Organisatie- en mandaatbesluit KFD 1994.

[Regeling vervallen per 25-09-2008.]
Geraadpleegd op 19-04-2024.
Geldend van 01-05-1994 t/m 24-09-2008

Organisatie- en mandaatbesluit KFD 1994

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, de Minister van Economische Zaken, de Minister van Justitie en de Minister van Binnenlandse Zaken;

Gelet op de artikel 58 van de Kernenergiewet;

Besluit:

Artikel 1. , definitie

[Regeling vervallen per 25-09-2008]

In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

KFD:

de Kernfysische Dienst van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

I-SZW:

de I-SZW. Dienst voor inspectie en informatie van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Artikel 2. , organisatie KFD

[Regeling vervallen per 25-09-2008]

De KFD bestaat uit een directeur, drie projectmanagers en medewerkers op de aandachtsterreinen regelgeving en studies, beoordeling en toezicht, alsmede een secretariaat.

Artikel 3. , leiding en taken KFD

[Regeling vervallen per 25-09-2008]

  • 1 Aan het hoofd van de KFD staat een directeur die verantwoordelijk is voor de volgende algemene taken:

    • a. het, met inachtneming van de aanwijzingen en de richtlijnen van de bewindspersonen, de secretaris-generaal en de algemeen directeur van de I-SZW, geven van leiding aan de KFD;

    • b. het desgevraagd adviseren van de bewindspersonen en het desgevraagd of uit eigen beweging adviseren van de algemeen directeur van de I-SZW ten aanzien van alle aangelegenheden op het terrein van de KFD;

    • c. het in uitzonderlijke gevallen ongevraagd adviseren van de bewindspersonen ten aanzien van bijzondere aangelegenheden op het terrein van de KFD, een en ander voortvloeiend uit internationale richtlijnen voor het functioneren van nucleaire overheidsorganisaties.

  • 2 De directeur van de KFD is voorts verantwoordelijk voor de volgende bijzondere taken:

    • a. het ontwikkelen van een nucleair veiligheidsbeleid;

    • b. het beoordelen van aanvragen voor vergunningen en het adviseren in verband met het verlenen van vergunningen op grond van artikel 15 van de Kernenergiewet;

    • c. het houden van toezicht op de naleving, waaronder begrepen de handhaving en de medewerking aan de uitvoering van het bepaalde bij en krachtens de Kernenergiewet, voor zover het betreft activiteiten in inrichtingen en uitrustingen als bedoeld in artikel 15 van die wet;

    • d. het zorg dragen voor het opsporen van strafbare feiten op het terrein waarop volgens onderdeel c toezicht wordt gehouden;

    • e. het zorg dragen voor een goede informatievoorziening op het terrein van de nucleaire veiligheid ten behoeve van een optimale voorbereiding, bepaling en evaluatie van het beleid, dat mede bij het Ministerie van Volkshuisvesting. Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer wordt vorm gegeven en voor informatievoorziening aan overige belanghebbenden.

  • 3 De directeur van de KFD is tevens bekleed met de functies van:

    • a. kernfysisch-adviseur;

    • b. kernfysisch inspecteur bij de Arbeidsinspectie.

    Hij voert uit hoofde van deze functies de taken uit die bij en krachtens de wet aan deze functionarissen zijn opgedragen en draagt zorg dat door de medewerkers van de KFD die taken worden uitgevoerd.

Artikel 4. , mandaat directeur KFD

[Regeling vervallen per 25-09-2008]

  • 1 Aan de directeur van de KFD wordt mandaat verleend met betrekking tot het nemen van besluiten en het vaststellen en ondertekenen van stukken ter uitvoering van zijn taken als omschreven in artikel 3, een en ander met uitzondering van het verlenen van vergunningen, vrijstellingen en ontheffingen op grond van de artikelen 15, 29 en 34, tweede lid, onderdeel b, van de Kernenergiewet.

  • 2 De directeur van de KFD oefent uit hoofde van zijn functies als bedoeld in artikel 3, derde lid, de bevoegdheden uit die bij en krachtens de wet aan de daar genoemde functionarissen zijn verleend.

Artikel 5. , overige mandaten directeur

[Regeling vervallen per 25-09-2008]

Aan de directeur van de KFD wordt mandaat verleend tot het nemen van besluiten over en het vaststellen en ondertekenen van stukken die betrekking hebben op:

  • 1º. overeenkomsten met derden met betrekking tot de ontwikkeling en uitvoering van beroeps- functionerings- en loopbaangerichte cursussen en opleidingen die ingevolge dienstopdracht worden gevolgd, een en ander ten behoeve van de KFD;

  • 2º. overeenkomsten met derden met betrekking tot representatieve aangelegenheden, ten behoeve van de KFD;

  • 3º. de personeelsaangelegenheden ten behoeve van de KFD;

  • 4º. overeenkomsten met uitzendbureaus met betrekking tot de tewerkstelling van uitzendkrachten ten behoeve van de KFD, en

  • 5º. overeenkomsten met stagiaires ter vervulling van stageplaatsen ten behoeve van de KFD.

Artikel 6. , ondermandaat

[Regeling vervallen per 25-09-2008]

De directeur van de KFD kan zijn bevoegdheden in een door hem te bepalen omvang mandateren aan onder hem ressorterende functionarissen. Hij kan daarbij bepalen dat deze hun bevoegdheden kunnen mandateren aan onder hen ressorterende functionarissen.

