Wijzigingswet Wet schadeloosstelling leden Tweede Kamer, enz. (aanpassing vergoeding van verblijfkosten)

[Regeling vervallen per 14-11-2007.]
Geraadpleegd op 17-05-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2006 en zichtdatum 30-04-2024.
Geldend van 03-06-1994 t/m 13-11-2007

Wet van 16 mei 1994, tot aanpassing van de vergoeding van verblijfkosten van leden van de Tweede Kamer en enige andere wijzigingen van de Wet schadeloosstelling leden Tweede Kamer en daarmee verband houdende wijzigingen in andere wetten

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de regeling van de vergoeding van verblijfkosten van leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal aan te passen in verband met de inwerkingtreding van het Reisbesluit binnenland en daartoe de Wet schadeloosstelling leden Tweede Kamer te wijzigen en in deze wet enkele andere wijzigingen aan te brengen, alsmede enkele andere wetten in verband hiermee te wijzigen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel IV

[Regeling vervallen per 14-11-2007]

In afwijking van de artikelen 5 en 12a van de Wet schadeloosstelling leden Tweede Kamer, worden de bedragen, bedoeld in de artikelen 3, 4, 11 en 12 van die wet per 1 april 1992 en 1 januari 1993 opnieuw vastgesteld bij algemene maatregel van bestuur overeenkomstig de artikelen 5, 11, vierde lid, en 12, derde lid, van de Wet schadeloosstelling leden Tweede Kamer, zoals die wet vóór de inwerkingtreding van deze wet luidde.

Artikel XI

[Regeling vervallen per 14-11-2007]

Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 april 1993.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage, 16 mei 1994

Beatrix

De Minister van Binnenlandse Zaken,

E. van Thijn

Uitgegeven de tweede juni 1994

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

Naar boven