Vaststelling taken van de minister zonder portefeuille en de staatssecretaris

[Regeling vervallen per 11-06-2005.]
Geraadpleegd op 23-04-2024.
Geldend van 01-11-1995 t/m 10-06-2005

Vaststelling taken van de minister zonder portefeuille en de staatssecretaris

De Minister van Economische Zaken,

Gelet op artikel 46, tweede lid, van de Grondwet en artikel 3 van de wet van 25 januari 1951 (Stb. 24), houdende nadere voorzieningen in verband met de uitvoering van de ambten van minister zonder portefeuille en van staatssecretaris;

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 11-06-2005]

De staatssecretaris van Economische Zaken, mevrouw A. van Dok-Van Weele, is binnen de competentie van de minister van Economische Zaken en binnen de grenzen van het door hem vastgestelde beleid in het bijzonder belast met taken inzake:

  • a. de handelspolitiek en de internationale economische betrekkingen in het algemeen, zowel in bilateraal verband als in internationale organisaties, zoals bij voorbeeld GATT, UNCTAD, OESO, Benelux en Europese Gemeenschappen;

  • b. het exportbeleid en de voorlichting ten behoeve van de uitvoer;

  • c. het kleinschalig ondernemerschap voor zover betreffende

    • -

      het beleid gericht op het bevorderen van de ondernemingszin en

    • -

      de coördinatie van het beleid, gericht op het terugdringen van administratieve lasten;

  • d. de industriële eigendom;

  • e. het werven van buitenlandse investeringen in Nederland;

  • f. de economische infrastructuur voor zover liggend op het gebied van

    • -

      de regionale economische infrastructuur, onder meer de inzet van regionale stimuleringsmaatregelen zoals bij voorbeeld de regioprogramma's, het Besluit subsidies regionale investeringsprojecten (IPR) en de regionale ontwikkelingsmaatschappijen,

    • -

      de economische positie van de grote steden en agglomeratiegebieden,

    • -

      de internationale samenwerking op het vlak van de regionale economische structuur, onder meer bestaande uit actieve participatie in het Europese regiobeleid (EFRO) en de bevordering van grensoverschrijdende economische samenwerking;

  • g. het consumentenbeleid;

  • h. de toeristische bedrijvigheid en het bevorderen van het toerisme naar en in Nederland;

  • i. de kamers van koophandel en fabrieken

Artikel 2

[Regeling vervallen per 11-06-2005]

De in artikel 1 genoemde staatssecretaris voert in de contacten die zij bij de behartiging van de in artikel 1, onder a en b, bedoelde aangelegenheden met buitenlanders heeft, de titel: minister voor Buitenlandse Handel.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 11-06-2005]

Deze beschikking wordt in de Staatscourant bekendgemaakt.

's-Gravenhage, 24 augustus 1994

De

minister

van Economische Zaken

G. Wijers

Naar boven