Wijzigingswet Wet op de studiefinanciering (heroriëntering studiefinanciering II)

Toekomstige wijziging(en) op 01-01-1992. Zie het overzicht van wijzigingen.
Geraadpleegd op 23-04-2024.
Geldend van 01-08-1991 t/m heden

Wet van 29 mei 1991, houdende wijziging van de Wet op de studiefinanciering ertoe strekkend om degenen die, toen zij 27 jaar werden, aanspraak hadden op studiefinanciering, de gelegenheid te geven hun reeds begonnen studie af te maken met studiefinanciering in de vorm van rentedragende lening (heroriëntering studiefinanciering II)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het in verband met dekking van de meeruitgaven ter zake van de uitvoering van die wet, wenselijk is in de Wet op de studiefinanciering (Stb. 1988, 336) de leeftijdsgrens waarop aanspraak kan worden gemaakt op studiefinanciering ingevolge hoofdstuk II van die wet te verlagen tot 27 jaar, waarna de studie kan worden afgerond met studiefinanciering in de vorm van een rentedragende lening, voor zover overigens nog recht op studiefinanciering bestaat;

Zo is het dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel II

  • 2 Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op studerenden die in de kalendermaand, voorafgaande aan 1 augustus 1991, op grond van artikel 10, derde lid, niet als studerende werden beschouwd, dan wel op studerenden die in de kalendermaand, voorafgaande aan 1 augustus 1991, wegens bijzondere familieomstandigheden niet waren ingeschreven aan een opleiding als bedoeld in artikel 9. Het bestaan van de bijzondere familie omstandigheden dient te worden aangetoond door middel van een gedagtekende verklaring van een studentendecaan als bedoeld in artikel 42 van de Wet op het wetenschappelijk onderwijs en als bedoeld in artikel 52 van de Wet op het hoger beroepsonderwijs dan wel een schooldecaan.

Artikel IV

Deze wet treedt in werking met ingang van 1 augustus 1991, met uitzondering van artikel I, onderdelen F en G, tweede lid, dat in werking treedt met ingang van een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, doch niet eerder dan 1 januari 1992.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage, 29 mei 1991

Beatrix

De Minister van Onderwijs en Wetenschappen,

J. M. M. Ritzen

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

P. Bukman

Uitgegeven de elfde juni 1991

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

Naar boven