Regeling invoer van vlees, bestemd voor ander gebruik dan menselijke consumptie
De Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur,
Gelet op de Beschikking no. 92/183/EEG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen
van 3 maart 1992, tot vaststelling van de algemene voorwaarden voor de invoer van
bepaalde grondstoffen voor de farmaceutische verwerkingsindustrie, uit landen die
voorkomen op de lijst vastgelegd bij Beschikking 79/542/EEG van de Raad (PbEG 1992,
L 84), op Hoofdstuk 10 van Richtlijn no. 92/118/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen
van 17 december 1992, tot vaststelling van de veterinairrechtelijke en de gezondheidsvoorschriften
voor het handelsverkeer en de invoer in de Gemeenschap van produkten waarvoor ten
aanzien van deze voorschriften geen specifieke communautaire regelgeving geldt als
bedoeld in bijlage A, hoofdstuk I, van Richtlijn 89/662/EEG, en, wat ziekteverwekkers betreft, van Richtlijn 90/425/EEG (PbEG 1993, L 62), op Hoofdstuk II, onderdeel B, artikel 5, derde lid, van Richtlijn
no. 90/667/EEG van de Raad van 27 november 1990, tot vaststelling van de gezondheidsvoorschriften
voor de verwijdering en verwerking van dierlijke afvallen, voor het in de handel brengen
van dierlijke afvallen en ter voorkoming van de aanwezigheid van ziekteverwekkers
in diervoeders van dierlijke oorsprong (vissen daaronder begrepen) en tot wijziging
van Richtlijn 90/425/EEG (PbEG 1990, L363), alsmede op artikel 6a, onderdeel a, van het koninklijk besluit van 16 juli 1965, houdende uitvoering
van artikel 30a van de Vleeskeuringswet en artikel 7, onderdeel a, van het koninklijk besluit van 4 maart 1985, houdende
regelen met betrekking tot de invoer van vlees uit andere landen dan de lid-staten
van de Europese Gemeenschappen (Stb. 174);