Besluit rangen politie

Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 01-09-2020 t/m heden

Besluit van 25 oktober 1994, houdende vaststelling van regels ten aanzien van de rangen van de politie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken van 1 juni 1994, directoraat-generaal voor Openbare Orde en Veiligheid, directie Politie, hoofdafdeling Personeel, Onderwijs en Informatievoorziening, afdeling Arbeidsvoorwaardenbeleid, nummer EA94/U1612, gedaan in overeenstemming met Onze Minister van Justitie, nummer 439825/594/GBJ;

Gelet op artikel 51 van de Politiewet 1993;

De Raad van State gehoord (advies van 27 juni 1994, nummer W04.94.0339);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Binnenlandse Zaken van 10 oktober 1994, directoraat-generaal voor Openbare Orde en Veiligheid, directie Politie, hoofdafdeling Personeel, Onderwijs en Informatievoorziening, afdeling Arbeidsvoorwaardenbeleid, nummer EA94/2256;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

  • 1 Voor de ambtenaren, bedoeld in artikel 2 van de Politiewet 2012, die zijn aangesteld voor de uitvoering van de politietaak of zijn belast met de opsporing van alle strafbare feiten, gelden de volgende rangen:

    • a. eerste hoofdcommissaris;

    • b. hoofdcommissaris;

    • c. commissaris;

    • d. hoofdinspecteur;

    • e. inspecteur;

    • f. brigadier;

    • g. hoofdagent;

    • h. agent;

    • i. surveillant van politie;

    • j. aspirant.

  • 2 Een in het eerste lid eerdergenoemde rang is hoger dan een later genoemde rang.

Artikel 2

  • 1 De volgende rangen zijn verbonden aan de volgende functies:

    • a. aspirant voor degene die op grond van de artikelen 3, eerste, tweede of derde lid, 3bis, eerste lid, of 3a van het Besluit algemene rechtspositie politie is aangesteld als aspirant, vrijwilliger-aspirant, ambtenaar in opleiding onderscheidenlijk vrijwillige ambtenaar in opleiding;

    • b. surveillant van politie voor functies die zijn gewaardeerd op schaal 4 en 5;

    • c. agent voor functies die zijn gewaardeerd op schaal 6;

    • d. hoofdagent voor functies die zijn gewaardeerd op schaal 7;

    • e. brigadier voor functies die zijn gewaardeerd op schaal 8;

    • f. inspecteur voor functies die zijn gewaardeerd op schaal 9 en 10;

    • g. hoofdinspecteur voor functies die zijn gewaardeerd op schaal 11 en 12;

    • h. commissaris voor functies die zijn gewaardeerd op schaal 13 en hoger;

    • i. hoofdcommissaris voor de functie van politiechef van een regionale eenheid en voor de functie van het hoofd van een landelijke eenheid;

    • j. eerste hoofdcommissaris voor de functie van korpschef.

Artikel 2b

Aan de directeur van de Politieacademie en zijn plaatsvervanger kan op voordracht van Onze Minister bij koninklijk besluit de titulaire rang van hoofdcommissaris worden toegekend.

Artikel 2c

Aan de ambtenaar die is aangesteld als ambtenaar als bedoeld in artikel 2, onderdeel a, van de Politiewet 2012 voor wie de rang van hoofdcommissaris heeft gegolden, kan voor de resterende duur van deze aanstelling op voordracht van Onze Minister bij koninklijk besluit de titulaire rang van hoofdcommissaris worden toegekend.

Artikel 2d

Aan de ambtenaar, bedoeld in artikel 2, onderdeel a, van de Politiewet 2012, die is aangesteld in een functie waaraan de rang van commissaris is verbonden en die op uitzonderlijke wijze heeft bijgedragen tot de behartiging van de belangen van de Nederlandse politie, kan voor de resterende duur van deze aanstelling op voordracht van Onze Minister bij koninklijk besluit de titulaire rang van hoofdcommissaris worden toegekend.

Artikel 3

  • 2 Indien de ambtenaar, bedoeld in het eerste lid, na de termijn van vijf jaren niet in een functie is geplaatst waaraan dezelfde salarisschaal is verbonden als de salarisschaal die is opgenomen in bijlage I van het Bezoldigingsreglement politie 1958 en die voor hem gold voor het tijdstip waarop de negatieve verticale plaatsing plaatsvond, wordt, indien de ambtenaar daartoe de aanvraag heeft gedaan, de termijn van vijf jaren verlengd.

Artikel 3a

In afwijking van artikel 2, eerste lid, behoudt de ambtenaar:

Artikel 5

  • 1 De ambtenaar die ten gevolge van het LFNP, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel vv. van het Besluit bezoldiging politie, overgaat naar een functie waaraan een lagere salarisschaal is verbonden, behoudt, indien hij daartoe de wens te kennen heeft gegeven, de rang die is verbonden aan de functie die voor hem gold direct voorafgaand aan het tijdstip waarop de overgang naar een functie plaatsvond.

  • 2 De ambtenaar die op grond van een uitgangspositie, zijnde de functie en in samenhang daarmee de functiebeschrijving en de overige opgedragen werkzaamheden of bijzondere situaties op enig moment vanaf 31 december 2009 tot en met 31 december 2011, dan wel een toegekende functie op grond van die functie recht had op een rang, behoudt deze rang, indien hij daartoe de wens te kennen heeft gegeven.

Artikel 6

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 april 1994.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 25 oktober 1994

Beatrix

De Minister van Binnenlandse Zaken,

H. F. Dijkstal

Uitgegeven de tweeëntwintigste november 1994

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager

Naar boven