Wijzigingswet Vreemdelingenwet, enz.

Geraadpleegd op 19-03-2024.
Geldend van 01-01-1994 t/m heden

Wet van 23 december 1993, tot wijziging van de Vreemdelingenwet en van het Wetboek van Strafrecht

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Vreemdelingenwet te wijzigen met het oog op het toenemend aantal verzoeken om toelating hier te lande alsmede in het Wetboek van Strafrecht voorzieningen te treffen tegen handelingen die het verblijf van niet toegelaten vreemdelingen hier te lande begunstigen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Saten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel V

  • 1 Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

  • 2 Deze wet is niet van toepassing op zaken als bedoeld in artikel 40 van de Vreemdelingenwet zoals dat luidde vóór de inwerkingtreding van deze wet, waarin vóór het moment van inwerkingtreding van deze wet het in dat artikel bedoelde verzoek is gedaan.

  • 3 Artikel I, eerste en tweede lid, van onderdeel 6 van de Wet van 16 december 1993, Stb. 650, houdende wijziging van de Wet op de rechterlijke organisatie, de Algemene wet bestuursrecht, de Wet op de Raad van State, de Beroepswet, de Ambtenarenwet 1929 en andere wetten alsmede intrekking van de Wet administratieve rechtspraak overheidsbeschikkingen (voltooiing eerste fase herziening rechterlijke organisatie) is niet van toepassing op beschikkingen, gegeven op grond van de Vreemdelingenwet, en op de mogelijkheid om daartegen bezwaar te maken of beroep in te stellen.

  • 4 Voor de toepassing van artikel I, derde en vierde lid, van onderdeel 6 van de Wet van 16 december 1993, Stb. 650, houdende wijziging van de Wet op de rechterlijke organisatie, de Algemene wet bestuursrecht, de Wet op de Raad van State, de Beroepswet, de Ambtenarenwet 1929 en andere wetten alsmede intrekking van de Wet administratieve rechtspraak overheidsbeschikkingen (voltooiing eerste fase herziening rechterlijke organisatie) wordt een verzoek om herziening als bedoeld in Afdeling A van de Vreemdelingenwet, zoals deze luidde vóór de inwerkingtreding van deze wet gelijkgesteld met een bezwaar- of beroepschrift.

Artikel VI

Voor de plaatsing van deze wet in het Staatsblad brengt onze Minister van Justitie de in deze wet voorkomende aanhalingen van artikelen van hoofdstuk 8 van de Algemene wet bestuursrecht in overeenstemming met de opnieuw vastgestelde nummering daarvan.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage, 23 december 1993

Beatrix

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

De Staatssecretaris van Justitie,

A. Kosto

Uitgegeven de dertigste december 1993

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

Naar boven