Wet van 24 december 1993, houdende wijziging van de Wet op de vermogensbelasting 1964,
de Wet op de loonbelasting 1964 en de Wet op de inkomstenbelasting 1964 (verhoging
van de ondernemingsvrijstelling, wijziging van de teruggaafregeling inzake beperking
van de gezamenlijke druk van inkomstenbelasting en vermogensbelasting, verhoging van
de belastingvrije sommen en vrijstelling van natuurschoonwetlandgoederen in de vermogensbelasting,
wijziging van de loon- en inkomstenbelasting in verband met uitstel van loon, alsmede
wijziging van de fictief-rendementsregeling in de inkomstenbelasting)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de ondernemingsvrijstelling
voor de vermogensbelasting en de belastingvrije sommen voor die belasting te verhogen,
te komen tot een algehele vrijstelling voor die belasting voor landgoederen in de
zin van de Natuurschoonwet 1928 alsmede tot een wijziging van de teruggaafregeling inzake de beperking van de gezamenlijke
druk van inkomstenbelasting en vermogensbelasting en een verlaging van het percentage
van die regeling en voorts dat het wenselijk is enige wijzigingen aan te brengen in
de loon- en inkomstenbelasting in verband met ongewenst uitstel van loon, alsmede
enige wijzigingen in de inkomstenbelasting wat betreft de fictief-rendementsregeling
voor aandelen in buitenlandse beleggingsmaatschappijen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: