Artikel 2. Beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Tegen een besluit, genomen op grond van een in dit artikel genoemd voorschrift of
anderszins in dit artikel omschreven, kan beroep worden ingesteld bij de Afdeling
bestuursrechtspraak van de Raad van State.
Archiefwet 1995: artikel 38, indien overeenkomstige toepassing is gegeven aan:
Bekendmakingswet: artikel 21, indien overeenkomstige toepassing is gegeven artikel 121 van de Provinciewet, voor zover het beroep wordt ingesteld door het dagelijks bestuur of het algemeen
bestuur van een waterschap
Belemmeringenwet Privaatrecht: de artikelen 2, vijfde lid, en 3, tweede lid, voor zover de verplichting noodzakelijk is voor de uitvoering van werken als bedoeld
in artikel 2.3, tweede lid, onderdelen a en b, van de Crisis- en herstelwet of voor de uitvoering van een of meer besluiten als bedoeld in:
-
a.
artikel 21, tweede lid, van de Tracéwet
-
b. de artikelen 3.30, eerste lid, onder a, 3.33, eerste lid, onder a, en 3.35, eerste lid, onder b, van de Wet ruimtelijke ordening
-
c.
artikel 15, tweede lid, van de Spoedwet wegverbreding: de verlegging van kabels en leidingen, verband houdende met de uitvoering van een
wegaanpassingsbesluit
Crisis- en herstelwet:
Experimentenwet onderwijs
Gemeentewet:
-
a.
artikel 85, tweede lid
-
b.
artikel 124, voor zover het beroep wordt ingesteld door de raad, het college van burgemeester
en wethouders, onderscheidenlijk de burgemeester
-
c.
artikel 124a, voor zover het beroep wordt ingesteld door gedeputeerde staten, onderscheidenlijk
de commissaris van de Koning
-
d.
artikel 125, voor zover het besluit betrekking heeft op de handhaving van het bepaalde bij of
krachtens de in artikel 20.3, eerste lid, van de Wet milieubeheer, bedoelde wetten of wettelijke bepalingen dan wel de Ontgrondingenwet
-
e.
artikel 268, eerste lid
-
f. de artikelen 278a, vierde lid, en 281, tweede lid, indien overeenkomstige toepassing is gegeven aan artikel 124 van de Gemeentewet voor zover het beroep wordt ingesteld door de raad, het college van burgemeester
en wethouders, onderscheidenlijk de burgemeester, en indien overeenkomstige toepassing
is gegeven aan artikel 124a van de Gemeentewet voor zover het beroep wordt ingesteld door gedeputeerde staten, onderscheidenlijk
de commissaris van de Koning
Interimwet stad-en-milieubenadering:
Kaderwet dienstplicht: de artikelen 10, eerste lid, 11 en 13
Kernenergiewet
Kieswet:
-
a. de artikelen D 7, G 1 tot en met G 4, I 4, K 8, L 11, M 4, Q 6, S 2, X 4, derde lid, X 4a, derde lidX 5, derde lid, X 7, vierde lid, X 7a, vierde lid, en X 8, vierde lid
-
b.
artikel Y 2 in samenhang met artikel D 7, G 1, G 4, I 4, K 8, L 11 of M 4
-
c. de artikelen Y 32 en Y 33
Mijnbouwwet:
-
a. een besluit dat van toepassing is op het continentaal plat, met uitzondering van een
besluit krachtens de afdelingen 5.1.1, 5.1.2, 5.3, 5.4 of 5.5
-
b. een besluit omtrent een mijnbouwmilieuvergunning krachtens artikel 40, instemming met een winningsplan krachtens artikel 34, instemming met een winningsplan of een opslagplan krachtens 39, eerste lid, en de vaststelling van een operationele strategie krachtens artikel 52d
Ontgrondingenwet: hoofdstuk II en de artikelen 26a, eerste lid, 27 en 29a, eerste lid
Participatiewet: artikel 76, eerste en tweede lid
Provinciewet:
-
a.
artikel 83, tweede lid
-
b.
artikel 121, voor zover het beroep wordt ingesteld door gedeputeerde staten, onderscheidenlijk
de commissaris van de Koning
-
c.
artikel 122, voor zover het besluit betrekking heeft op de handhaving van het bepaalde bij of
krachtens de in artikel 20.3, eerste lid, van de Wet milieubeheer, bedoelde wetten of wettelijke bepalingen dan wel de Ontgrondingenwet
-
d.
artikel 261, eerste lid
-
e. de artikelen 271a, vierde lid, en 274, tweede lid, indien overeenkomstige toepassing is gegeven aan artikel 121 van de Provinciewet, voor zover het beroep wordt ingesteld door provinciale staten, gedeputeerde staten,
onderscheidenlijk de commissaris van de Koning
Reconstructiewet concentratiegebieden, voor zover het betreft een besluit tot vaststelling, wijziging of uitwerking van
het reconstructieplan, alsmede een besluit dat is genomen met toepassing van de artikelen 40 tot en met 43
Spoedwet wegverbreding:
Tijdelijke experimentenwet stembiljetten en centrale stemopneming: artikelen 4
Tijdelijke wet aanwijzing bèta-opleidingen: artikel 2, eerste lid
Tracéwet: de artikelen 9, eerste lid, 20, tweede lid, en 21, tweede lid, onder c
Verordening (EG) nr. 1013/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni
2006 betreffende de overbrenging van afvalstoffen (PbEU 2006, L 190)
Verordening (EU) nr. 600/2012 van de Commissie van 21 juni 2012 inzake de verificatie
van broeikasgasemissie- en tonkilometerverslagen en de accreditatie van verificateurs
krachtens Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad (PbEU 2012, L181):
artikel 31, eerste lid, voor zover het besluiten betreft van de Nederlandse emissieautoriteit,
genoemd in artikel 2.1 van de Wet milieubeheer
Verordening (EU) nr. 601/2012 van de Commissie van 21 juni 2012 inzake de monitoring
en rapportage van de emissies van broeikasgassen overeenkomstig Richtlijn 2003/87/EG
van het Europees Parlement en de Raad (PbEU 2012, L181):
voor zover het besluiten betreft van de Nederlandse emissieautoriteit, genoemd in
artikel 2.1 van de Wet milieubeheer
Uitvoeringswet verordening Europees burgerinitiatief: artikel 2, aanhef en onder c
Vreemdelingenwet 2000: de artikelen 43 en 45, vierde lid
Waterschapswet:
Waterwet:
Wet aanvullende regels veiligheid wegtunnels: artikel 8, eerste lid, voor zover het een vergunning betreft voor een tunnel die deel uitmaakt van een
tracébesluit als bedoeld in artikel 9 van de Tracéwet
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht:
-
a.
artikel 5.2a, eerste lid, indien overeenkomstige toepassing is gegeven aan artikel 121 van de Provinciewet, voor zover het beroep wordt ingesteld door het dagelijks bestuur of het algemeen
bestuur van een waterschap
-
b.
artikel 5.2a, tweede lid, indien overeenkomstige toepassing is gegeven aan artikel 124 van de Gemeentewet voor zover het beroep niet wordt ingesteld door het dagelijks bestuur of het algemeen
bestuur van een waterschap, en indien overeenkomstige toepassing is gegeven aan artikel 124a van de Gemeentewet voor zover het beroep wordt ingesteld door gedeputeerde staten
-
c.
artikel 5.2a, derde lid, indien overeenkomstige toepassing is gegeven aan hoofdstuk XVIII van de Provinciewet
-
d.
artikel 5.2a, vierde lid, indien overeenkomstige toepassing is gegeven aan hoofdstuk XVII van de Gemeentewet
Wet ammoniak en veehouderij:
Wet bescherming Antarctica
Wet bodembescherming, met uitzondering van artikel 43, voor zover het betreft de afwijzing van een verzoek
Wet educatie en beroepsonderwijs:
-
a. de artikelen 1.4.1, 1.4a.1, 1.6.1, 2.1.1, eerste lid, 2.1.2, eerste lid, onderdeel b, 2.1.3, tweede en derde lid, 2.1.5, eerste lid, 2.1.6, 2.1.7, 2.2.3, eerste en derde lid, en 2.5.9
-
b.
artikel 2.5.10, voor zover het de overeenkomstige toepassing betreft van artikel 2.5.9
-
c. de artikelen 6.1.3 tot en met 6.1.6, 6.2.1 tot en met 6.2.3, 6.2.3b, 6.3.1 tot en met 6.3.3, 6.4.2, 6.4.4, 6a.1.2, 6a.1.3 en 11.1
Wet financiering sociale verzekeringen: artikel 91
Wet geluidhinder
Wet gemeenschappelijke regelingen:
-
a.
artikel 25, achtste lid
-
b. de artikelen 32b en 45a gelezen in samenhang met artikel 32b, voor zover het beroep wordt ingesteld door
het bestuur van het openbaar lichaam, het bestuur van de bedrijfsvoeringsorganisatie
of het gemeenschappelijk orgaan
-
c.
artikel 32c, voor zover het beroep wordt ingesteld door gedeputeerde staten
-
d. de artikelen 36, eerste lid, 49 gelezen in samenhang met artikel 36, eerste lid, en 50h, eerste lid
-
e. de artikelen 39c, vierde lid en 39e, tweede lid, indien overeenkomstige toepassing is gegeven aan artikel 32b voor zover het beroep wordt ingesteld door het bestuur van het openbaar lichaam,
het bestuur van de bedrijfsvoeringsorganisatie of het gemeenschappelijk orgaan, en
indien overeenkomstige toepassing is gegeven aan artikel 32c, voor zover het beroep wordt ingesteld door gedeputeerde staten, en artikel 49 gelezen in samenhang met dit onderdeel
-
f. de artikelen 99, eerste lid, 100, eerste lid, 103b, en 103c, eerste lid
Wet gewetensbezwaren militaire dienst:
Wet inrichting landelijk gebied:
-
a. de vaststelling of wijziging van een inrichtingsplan, voor zover het betreft de begrenzing
van de blokken, bedoeld in artikel 17, derde lid, onderdeel b
-
b. de aanduiding van voorzieningen, bedoeld in artikel 17, tweede lid, onderdeel b, inhoudende de toepassing van een korting als bedoeld in artikel 56, eerste lid
-
c. de toewijzing van eigendom, beheer en onderhoud van voorzieningen van openbaar nut,
bedoeld in artikel 28
-
d. de aanduiding van wegen met de daartoe behorende kunstwerken, bedoeld in artikel 33, eerste lid
-
e. de opname van wegen met de daartoe behorende kunstwerken als openbare weg, bedoeld
in artikel 33, tweede lid
Wet inzake de luchtverontreiniging
Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg: de artikelen 11c, eerste en derde lid, en 11d, eerste lid
Wet langdurige zorg, voor zover het betreft een besluit van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn
en Sport, met uitzondering van hoofdstuk 10, § 4
Wet luchtvaart: de artikelen 8.25, tweede lid, 8.25b, 8.25c, 8.43, eerste lid, 8.64, eerste lid, 8.70, eerste en zesde lid, 8.77, eerste lid, 8a.50a, 8a.54, 10.15, eerste lid, en 10.39, ook voor zover het besluit kan worden aangemerkt als algemeen verbindend voorschrift
als bedoeld in artikel 8:3, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, maar met uitzondering van een besluit op grond
van de artikelen 8.70, eerste lid, en 10.15, eerste lid, voor zover het betreft de luchthavens Lelystad, Rotterdam en Eindhoven.
Wet maatschappelijke ondersteuning 2015: artikel 2.6.8
Wet milieubeheer, met inbegrip van een besluit dat betrekking heeft op handhaving, doch met uitzondering
van:
Wet Naleving Europese regelgeving publieke entiteiten: de artikelen 2, eerste lid, 3 en 5
Wet op de expertisecentra:
Wet op het financieel toezicht: de artikelen 6:1 en 6:2
Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek: de artikelen 2.9, derde lid, 5.8, eerste lid, 5.9, eerste en tweede lid, 5.16, eerste en derde lid, 5.17, 5.18, 5.19, eerste, tweede en derde lid, 5.20, eerste lid, 5.26, eerste lid, 5.27, eerste en tweede lid, 5.29, eerste lid, 6.5 en 15.1, eerste lid
Wet op het primair onderwijs:
-
a.
artikel 22, vijfde lid
-
b.
titel IV: de afdelingen 2 en 9, een goedkeuring van rechtswege daaronder begrepen
-
c. de artikelen 123, tweede lid, 135 en 184
-
d.
artikel 185, tweede lid, tweede volzin, voor zover het betreft een besluit op grond van bepalingen die bij
de algemene maatregel van bestuur ingevolge artikel 185, tweede lid, tweede volzin,
van overeenkomstige toepassing zijn verklaard, alsmede een besluit op grond van bepalingen
van de algemene maatregel van bestuur die daarmee overeenkomen
Wet op het voortgezet onderwijs:
Wet ruimtelijke ordening:
-
a. een besluit omtrent vaststelling van een bestemmingsplan, een inpassingsplan of een
rijksbestemmingsplan als bedoeld in artikel 10.3, eerste lid
-
b.
artikel 3.1, derde lid
-
c. een besluit omtrent wijziging of uitwerking van een bestemmingsplan overeenkomstig
artikel 3.6, eerste lid
-
d. een aanwijzingsbesluit als bedoeld in artikel 3.8, zesde lid, of artikel 3.26, tweede lid, in samenhang met artikel 3.8, zesde lid
-
e. de artikelen 3.30, eerste lid, onder a of b, 3.33, eerste lid, onder a of b, en 3.35, eerste lid
-
f. de artikelen 4.2, eerste lid, en 4.4, eerste lid, voor zover het besluit betrekking heeft op een daarbij concreet aangegeven locatie
waarvan geen afwijking mogelijk is
-
g. de artikelen 6.8, eerste lid, en 6.9
-
h. een besluit omtrent vaststelling van een exploitatieplan voor gronden, begrepen in
een gelijktijdig bekendgemaakt bestemmingsplan, inpassingsplan of wijzigingsplan als
bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, alsmede herzieningen van het desbetreffende exploitatieplan en besluiten omtrent
de afrekening en herberekende exploitatiebijdragen van het desbetreffende exploitatieplan
-
i. een ontheffing als bedoeld in artikel 4.1a of 4.3a, voor zover die ontheffing betrekking heeft op een bestemmingsplan of een provinciaal
inpassingsplan
Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen: artikel 9, vijfde lid
Wet tijdelijke tolheffing Blankenburgverbinding en ViA15: artikel 2, eerste lid
Wet toelating zorginstellingen
Wet windenergie op zee: artikelen 3, eerste lid en 11, eerste lid
Woningwet: artikel 19, voor zover het betreft de intrekking van een toelating
Zorgverzekeringswet: voor zover het betreft een beschikking op grond van artikel 34a of een besluit van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport of van het
Zorginstituut Nederland met uitzondering van een beschikking jegens een persoon die
behoort tot het personeel van het Zorginstituut Nederland
Artikel 4. Beroep bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven
Tegen een besluit, genomen op grond van een in dit artikel genoemd voorschrift of
anderszins in dit artikel omschreven, kan beroep worden ingesteld bij het College
van Beroep voor het bedrijfsleven.
Een besluit van de Sociaal-Economische Raad of van de Kamer van Koophandel, genoemd
in artikel 2 van de Wet op de Kamer van Koophandel, met uitzondering van:
Algemene douanewet: een beschikking ter zake van landbouwrestituties
Bankwet 1998: artikel 12, vierde lid, voor zover het een schorsing of ontheffing van een directeur betreft
Burgerlijk Wetboek, Boek 2, voor zover het besluit is bekendgemaakt voor 1 juli 2011:
-
a.
artikel 64, derde lid, tweede volzin, voor zover het betreft een weigering om de in de eerste volzin bedoelde
termijn te verlengen
-
b. de artikelen 68, tweede lid, en 125, tweede lid, voor zover het betreft een weigering van een verklaring
-
c.
artikel 156, voor zover het betreft:
-
1. een weigering, wijziging of intrekking van een ontheffing
-
2. een besluit tot verlening van de ontheffing voor zover daaraan voorschriften zijn
verbonden dan wel daarbij beperkingen zijn opgelegd
-
d.
artikel 175, derde lid, tweede volzin, voor zover het betreft een afwijzing van een verzoek
-
e. de artikelen 179, tweede lid, en 235, tweede lid, voor zover het betreft een weigering van een verklaring
-
f.
