Wijzigingswet Wet op de telecommunicatievoorzieningen, enz. (bepalingen met betrekking tot elektromagnetische compatibiliteit)

[Regeling vervallen per 13-12-2006.]
Geraadpleegd op 19-04-2024.
Geldend van 25-08-1995 t/m 12-12-2006

Wet van 19 mei 1994, houdende wijziging van de Wet op de telecommunicatievoorzieningen voor wat betreft de bepalingen met betrekking tot elektromagnetische compatibiliteit

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het, gelet op richtlijn 89/336/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 3 mei 1989 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lid-staten inzake elektromagnetische compatibiliteit (PbEG L139), zoals deze is gewijzigd bij richtlijn 92/31/EEG van de Raad van 28 april 1992 (PbEG L126), noodzakelijk is nieuwe regels te stellen ten aanzien van de elektromagnetische compatibiliteit van elektrische en elektronische apparaten;

dat het noodzakelijk is de Wet op de telecommunicatievoorzieningen en de Radio-Omroep-Zender-Wet 1935 daartoe aan te passen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel I

[Regeling vervallen per 13-12-2006]

[Red: Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]

Artikel II

[Regeling vervallen per 13-12-2006]

[Red: Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]

Artikel III

[Regeling vervallen per 13-12-2006]

  • 1 Onverminderd het bepaalde bij of krachtens andere hoofdstukken van de Wet op de telecommunicatievoorzieningen dan hoofdstuk V, mogen apparaten tot 1 januari 1996 tevens in de handel worden gebracht en verhandeld, in gebruik worden genomen en gebruikt indien met betrekking tot de elektromagnetische compatibiliteit van die apparaten wordt voldaan aan de bij en krachtens de Wet op de telecommunicatievoorzieningen terzake vastgestelde regels die van kracht waren op 30 juni 1992.

  • 2 Artikel 30a, tweede lid, van de Wet op de telecommunicatievoorzieningen zoals dat is komen te luiden ingevolge deze wet, is niet van toepassing ten aanzien van apparaten die op het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet reeds in de handel zijn gebracht.

Artikel IV

[Regeling vervallen per 13-12-2006]

Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage, 19 mei 1994

Beatrix

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

J. R. H. Maij-Weggen

Uitgegeven de vierentwintigste augustus 1995

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager

Naar boven