Besluit vaststelling regels ex artikel 76 Werkloosheidswet

[Regeling vervallen per 28-08-2004 met terugwerkende kracht tot en met 01-08-2004.]
Geraadpleegd op 25-04-2024.
Geldend van 23-02-2002 t/m 31-07-2004

Besluit vaststelling regels ex artikel 76 Werkloosheidswet

De Sociale Verzekeringsraad,

Overwegende, dat het noodzakelijk is regels te stellen over het met behoud van het recht op uitkering gaan deelnemen aan een noodzakelijke opleiding of scholing;

Gelet op artikel 76, eerste en tweede lid, van de Werkloosheidswet (Stb. 1986, 566),

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 28-08-2004 met terugwerkende kracht tot en met 01-08-2004]

Het recht op uitkering van de werknemer die gaat deelnemen aan een voor hem naar het oordeel van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen noodzakelijke opleiding of scholing, blijft bestaan totdat die opleiding of scholing is beëindigd, indien:

  • a. de opleiding of scholing plaatsvindt volgens een door het Centraal Bestuur voor de Arbeidsvoorziening goedgekeurd programma;

  • b. het Regionaal Bestuur voor de Arbeidsvoorziening het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen in positieve zin adviseert over de opleiding of scholing; of

  • c. de opleiding of scholing naar het oordeel van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen vergelijkbaar is met de onder a of b bedoelde opleidingen of scholingen.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 28-08-2004 met terugwerkende kracht tot en met 01-08-2004]

In afwijking van artikel 1 blijft het recht op uitkering van de werknemer die gaat deelnemen aan een voor hem naar het oordeel van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen noodzakelijke opleiding of scholing, niet bestaan totdat die opleiding of scholing is beëindigd, indien:

  • a. tijdens de opleiding of scholing recht bestaat op een voorziening in de derving van inkomen;

  • b. de opleiding of scholing de strekking heeft om na afloop daarvan werkzaamheden bij één bepaalde onderneming te gaan verrichten;

  • c. de opleiding of scholing langer duurt dan één jaar;

  • d. tijdens de opleiding of scholing sprake is van het verrichten van produktieve werkzaamheden.

Artikel 2a

[Regeling vervallen per 28-08-2004 met terugwerkende kracht tot en met 01-08-2004]

  • 1 Artikel 2, onderdeel a, blijft buiten toepassing en voor de toepassing van artikel 2, onderdeel c, wordt "één jaar" vervangen door "twee jaar" indien:

    • a. de scholing of opleiding betreft een opleiding tot leraar basisonderwijs dan wel tot leraar voortgezet onderwijs;

    • b. de feitelijke studiebelasting maximaal 84 studiepunten bedraagt als gevolg van de door de examencommissie, op grond van artikel 7.13, tweede lid, onderdeel r, van Wet op het Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek, verleende vrijstelling van het afleggen van een of meerdere tentamens; en

    • c. de aanvang van de scholing of opleiding is gelegen voor de afloop van het kwartaal, volgend op het kwartaal waarin het aantal werknemers, op wie dit lid is of wordt toegepast, de duizend heeft bereikt.

  • 2 Artikel 2, onderdeel b, is niet van toepassing indien:

    • a. de opleiding of scholing niet langer duurt dan zes maanden;

    • b. de werknemer de schriftelijke toezegging heeft dat hem na succesvolle beëindiging van de opleiding of scholing een aansluitende dienstbetrekking voor ten minste zes maanden wordt aangeboden; en

    • c. de aanvang van de opleiding of scholing is gelegen voor de afloop van het kwartaal, volgend op het kwartaal waarin het aantal werknemers, op wie dit lid is of wordt toegepast, de duizend heeft bereikt.

  • 3 Voor de toepassing van artikel 2, onderdeel c, wordt "één jaar" vervangen door "twee jaar" indien:

    • a. de opleiding of scholing op een specifiek beroep gericht is;

    • b. er geen opleiding of scholing is waarin de benodigde kwalificaties voor dat beroep binnen één jaar kunnen worden gehaald; en

    • c. de aanvang van de opleiding of scholing is gelegen voor de afloop van het kwartaal, volgend op het kwartaal waarin het aantal werknemers, op wie dit lid is of wordt toegepast, de duizend heeft bereikt.

  • 4 Voor de toepassing van artikel 2, onderdeel d, vormen werkzaamheden in het kader van een praktijkstage geen productieve werkzaamheden indien:

    • a. het niveau van de scholing of opleiding lager is dan hoger beroepsonderwijs;

    • b. de omvang van de stage niet meer bedraagt dan 80% van de totale opleidings- of scholingstijd; en

    • c. de aanvang van de opleiding of scholing is gelegen voor de afloop van het kwartaal, volgend op het kwartaal waarin het aantal werknemers, op wie dit lid is of wordt toegepast, de duizend heeft bereikt.

  • 5 Het eerste tot en met vierde lid zijn niet van toepassing op de werknemer die op grond van artikel 2.1, eerste lid, van de Regeling SUWI is ingedeeld in fase 1, tenzij de werknemer in het jaar onmiddellijk voorafgaande aan de eerste dag van werkloosheid ten minste twee maal werkloos is geweest en voorts verwacht mag worden dat indien die toepassing achterwege blijft, de eerstvolgende jaren per kalenderjaar meermaals recht op WW-uitkering zal krijgen.

  • 6 Het eerste, tweede, derde of vierde lid wordt niet toegepast in combinatie met een of meer van die leden.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 28-08-2004 met terugwerkende kracht tot en met 01-08-2004]

Dit besluit treedt in werking op de dag na publikatie in de Nederlandse Staatscourant.

Zoetermeer, 20 december 1990.

De Sociale Verzekeringsraad

,

W. J. P. M. Fase,

voorzitter

M. Otten,

secretariscommissie werkloosheidsverzekeringen.

Naar boven