Wet van 8 oktober 1992, houdende wijziging van de Wet vrijwillig vervroegd uittreden
(invoering deeltijd-vut en andere wijzigingen)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Wet uitkering wegens
vrijwillig vervroegd uittreden te wijzigen in verband met invoering van de mogelijkheid
om in deeltijd uit te treden met recht op uitkering, de tendens tot decentralisering
van onderdelen van het beleid met betrekking tot arbeidsvoorwaarden en werkgelegenheid
bij de overheid, toekenning van een inkomenstoeslag aan belanghebbenden in de zin
van de Interimregeling ziektekosten ambtenaren 1982, verandering van de wijze van
indexering van de vaste vergoeding van het Rijk aan het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds
wegens Vut-lasten, verruiming van de declaratiebepaling en de intrekking van de Beleggingswet;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: