Besluit van 4 februari 1992, houdende Warenwetbesluit Aroma's
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur van
26 juni 1991, VVP/L-U-691089, gedaan in overeenstemming met Onze Minister van Economische
Zaken en de Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;
Overwegende, dat uitvoering moet worden gegeven aan de Richtlijn van de Raad van de
Europese Gemeenschappen van 22 juni 1988 betreffende de onderlinge aanpassing van
de wetgevingen der Lid-Staten inzake aroma's voor gebruik in levensmiddelen en de
uitgangsmaterialen voor de bereiding van die aroma's (88/388/EEG) (PbEG L 184) en de Richtlijn van de Commissie van 16 januari 1991 tot aanvulling van bovengenoemde
Richtlijn 88/388/EEG (PbEG L 42);
Gelet op de artikelen 4, eerste lid, onderdeel a, 6, onderdeel a, 8, onderdelen a, b en c,12 en 14 van de Warenwet (Stb. 1988, 360);
Gezien het advies van de Adviescommissie Warenwet (advies van 12 december 1990, nr.
14282/(1)5);
De Raad van State gehoord (advies van 18 oktober 1991, nr. W13.91.0379);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur
van 21 januari 1992, nr. VVP/L-692502, uitgebracht in overeenstemming met Onze Minister
van Economische Zaken en de Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;
Hebben goedgevonden en verstaan: