Wet invoering van en aanpassing aan de Wet op de verbruiksbelastingen van alcoholvrije dranken en van andere produkten

Geraadpleegd op 24-04-2024.
Geldend van 01-01-1993 t/m heden

Wet van 24 december 1992, houdende invoering van en aanpassing van wetgeving aan de Wet op de verbruiksbelastingen van alcoholvrije dranken en van enkele andere produkten

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat in verband met het vervallen van de accijnsheffing van alcoholvrije dranken, van suiker en suikerhoudende produkten en van pruimtabak en snuiftabak en de inwerkingtreding van de Wet op de verbruiksbelastingen van alcoholvrije dranken en van enkele andere produkten het wenselijk is de wetten waarin naar de accijns wordt verwezen aan te passen, alsmede overgangsmaatregelen te treffen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel VIII

De bepalingen van de Wet op de accijns blijven van toepassing met betrekking tot feiten die leiden tot de verschuldigdheid van accijns of de verplichting tot voldoening van accijns alsmede tot het verlenen van teruggaaf van accijns van alcoholvrije dranken, van suiker en suikerhoudende produkten of van pruimtabak en snuiftabak die hebben plaatsgevonden vóór 1 januari 1993 en met betrekking tot strafbare feiten die hebben plaatsgevonden vóór die datum.

Artikel IX

  • 1 Op grond van de Wet op de accijns verleende vergunningen voor een accijnsgoederenplaats voor alcoholvrije dranken, pruimtabak of snuiftabak, met uitzondering van vergunningen voor accijnsgoederenplaatsen waarvoor de vergunning is verleend ter zake van het vervaardigen van alcoholvrije dranken voor gebruik ter plaatse, worden aangemerkt als krachtens de Wet op de verbruiksbelastingen van alcoholvrije dranken en van enkele andere produkten verleende vergunningen voor een inrichting voor die soorten goederen.

  • 2 De aan het eind van 31 december 1992 in een in het eerste lid bedoelde accijnsgoederenplaats aanwezige hoeveelheid alcoholvrije dranken, pruimtabak of snuiftabak wordt aangemerkt als aanwezig bij de aanvang van 1 januari 1993 in de in het eerste lid bedoelde inrichting.

Artikel X

Op grond van de Wet op de accijns gestelde zekerheid voor de accijns met betrekking tot alcoholvrije dranken, pruimtabak of snuiftabak, wordt aangemerkt als op grond van de Wet op de verbruiksbelastingen van alcoholvrije dranken en van enkele andere produkten gestelde zekerheid.

Artikel XI

Artikel XII

  • 2 De in het verzoek, bedoeld in het eerste lid, vermelde plaats wordt met ingang van 1 januari 1993 tot wederopzegging aangemerkt als een inrichting.

Artikel XIII

Artikel XIV

  • 3 Voor de toepassing van dit artikel wordt onder opslagplaats verstaan elk gebouw of terrein waar limonade of groentesap als bedoeld in het eerste lid voor commerciële doeleinden voorhanden is. Opslagplaatsen in gebruik bij een zelfde persoon worden te zamen als één opslagplaats beschouwd.

  • 4 De eigenaar van de in een opslagplaats aanwezige limonade of groentesap als bedoeld in het eerste lid is gehouden uiterlijk 7 januari 1993 aangifte te doen van de hoeveelheid van de aan de heffing onderworpen limonade of groentesap.

  • 5 Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot de aangifte.

  • 6 De belasting is verschuldigd door degene die is gehouden tot het doen van aangifte.

Artikel XV

  • 1 Voor suiker en suikerhoudende produkten die aan het eind van 31 december 1992 aanwezig zijn in of in vervoer zijn naar een opslagplaats wordt op verzoek teruggaaf van accijns verleend ten bedrage van f 0,0868 per 100 kg per eenheid van het suikergetal.

  • 2 Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels voor de uitvoering van de teruggaaf worden gesteld. Daarbij kan worden bepaald dat de teruggaaf naar forfaitaire maatstaven geschiedt.

  • 3 Voor de toepassing van dit artikel wordt onder opslagplaats verstaan elk gebouw of terrein waar suiker en suikerhoudende produkten voor commerciële doeleinden voorhanden zijn. Opslagplaatsen in gebruik bij een zelfde persoon worden te zamen als één opslagplaats beschouwd.

  • 4 De inspecteur stelt het bedrag van de teruggaaf vast bij beschikking.

  • 5 Teruggaaf wordt niet verleend indien het terug te geven bedrag niet meer bedraagt dan f 200.

Artikel XVIII

Waar in deze wet de Wet op de verbruiksbelastingen van alcoholvrije dranken en van enkele andere produkten is aangehaald met vermelding van het Staatsblad waarin die wet is geplaatst, wordt bij plaatsing van deze wet in het Staatsblad na "Stb. 1992," ingevoegd het nummer van het Staatsblad waarin de Wet op de verbruiksbelastingen van alcoholvrije dranken en van enkele andere produkten is geplaatst.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te Het Oude Loo, 24 december 1992

Beatrix

De Staatssecretaris van Financiën,

M. J. J. van Amelsvoort

Uitgegeven de dertigste december 1992

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

Naar boven