artikel 266, voor zover het betreft:
-
1. een besluit tot weigering, wijziging of intrekking van de ontheffing
-
2. een besluit tot verlening van de ontheffing voor zover daaraan voorschriften zijn
verbonden dan wel daarbij beperkingen zijn opgelegd
Elektriciteitswet 1998, met inbegrip van een besluit van de Autoriteit Consument en Markt, genomen op grond
van de artikelen 36, 37, 41, 41c, 55, 56, tweede lid, en 57, derde en vierde lid, dat kan worden aangemerkt als algemeen verbindend voorschrift als bedoeld in artikel 8:3, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht en met uitzondering van een besluit op grond van
de artikelen 9b, vierde lid, 9c, derde lid, 9d, tweede en derde lid, 9e, vijfde lid, 9f, zesde lid, 20a, derde lid, 20b, derde lid, 20c, tweede en derde lid, 77h en 77i
Gaswet, met inbegrip van een besluit van de Autoriteit Consument en Markt, genomen op grond
van de artikelen 12f, 12g, 23, 24, tweede lid, 25, derde en vierde lid, 81, 81c en 82, dat kan worden aangemerkt als algemeen verbindend voorschrift als bedoeld in artikel 8:3, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht en met uitzondering van een besluit op grond van
de artikelen 16, 39b, derde lid, 39c, derde lid, 39d, tweede en derde lid, 60ac en 60ad
Gemeentewet: artikel 125, voor zover het betreft een besluit dat betrekking heeft op de handhaving van het
bepaalde bij of krachtens de Winkeltijdenwet
Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, met uitzondering van artikel 120b, eerste lid
Hamsterwet
Kaderwet EZ-subsidies
Landbouwkwaliteitswet
Landbouwwet: de artikelen 13, 15, 17 tot en met 22 en 26
Loodsenwet: de artikelen 21, derde lid, 27b, vierde lid, 27d, 27e, 27f, 27h en 27l
Marktverordening voor het wegvervoer
Meststoffenwet, met uitzondering van artikel 51
Metrologiewet
Noodwet voedselvoorziening: de artikelen 6 tot en met 10 en 29, behoudens in geval van toepassing van artikel 18
Plantgezondheidswet, met uitzondering van artikel 26
Postwet 2009: hoofdstuk 3A en artikel 58
Prijzennoodwet
Prijzenwet
Scheepvaartverkeerswet: de artikelen 14a, tweede lid, eerste volzin, en 15ba, eerste lid
Spoorwegwet: hoofdstuk 5, paragraaf 2, en artikel 71, tweede lid
Telecommunicatiewet, voor zover het betreft een besluit van de Autoriteit Consument en Markt, genomen
op grond van:
Uitvoeringswet EU-zeehavenverordening: artikel 7, voor zover het betreft een besluit van de Autoriteit Consument en Markt
Uitvoeringswet verordening Europese coöperatieve vennootschap: het verzet, bedoeld in de artikelen 6, eerste lid, en 9
Uitvoeringswet verordening Europese vennootschap: het verzet, bedoeld in de artikelen 5, eerste lid, en 7
Verordening (EG) nr. 1435/2003 van de Raad van 22 juli 2003 betreffende het statuut
voor een Europese Coöperatieve Vennootschap (SCE) (PbEU 2003, L 207): artikel 7, veertiende
lid, tweede alinea
Verordening (EG) nr. 2157/2001 van de Raad van 8 oktober 2001 betreffende het statuut
van de Europese vennootschap (SE) (PbEG 2001, L 294): artikel 8, veertiende lid, tweede
alinea
Verordening (EU) nr. 806/2014 van het Europees parlement en de Raad van 15 juli 2014
tot vaststelling van eenvormige regels en een eenvormige procedure voor de afwikkeling
van kredietinstellingen en bepaalde beleggingsondernemingen in het kader van een gemeenschappelijk
afwikkelingsmechanisme en een gemeenschappelijk bankenafwikkelingsfonds en tot wijziging
van Verordening (EU) nr. 1093/2010 van het Europees parlement en de Raad (PbEU 2014,
L 225): de artikelen 16, 18 en 21
Verordening (EU) nr. 2017/1129 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2017
betreffende het prospectus dat moet worden gepubliceerd wanneer effecten aan het publiek
worden aangeboden of tot de handel op een gereglementeerde markt worden toegelaten
en tot intrekking van Richtlijn 2003/71/EG (PbEU 2017, L 168): de artikelen 20, eerste en vijfde lid, en 23, eerste lid
Waarborgwet 2019, met uitzondering van artikel 38
Warmtewet, met inbegrip van een op grond van artikel 5, eerste lid, genomen besluit tot vaststelling van een maximumprijs, en met uitzondering van artikel 18
Wedervergeldingswet zeescheepvaart:
-
a. een verlening of weigering van een vergunning of een ontheffing
-
b. een intrekking van een vergunning of een ontheffing krachtens artikel 7
-
c. een oplegging van een heffing
Wet capaciteitsbeheersing binnenvaartvloot
Wet dieren, met uitzondering van een besluit op grond van artikel 8.7
Wet geneesmiddelenprijzen, met uitzondering van artikel 11 en met inbegrip van een besluit tot vaststelling van een maximumprijs
Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden, met uitzondering van de artikelen 90 en 108
Wet uitvoering EU-handelingen energie-efficiëntie, met uitzondering van de artikelen 21 en 22
Wet inkomstenbelasting 2001:
-
a. de artikelen 3.37, eerste lid, en 3.42, eerste lid, voor zover het betreft een besluit van Onze Minister van Economische Zaken en Klimaat,
en
-
b.
artikel 3.52a, eerste, tweede en elfde lid, voor zover het betreft een besluit van Onze Minister van Economische Zaken en Klimaat,
met uitzondering van een boetebesluit als bedoeld in het elfde lid en een daarmee
samenhangende correctie-RDA-beschikking als bedoeld in het tweede lid
Wet langdurige zorg: artikel 11.4.1 en artikel 11.4.2
Wet luchtvaart: de artikelen 8.25ea, vierde lid, 8.25f, tweede, vierde en vijfde lid, 8.25g, eerste lid, 8.40f, vierde lid, en 8.40g, tweede, vierde en vijfde lid
Wet marktordening gezondheidszorg, met uitzondering van beschikkingen van de Nederlandse Zorgautoriteit als bedoeld
in paragraaf 4 van hoofdstuk 6
Wet medewerking verdedigingsvoorbereiding
Wet nationaliteit zeeschepen in rompbevrachting
Wet op de architectentitel, met inbegrip van een besluit inzake een aanwijzing als bedoeld in de artikelen 9, eerste lid, onderdeel j, 10, eerste lid, onderdeel f, 11, eerste lid, onderdeel f, en 12, eerste lid, onderdeel f, dat kan worden aangemerkt als algemeen verbindend voorschrift als bedoeld in artikel 8:3, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, tenzij het betreft een besluit als bedoeld in
artikel 8:4, derde lid, onderdeel b, van de Algemene wet bestuursrecht
Wet op het accountantsberoep
Wet op het financieel toezicht:
-
a.
artikel 1:26, eerste en tweede lid, de afdelingen 3A.1.3, 3A.1.4 en 3A.1.5 de artikelen 3A:85 en 3A:86 en de artikelen 5:77, eerste lid, en 5:81, derde lid
-
b. een besluit terzake van het ingevolge artikel 5:76, tweede lid, of 5:80b, vijfde lid, bepaalde, met uitzondering van een besluit tot het opleggen van een bestuurlijke
boete als bedoeld in artikel 1:80
Wet personenvervoer 2000, met uitzondering van de artikelen 56, eerste lid, 59, eerste lid, 94, eerste lid, en 96, eerste lid
Wet terugvordering staatssteun: artikel 3
Wet uitvoering Internationaal Energieprogramma
Wet verbod pelsdierhouderij
Wet van 22 juni 1994 tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek, het Wetboek van Burgerlijke
Rechtsvordering, het Wetboek van Koophandel en de Wet nationaliteit zeeschepen in
rompbevrachting (wijziging voorwaarden nationaliteitsverlening en registratie zeeschepen) (Stb. 1994, 507) : een verklaring als bedoeld in artikel V, eerste lid
Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen: een besluit genomen door een van de in artikel 30, eerste lid, genoemde bestuursorganen, tenzij toepassing of mede toepassing is gegeven aan artikel 26
Wet vervoer over zee
Wet voorraadvorming aardolieproducten 2012, met uitzondering van artikel 26 en met inbegrip van een besluit van Onze Minister van Economische Zaken en Klimaat
dat is genomen op grond van een bilateraal akkoord en betrekking heeft op het niet
in Nederland aanhouden van een wettelijke voorraad
Wet wegvervoer goederen
Wet windenergie op zee: artikelen 15, vierde lid, 16, 17, 21, tweede lid, en 25
Wetboek van Koophandel: artikel 311a
Winkeltijdenwet
Zaaizaad- en plantgoedwet 2005
Zorgverzekeringswet: artikel 122a