Wijzigingsbesluit Besluit genetisch gemodificeerde organismen Wet milieugevaarlijke stoffen (2)

Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 01-10-1993 t/m heden

Besluit van 15 juli 1993, houdende wijziging van het Besluit genetisch gemodificeerde organismen Wet milieugevaarlijke stoffen en het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 24 december 1992, nr. MJZ24d92023, Centrale Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving;

Gelet op richtlijn nr. 90/219/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 23 april 1990 inzake het ingeperkte gebruik van genetisch gemodificeerde micro-organismen (PbEG L 117/1) en op de artikelen 24 en 26 van de Wet milieugevaarlijke stoffen;

De Raad van State gehoord (advies van 24 maart 1993, nr. W08.92.0662);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 7 juli 1993, nr. MJZ07793011, Centrale Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel II

  • 1 Degene die op het tijdstip van inwerkingtreding van paragraaf 1a.4.2 van het Besluit genetisch gemodificeerde organismen Wet milieugevaarlijke stoffen handelingen met genetisch gemodificeerde organismen verricht ten aanzien waarvan hij ingevolge die paragraaf verplicht is een kennisgeving te doen, dient in afwijking van die paragraaf deze kennisgeving te doen:

    • a. indien het een kennisgeving als bedoeld in artikel 1i betreft: binnen drie maanden na die inwerkingtreding;

    • b. indien het een kennisgeving als bedoeld in de artikelen 1h of 1j betreft: binnen een jaar na die inwerkingtreding.

  • 2 Indien hij ingevolge voorschriften verbonden aan een vergunning op grond van de Wet milieubeheer reeds kennisgeving heeft gedaan aan het bevoegd gezag of aan de Voorlopige commissie genetische modificatie van een handeling met betrekking tot genetisch gemodificeerde organismen ten aanzien waarvan kennisgeving is voorgeschreven ingevolge artikel 1i van het in het eerste lid genoemde besluit, behoeft hij daarvan, in afwijking van het eerste lid, aanhef en onder a, niet opnieuw een kennisgeving te doen.

  • 3 Ten aanzien van een kennisgeving als bedoeld in het eerste lid zijn de artikelen 1f, tweede en derde lid, 1k en 1l, eerste lid, van het in het eerste lid genoemde besluit van overeenkomstige toepassing.

  • 4 In afwijking van § 1a.5 van het in het eerste lid genoemde besluit mogen de handelingen waarvan een kennisgeving is gedaan als bedoeld in dat lid, worden voortgezet, tenzij Onze Minister binnen 60 dagen na de datum van ontvangst van de kennisgeving een vergunning heeft verleend waaraan afwijkende voorschriften of beperkingen zijn verbonden. In dat geval bepaalt Onze Minister daarbij tevens het tijdstip waarop die voorschriften of beperkingen gaan gelden.

Artikel IV

De tekst van het Besluit genetisch gemodificeerde organismen Wet milieugevaarlijke stoffen wordt in het Staatsblad geplaatst. Voor de plaatsing in het Staatsblad stelt Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer de nummering van de artikelen en paragrafen van het besluit opnieuw vast en brengt hij de in dit besluit voorkomende aanhalingen van de artikelen en paragrafen met de nieuwe nummering in overeenstemming.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

Tavarnelle, 15 juli 1993

Beatrix

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J. G. M. Alders

Uitgegeven de vijfde augustus 1993

De Minister van Justitie a.i.,

J. P. Pronk

Naar boven