Wijzigingswet Algemene Bijstandswet

[Regeling vervallen per 10-05-2006.]
Geraadpleegd op 29-03-2024.
Geldend van 01-08-1991 t/m 09-05-2006

Wet van 26 juni 1991, tot wijziging van de Algemene Bijstandswet en daarop rustende nadere regelgeving in verband met decentralisatie van de bijzondere bijstand en vergroting van de mogelijkheden om met behoud van uitkering deel te nemen aan scholing en opleidingen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het ter bevordering van de afstemming van de bijstandsverlening op bijzondere individuele omstandigheden en voor een passende verdeling van verantwoordelijkheden tussen Rijk en gemeenten bij de verlening van bijstand wenselijk is de beleidsverantwoordelijkheid van de gemeenten te verruimen en de financieringswijze te herzien, alsmede dat het wenselijk is de mogelijkheden om deel te nemen aan scholing en opleidingen met behoud van uitkering te vergroten;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel I

[Regeling vervallen per 10-05-2006]

[Red: Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]

Artikel II

[Regeling vervallen per 10-05-2006]

[Red: Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]

Artikel III

[Regeling vervallen per 10-05-2006]

[Red: Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]

Artikel IV

[Regeling vervallen per 10-05-2006]

  • 1 Ten aanzien van degene voor wie op de dag voorafgaande aan die waarop deze wet inwerking treedt de draagkracht is vastgesteld voor een periode van een jaar op grond van het Bijstandsbesluit landelijke draagkrachtcriteria (Stb. 1980, 87), vindt artikel 18c van het Bijstandsbesluit landelijke normering eerst na afloop daarvan toepassing.

  • 2 Indien in het kalenderjaar waarin deze wet in werking treedt reeds rekening gehouden is met het drempelbedrag bedoeld in artikel 6 van het Bijstandsbesluit landelijke draagkrachtcriteria of artikel 2 van de Beschikking regeling drempelbedrag voor personen in een inrichting (Stcrt. 1985, 64), blijft artikel 18c van het Bijstandsbesluit landelijke normering in dat kalenderjaar buiten toepassing.

  • 3 Ten aanzien van kosten waarvoor op de dag voorafgaande aan die waarop deze wet in werking treedt bijstand wordt ontvangen gedurende een periode korter dan een jaar met inachtneming van artikel 6b, derde en vierde lid, 6c tweede lid, 6d derde lid, 6e of artikel 13 onderdeel a van het Bln, zoals deze bepalingen luidden voor de inwerkingtreding van deze wet, vinden de artikelen 18b en 18c eerst toepassing een jaar na toekenning van de bijstand.

Artikel V

[Regeling vervallen per 10-05-2006]

Ingetrokken worden:

  • a. het Bijstandsbesluit landelijke draagkrachtcriteria (Stb. 1980, 87);

  • b. de Beschikking regeling drempelbedrag voor personen in een inrichting (Stcrt. 1985, 64);

  • c. de Beschikking houdende vaststelling nadere regelen met betrekking tot algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan (Stcrt. 1975, 240).

Artikel VI

[Regeling vervallen per 10-05-2006]

Met ingang van de datum van de inwerkingtreding van deze wet herziet Onze Minister de in artikel 13, tweede lid, onderscheidenlijk artikel 18c, eerste lid, van het Bijstandsbesluit landelijke normering genoemde bedragen, voor zover de ontwikkeling van het in artikel 1, vierde lid, van de Algemene Bijstandswet bedoelde netto minimumloon en een verschil in ontwikkeling van het prijsindexcijfer van de gezinsconsumptie en het onderdeel energie daarvan onderscheidenlijk de ontwikkeling van het bruto minimumloon, gerekend vanaf 1 januari 1991, daartoe aanleiding geeft.

Artikel VII

[Regeling vervallen per 10-05-2006]

[Red: Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]

Artikel VIII

[Regeling vervallen per 10-05-2006]

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage, 26 juni 1991

Beatrix

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

E. ter Veld

Uitgegeven de achtentwintigste juni 1991

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

Naar boven