Besluit van 27 juli 1994, houdende regels inzake de handel, het niet-financiële dienstenverkeer
en de luchtvaart met Libië
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Buitenlandse Zaken, Directie Politieke VN-Zaken,
van 27 juni 1994, nr. DPV/PZ-1282/94, mede namens Onze Minister van Verkeer en Waterstaat
en de Staatssecretaris van Economische Zaken;
Gelet op Resolutie 883 (1993) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties van 11
november 1993, krachtens welke sancties zijn ingesteld tegen Libië om dit land te
bewegen uitvoering te geven aan de bepalingen van Resolutie 731 (1992) van de Veiligheidsraad
van de Verenigde Naties van 21 januari 1992, alsmede aan Resolutie 748 (1992) van
de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties van 31 maart 1992;
Gelet op verordening (EEG) nr. 3274/93 van de Raad van de Europese Gemeenschap van 29 november 1993, waarbij de levering
van een aantal goederen en diensten aan Libië wordt verhinderd;
Gelet op de artikelen 2, 3 en 9 van de Sanctiewet 1977;
Gezien het advies van de Sociaal-Economische Raad van 4 juli 1994 waarmee de Raad,
overeenkomstig artikel 5 van de Sanctiewet 1977, in de gelegenheid is gesteld zijn mening omtrent het besluit kenbaar te maken;
De Raad van State gehoord (advies van 15 juli 1994, nr. W02.94.0375);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Buitenlandse Zaken, gedaan mede namens
Onze Minister van Verkeer en Waterstaat en de Staatssecretaris van Economische Zaken,
van 20 juli 1994, nr. DPV/PZ-1514/94
Hebben goedgevonden en verstaan: