Besluit aanwijzing van financiële instellingen en financiële diensten in het kader van de Wet identificatie bij financiële dienstverlening 1993

[Regeling vervallen per 01-06-2003.]
Geraadpleegd op 29-03-2024.
Geldend van 01-07-2002 t/m 31-05-2003

Besluit van 29 juli 1994, houdende aanwijzing van financiële instellingen en financiële diensten in het kader van de Wet identificatie bij financiële dienstverlening 1993

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Financiën, Centrale Directie Wetgeving, Juridische en Bestuurlijke Zaken, d.d. 10 januari 1994, nr WJB 93/1455;

Gelet op artikel 1, onderdeel a, onder 6°, artikel 1, onderdeel b, onder 8° en artikel 6, onderdeel d, onder 8°, van de Wet identificatie bij financiële dienstverlening 1993;

De Raad van State gehoord (advies van 29-03-1994, no. W06.94.0020);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Financiën van 18 juli 1994, nr. WJB 94/943 M;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-06-2003]

Als instelling in de zin van artikel 1, eerste lid, onderdeel a, onder 7°, van de Wet identificatie bij dienstverlening worden de volgende ondernemingen en instellingen aangewezen:

  • a. een onderneming of instelling die creditcards uitgeeft, met uitzondering van de onderneming of instelling waarvan de door haar uitgegeven creditcards alleen gebruikt kunnen worden bij die onderneming of instelling of bij een onderneming of instelling die behoort tot dezelfde groep in de zin van artikel 24b, Boek 2, van het Burgerlijk Wetboek;

  • b. de natuurlijke persoon, rechtspersoon of vennootschap die beroeps- of bedrijfsmatig ten behoeve van of op verzoek van een ander munten of bankbiljetten wisselt, munten of bankbiljetten uitbetaalt tegen inlevering van een of meer cheques of munten of bankbiljetten uitbetaalt op vertoon van een creditcard;

  • c. de natuurlijke persoon, rechtspersoon of vennootschap die beroeps- of bedrijfsmatig een speelcasino in de zin van artikel 27g, tweede lid, van de Wet op de kansspelen organiseert.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-06-2003]

Als dienst in de zin van artikel 1, eerste lid, onderdeel b, onder 9°, van de Wet identificatie bij dienstverlening worden de volgende diensten aangewezen:

  • a. het uitgeven van creditcards, met uitzondering van het uitgeven van creditcards die alleen gebruikt kunnen worden bij de onderneming of instelling die deze creditcards uitgeeft of bij een onderneming of instelling die behoort tot dezelfde groep in de zin van artikel 24 b, Boek 2, van het Burgerlijk Wetboek;

  • b. gelegenheid bieden, door middel van een speelcasino in de zin van artikel 27g, tweede lid, van de Wet op de kansspelen, mee te dingen naar prijzen en premies, tegen een betaling met een tegenwaarde of gezamenlijke tegenwaarde welke gelijk is aan, dan wel meer bedraagt dan € 10 000 anders dan in euro's luidende bankbiljetten en munten;

  • c. het aangaan van een verplichting tot het uitgeven van elektronisch geld als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel p, van de Wet toezicht kredietwezen 1992, waarmee betalingen kunnen worden verricht ook aan anderen dan de onderneming of instelling die het elektronisch geld uitgeeft, alsmede het omwisselen, op verzoek van een houder van elektronisch geld, van elektronisch geld door middel van uitbetaling van het elektronische geld in munten of bankbiljetten of door storting op een rekening.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-06-2003]

Als op de dienst betrekking hebbende gegevens als bedoeld in artikel 6, onderdeel d, onder 9°, van de Wet identificatie bij dienstverlening dient in het geval van een dienst als bedoeld in artikel 2, onder a, het creditcardnummer en het corresponderende bankrekeningnummer geregistreerd te worden.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-06-2003]

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 september 1994, met uitzondering van artikel 1, onderdeel c, en artikel 2, onderdeel b, welke in werking treden met ingang van 1 januari 1995.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 29 juli 1994

Beatrix

De Minister van Financiën,

W. Kok

Uitgegeven de zestiende augustus 1994

De Minister van Justitie,

A. Kosto

Naar boven