Artikel 7. , de medewerkers van de KFD

[Regeling vervallen per 25-09-2008]

  • 1 De algemeen directeur van de I-SZW, de directeur van de KFD en de overige medewerkers van de KFD die krachtens hun aanstelling zijn belast met het uitoefenen van toezicht op de naleving van de Kernenergiewet, oefenen de taken en de bevoegdheden uit die bij en krachtens die wet aan de toezichthoudende ambtenaren zijn opgedragen en toegekend.

  • 2 Indien de algemeen directeur van de I-SZW, de directeur van de KFD en de overige medewerkers van de KFD optreden ter strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde, dan wel taken verrichten ten dienste van de justitie, staan zij onder gezag van de officier van justitie, die de betrokkenen de nodige aanwijzingen kan geven voor de vervulling van die taken. Voor het overige staan zij onder gezag van de verantwoordelijke bewindspersoon.

  • 3 De algemeen directeur van de I-SZW, de directeur van de KFD en de overige medewerkers van de KFD zijn bevoegd hun taken en bevoegdheden uit te oefenen in het hele land.

Artikel 8. , instructies

[Regeling vervallen per 25-09-2008]

  • 1 De medewerker van de KFD, met inbegrip van de algemeen directeur van de I-SZW en de directeur van de KFD:

    • a. zijn verplicht bij de uitoefening van hun functie een door of namens de verantwoordelijke bewindspersoon verstrekt legitimatiebewijs bij zich te dragen en desgevraagd te tonen;

    • b. nemen zonder de toestemming door of namens de verantwoordelijke bewindspersoon middellijk noch onmiddellijk deel aan bedrijven of ondernemingen, onder de bepalingen van enige wet vallende, waarvan de handhaving aan hen is opgedragen. Zij bekleden geen ander ambt of andere bediening en verrichten geen werkzaamheden ten behoeve van derden dan met toestemming door of namens de verantwoordelijke bewindspersoon;

    • c. handelen met de door hen ter zake van strafbare feiten opgemaakte processen-verbaal op de wijze als aangegeven in artikel 159 in verband met artikel 157 van het Wetboek van Strafvordering en doen van elk proces-verbaal een afschrift toekomen aan het centraal kantoor.

  • 2 De medewerkers van de KFD verlenen elkaar wederkerig de nodige hulp en betrachten bij voortduring een eendrachtige samenwerking bij het uitvoeren van die taak. Zij verlenen elkaar zoveel mogelijk de gevraagde medewerking.

Artikel 9. , personeelsaangelegenheden

[Regeling vervallen per 25-09-2008]

  • 1 Het mandaat op het gebied van de personeelsaangelegenheden omvat het nemen van besluiten over en het vaststellen en ondertekenen van stukken die betrekking hebben op:

    • a. de toepassing van de Ambtenarenwet, het Algemeen rijksambtenarenreglement (ARAR) en het Arbeidsovereenkomstenbesluit (AOB) 1, met uitzondering van:

      • 1º. de ontslagverlening op grond van artikel 125e van de Ambtenarenwet (ontslagverlening van een in een vertrouwensfunctie aangestelde ambtenaar van wie moet worden betwijfeld of hij zijn plicht als ambtenaar onder alle omstandigheden getrouwelijk zal volbrengen);

      • 2º. de toepassing van de Ambtenarenwet en het ARAR ten aanzien van ambtenaren die bij koninklijk besluit worden aangesteld, in welk geval de directeur van de KFD verantwoordelijk is voor de voorbereidende werkzaamheden voor de totstandkoming van een dergelijk koninklijk besluit of voor een door de secretaris-generaal of de verantwoordelijke bewindspersoon te nemen besluit of vast te stellen stuk;

      • 3º. de toepassing van artikel 123 van het ARAR (de instelling van dienstcommissies);

      • 4º. de toepassing van de bepalingen van Hoofdstuk XIA van het ARAR voor zover daarin sprake is van een beslissing van ‘Onze Minister’;

    • b. de toepassing van de op de Ambtenarenwet en het ARAR gebaseerde regelgeving, zoals het Verplaatsingskostenbesluit 1989, het Reisbesluit Binnenland en het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984;

    • c. de vaststelling van de formatie tot en met salarisschaal 13.

  • 2 De uitoefening van de in het eerste lid genoemde bevoegdheden geschiedt met inachtneming van de volgende procedureregels:

    • a. De directeur van de KFD geeft kennis aan de Centrale Directie Personeelsmanagement (CDPM) van de algemene en individuele aangelegenheden welke aan het Ministerie van Binnenlandse Zaken moeten worden voorgelegd. Terzake kunnen afzonderlijke procedureregelingen worden getroffen die per onderwerp kunnen verschillen.

    • b. De directeur van de KFD legt voornemens voor ontslag op grond van artikel 96 van het ARAR voor advies voor aan de CDPM.

    • c. De directeur van de KFD draagt zorg voor de administratieve en financiële afhandeling van de uitvoering van de personeelsaangelegenheden, voor zover deze niet is opgedragen aan anderen zoals de CDPM, de Centrale Directie Financieel-economische Zaken, de Rijks Bedrijfsgezondheids- en Bedrijfsveiligheidsdienst en het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds.

  • 3 Een gemandateerde kan geen besluiten nemen en stukken vaststellen en ondertekenen die betrekking hebben op hemzelf.

Artikel 10. , inwerkingtreding en citeertitel

[Regeling vervallen per 25-09-2008]

  • 1 Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 mei 1994.

  • 2 Dit besluit wordt aangehaald als: Organisatie- en mandaatbesluit KFD 1994.

    Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 28 april 1994

De

Minister

van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, namens deze, de

Secretaris-Generaal,

H.J.Th.M. de Maat-Koolen

  1. Het AOB zal met ingang van 1 januari 1995 zijn ingetrokken. ^ [1]
Naar boven