Wet van 19 december 1991, houdende inwerkingtreding van en aanpassing van wetgeving
aan de Wet op de accijns
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de inwerkingtreding van
de Wet op de accijns te regelen, de wetten inzake de heffing van de accijnzen in te trekken en voorts
de wetten waarin naar laatstbedoelde wetten wordt verwezen alsmede de Algemene wet
inzake de douane en de accijnzen en de Algemene wet inzake rijksbelastingen aan te passen aan de bepalingen van de Wet op de accijns;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: