 2º. aan de voor- en achterzijde van het motorrijtuig duidelijk zichtbaar een plaat is aangebracht met zwarte ondergrond en in gele letters en cijfers het door de Minister van Defensie voor het motorrijtuig opgegeven registratienummer;

  • c. motorrijtuigen, in eigendom toebehorend aan of gehouden door leden van een krijgsmacht of een civiele dienst in de zin van artikel 3 van het bij het in onderdeel a bedoelde verdrag van 1951 behorende, op 28 augustus 1952 te Parijs gesloten, protocol nopens de rechtspositie van internationale militaire hoofdkwartieren, ingesteld uit hoofde van het Noord-Atlantisch Verdrag (Trb. 1953, II), die zijn verbonden aan het Joint Forces Command Head Quarters Brunssum, voor zover deze motorrijtuigen in verband met artikel 8 van het protocol op grond van artikel XI, zesde lid, van het in onderdeel a bedoelde verdrag van 1951 hier te lande met tijdelijke vrijstelling van belasting kunnen worden ingevoerd, mits:

    • 1º. aan de eigenaar of houder van het motorrijtuig door of namens de Commander in Chief van het vorenvermelde hoofdkwartier een registratiebewijs is afgegeven, dat het voor het motorrijtuig opgegeven registratienummer inhoudt, en

    • 2º. aan de voor- en achterzijde van het motorrijtuig duidelijk zichtbaar een registratienummer wordt gevoerd, dat door of namens de Commander in Chief van het hiervoor vermelde hoofdkwartier is afgegeven, welk nummer door de Dienst Wegverkeer aan deze is medegedeeld;

  • d. motorrijtuigen, in eigendom toebehorend aan of gehouden door functionarissen van de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie die in Nederland zijn op grond van de briefwisseling tussen de regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie van 31 augustus en 11 september 1979 (Trb.1979, 159) en op wie het Verdrag nopens de rechtspositie van de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie, van de nationale vertegenwoordigers bij haar organen en van haar internationale staf (Trb.1951, 139), van toepassing is, mits wordt voldaan aan onderdeel c, onder 1º en 2º.

Artikel 2

  • 2 Indien door de in artikel 1, onderdeel a, b, c of d, bedoelde motorrijtuigen een aanhangwagen met een toegestane maximum massa van meer dan 750 kg wordt voortbewogen, is artikel 1 van overeenkomstige toepassing op die aanhangwagen, met dien verstande dat het registratienummer alleen aan de achterzijde van de aanhangwagen behoeft te worden aangebracht.

Artikel 3

De regeling van de Minister van Verkeer en Waterstaat van 7 september 1967, nr. RVV 53226, houdende bekendmaking motorvoertuigen waarvoor geen kenteken is vereist (Stcrt. 177), wordt ingetrokken.

Artikel 4

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 1995.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Artikel 5

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling uitzondering kentekenplicht krijgsmacht of civiele dienst.

De

Minister

van Verkeer en Waterstaat,

A. Jorritsma-Lebbink

Naar boven