Besluit loondagen Werkloosheidswet en Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen

Geraadpleegd op 01-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2021 en zichtdatum 29-04-2024.
Geldend van 01-01-2013 t/m heden

Besluit van 13 september 1991, houdende vaststelling van een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in artikel 42, tiende lid, onderdeel a, van de Werkloosheidswet

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 2 mei 1991, Directoraat-Generaal Sociale Zekerheid, nr. SZ/SVW/2171;

Gelet op artikel 42, tiende lid, onderdeel a, van de Werkloosheidswet (Stb. 1987, 93);

De Raad van State gehoord (advies van 27 augustus 1991, nr. W.12.91.0263);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 4 september 1991, Directoraat-Generaal Sociale Zekerheid nr. SZ/HSV/WR/SVW/91/4283;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Hoofdstuk 1. Bepaling en gelijkstelling loondagen voor 1 januari 2013

Artikel 1

Artikel 2

Voor de toepassing van artikel 42, tweede lid, onderdeel a, van de Werkloosheidswet en artikel 15, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen worden dagen waarover een werknemer geen loon heeft ontvangen wegens werkstaking of uitsluiting gelijkgesteld met dagen waarover loon is ontvangen.

Artikel 3

Artikel 3a

Voor de toepassing van artikel 42, tweede lid, onderdeel a, van de Werkloosheidswet en artikel 15, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen wordt:

  • a. de werknemer die uitsluitend als gevolg van ploegendienst op minder dan vijf dagen per week arbeid verrichtte, geacht over het tijdvak waarin hij in ploegendienst werkzaam was, over vijf dagen per week loon te hebben genoten;

  • b. arbeid in een aaneengesloten nachtdienst op twee dagen verricht, gerekend als arbeid op één dag;

  • c. het aantal dagen waarover de werknemer gemiddeld per werkweek loon heeft genoten, geacht niet meer dan vijf te bedragen.

Artikel 3b

Dit hoofdstuk is van toepassing ten aanzien van loondagen gelegen voor 1 januari 2013.

Hoofdstuk 2. Bepaling en gelijkstelling uren vanaf 1 januari 2013

Artikel 3c

Artikel 3d

Voor de toepassing van artikel 42, tweede lid, onderdeel a, van de Werkloosheidswet en artikel 15, eerste lid, aanhef en onderdeel a, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen worden dagen waarover een werknemer geen loon heeft ontvangen wegens werkstaking of uitsluiting gelijkgesteld met dagen waarover loon is ontvangen, waarbij een dag gelijkgesteld wordt met acht uren.

Artikel 3e

  • 1 Voor de toepassing van artikel 42, tweede lid, onderdeel a, van de Werkloosheidswet wordt de persoon, die is toegelaten tot de vrijwillige verzekering op grond van die wet, geacht loon te hebben ontvangen over tijdvakken waarover premie is betaald, waarbij een tijdvak van een dag gelijkgesteld wordt met acht uren.

  • 3 Voor de toepassing van artikel 15, eerste lid, aanhef en onderdeel a, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen wordt de persoon die was toegelaten tot de vrijwillige verzekering op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, zoals deze wet luidde op de dag voorafgaand aan de dag waarop artikel 15 van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen in werking is getreden, geacht loon te hebben ontvangen over tijdvakken waarover premie is betaald, waarbij een tijdvak van een dag gelijkgesteld wordt met acht uren.

Artikel 3f

Dit hoofdstuk is van toepassing ten aanzien van uren vanaf 1 januari 2013.

Artikel 4

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het is geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 1991.

Artikel 5

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit loondagen Werkloosheidswet en Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen.

Lasten en bevelen dat dit besluit met daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat daarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State.

's-Gravenhage, 13 september 1991

Beatrix

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

E. ter Veld

Uitgegeven de derde oktober 1991

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin