Besluit van 22 oktober 1994, houdende vaststelling van regels inzake een tijdelijke
doeluitkering aan provincies als bijdrage in de kosten van de uitvoering van het regionale
verkeersveiligheidsbeleid
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 7 februari 1994,
nr. RV 168795, Hoofddirectie van de Waterstaat, Hoofdafdeling Bestuurlijke en Juridische
Zaken;
Gelet op artikel 185 van de Provinciewet en op de artikelen 1, eerste lid, en 4, eerste lid, van de Wet van 24 april 1991,
houdende regels met betrekking tot enkele specifieke uitkeringen aan provincies en
gemeenten op het terrein van Verkeer en Waterstaat (Stb. 1991, 255);
De Raad van State gehoord (advies van 5 april 1994, no. W09.94.0082);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 14 oktober
1994, nr. RV 183801, Hoofddirectie van de Waterstaat, Hoofdafdeling Bestuurlijke en
Juridische Zaken;
Hebben goedgevonden en verstaan: