Uitvoeringsbesluit ex artikel 437, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht

Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 01-04-1994 t/m 31-12-2012

Besluit van 6 januari 1992, ter uitvoering van artikel 437, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Justitie van 17 oktober 1991, Stafafdeling Wetgeving Publiekrecht, nr. 158757/91/6;

Gelet op artikel 437, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht;

De Raad van State gehoord (advies van 17 december 1991, nr. WO3.91.0581);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Justitie van 20 december 1991, Stafafdeling Wetgeving Publiekrecht, nr. 175875/91/6;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

De handelaren, bedoeld in artikel 437, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht, zijn opkopers en handelaren in gebruikte en ongeregelde goederen, platina, goud, zilver, edelstenen, uurwerken, kunstvoorwerpen, auto's, motorfietsen, bromfietsen, fietsen, foto-, film-, radio-, audio- en videoapparatuur en apparatuur voor automatische registratie.

Artikel 2

De handelaar, aangewezen in artikel 1 van dit besluit, voldoet aan de verplichting ingevolge artikel 437, eerste lid, onder a, van het Wetboek van Strafrecht tot het aantekening houden van alle gebruikte of ongeregelde goederen die hij heeft verworven of voorhanden heeft indien hij een doorlopend en een door of namens de burgemeester gewaarmerkt register houdt en daarin onverwijld vermeldt:

  • a. het volgnummer van de aantekening met betrekking tot het goed;

  • b. de datum van verkrijging van het goed;

  • c. een omschrijving van het goed, daaronder begrepen - voor zover dat mogelijk is - soort, merk en nummer van het goed;

  • d. de koopprijs of andere voorwaarden van verkrijging van het goed;

  • e. de naam en het adres van degene van wie het goed is verkregen.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op de dag waarop de Wet van 9 oktober 1991, Stb. 520 tot aanvulling van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering met voorzieningen ten behoeve van de bestrijding van heling, in werking treedt.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat daarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State.

's-Gravenhage, 6 januari 1992

Beatrix

De Minister van Justitie a.i.,

C. I. Dales

Uitgegeven de achtentwintigste januari 1992

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

Naar boven