Wijzigingswet Wet op het voortgezet onderwijs (verruiming van de mogelijkheid van nevenvestigingen)

[Regeling vervallen per 01-08-2022.]
Geraadpleegd op 25-04-2024.
Geldend van 29-06-1994 t/m 31-07-2022

Wet van 9 juni 1994, houdende wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met onder meer verruiming van de mogelijkheid van nevenvestigingen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is wijzigingen in de Wet op het voortgezet onderwijs aan te brengen ter verruiming van de mogelijkheid om scholen als nevenvestigingen in stand te houden alsmede in verband met enkele andere onderwerpen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel I

[Regeling vervallen per 01-08-2022]

[Red: Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]

Artikel II

[Regeling vervallen per 01-08-2022]

[Red: Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]

Artikel III

[Regeling vervallen per 01-08-2022]

In afwijking van artikel 29, vijfde lid, tweede volzin, van de Wet op het voortgezet onderwijs, berust de vaststelling van de in die volzin bedoelde eindexamenprogramma's tot een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende eindexamenprogramma's verschillend kan worden vastgesteld, op artikel 29, vijfde lid, van die wet, zoals luidend op 31 juli 1993.

Artikel IV

[Regeling vervallen per 01-08-2022]

Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst en werkt, met uitzondering van artikel I, onderdeel E, terug tot en met 1 augustus 1993.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage, 9 juni 1994

Beatrix

De Minister van Onderwijs en Wetenschappen,

J. M. M. Ritzen

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

P. Bukman

Uitgegeven de achtentwintigste juni 1994

De Minister van Justitie,

A. Kosto

Naar boven