Besluit toekenning eenmalige uitkeringen leden van gedeputeerde staten

Geraadpleegd op 18-04-2024.
Geldend van 23-04-1993 t/m heden

Besluit van 1 april 1993, houdende toekenning van eenmalige uitkeringen aan de leden van gedeputeerde staten

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken van 20 januari 1993, nr. BW92/U2469, directoraat-generaal Openbaar Bestuur;

Gelet op artikel 43 van de Provinciewet;

Gehoord provinciale staten;

De Raad van State gehoord (advies van 15 februari 1993, nr. WO4.93.0036);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Binnenlandse Zaken van 24 maart 1993, nr. BW93/337, directoraat-generaal Openbaar Bestuur;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

  • 1 Aan de leden van gedeputeerde staten wordt een eenmalige uitkering toegekend van 6% van de feitelijk genoten wedde over de maand september 1992.

  • 2 Indien artikel 7, tweede lid, van het besluit van 3 juli 1986 tot uitvoering van artikel 43, tweede lid, van de Provinciewet, houdende regels betreffende andere financiële voorzieningen die verband houden met de vervulling van het ambt van gedeputeerde, van toepassing is op degenen die op 30 september 1992 lid van gedeputeerde staten waren, wordt aan deze leden naast de eenmalige uitkering, bedoeld in het eerste lid, een eenmalige uitkering toegekend van f 431,-.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 1 april 1993

Beatrix

De Minister van Binnenlandse Zaken,

C. I. Dales

Uitgegeven de tweeëntwintigste april 1993

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

Naar boven