Zuid-Afrikaanse uitvoeringsvoorschriften belastingovereenkomst Nederland-Zuid-Afrika

Geraadpleegd op 25-04-2024.
Geldend van 19-06-1997 t/m heden

Zuid-Afrikaanse uitvoeringsvoorschriften belastingovereenkomst Nederland-Zuid-Afrika

De staatssecretaris van Financiën,

Besluit:

Door plaatsing in de Staatscourant het navolgende ter kennis van belanghebbende inwoners van Nederland te brengen: Regeling inzake vermindering of vrijstelling van Zuid-Afrikaanse belasting op dividenden, interest, royalty's pensioenen en lijfrenten, genoten door inwoners van Nederland.

Artikel 1

Aan de op 15 maart 1971 tussen Nederland en Zuid-Afrika gesloten Overeenkomst tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen (Trb. 1971, nr. 72), kunnen inwoners van Nederland onder meer de volgende aanspraken ontlenen, geregeld in de hieronder tussen haakjes vermelde artikelen van de Overeenkomst:

  • a. beperking tot 15% van de Zuid-Afrikaanse belasting op dividenden (daaronder begrepen uitdelingen op winstdelende obligaties), betaald door een lichaam dat inwoner van Zuid-Afrika is ( artikel 10, tweede lid, onderdeel b));

  • b. verdere vermindering tot 5% van de Zuid-Afrikaanse belasting op dividenden, indien de genieter van de dividenden een Nederlands lichaam is dat onmiddellijk of middellijk ten minste 25 percent van het totale aantal stemmen in het lichaam dat de dividenden betaalt, beheerst ( artikel 10, tweede lid, onderdeel a));

  • c. beperking tot 10% van de Zuid-Afrikaanse belasting op interest, afkomstig uit Zuid-Afrika ( artikel 11, tweede lid);

  • d. algehele vrijstelling van de Zuid-Afrikaanse belasting op royalty's, afkomstig uit Zuid-Afrika ( artikel 12, eerste lid);

  • e. algehele vrijstelling van de Zuid-Afrikaanse belasting op pensioenen, betaald vanuit Zuid-Afrika ( artikel 19), met uitzondering van overheidspensioenen ( artikel 20, eerste lid);

  • f. algehele vrijstelling van de Zuid-Afrikaanse belasting op lijfrenten, afkomstig uit Zuid-Afrika ( artikel 23). De in de onderdelen a tot en met d van dit artikel bedoelde beperkingen, vermindering en vrijstellingen zijn niet van toepassing indien de genieter van de dividenden, de interest of de royalty's in Zuid-Afrika een vaste inrichting heeft en het aandelenbezit uit hoofde waarvan de dividenden worden betaald, de vordering uit hoofde waarvan de interest verschuldigd is of het recht of de zaak uit hoofde waarvan de royalty's verschuldigd zijn, tot het bedrijfsvermogen van die vaste inrichting behoort ( artikel 10, zesde lid, respectievelijk artikel 11, vierde lid en artikel 12, vierde lid).

Artikel 2

Ter uitvoering van artikel 1 is van Zuid-Afrikaanse zijde de volgende regeling getroffen:

  • a. Dividenden, interest, royalty's, pensioenen en lijfrenten

    • 1. Voor het verkrijgen van vermindering of vrijstelling van Zuid-Afrikaanse belasting op dividenden, interest, royalty's, pensioenen en lijfrenten dient de belanghebbende inwoner van Nederland een formulier IT 26 in drievoud in te vullen en te ondertekenen en daarbij de gegevens omtrent de inkomsten ter zake waarvan aanspraak op vermindering of vrijstelling van Zuid-Afrikaanse belasting wordt gemaakt, te vermelden in de desbetreffende rubriek(en) op de achterzijde van de drie exemplaren van het formulier.

    • 2. Voor de in artikel 1 bedoelde verminderingen of vrijstellingen van belasting houdt het formulier in principe het verzoek tot teruggaaf van de in strijd met de bepalingen van de Overeenkomst geheven Zuid-Afrikaanse belasting in. Indien de belanghebbende echter in de eerstvolgende drie jaren geen veranderingen verwacht met betrekking tot de in het formulier vermelde omstandigheden ter zake van de opgegeven inkomsten, kan hij op de daarvoor bestemde plaats op het formulier het verzoek doen toekomstige betalingen van de opbrengsten te mogen ontvangen zonder inhouding van Zuid-Afrikaanse belasting of onder inhouding van Zuid-Afrikaanse belasting naar ten hoogste het in de Overeenkomst neergelegde percentage.

    • 3. Nadat de drie exemplaren van het formulier zijn ingevuld en ondertekend, moeten deze door de belanghebbende worden gezonden aan het hoofd van de eenheid van de Belastingdienst binnen wiens ambtsgebied hij woont of gevestigd is. Vorenbedoeld hoofd vermeldt op alle drie de exemplaren de datum waarop het formulier bij hem is binnengekomen en voorziet vervolgens de beide, in de Engelse taal luidende, exemplaren van het formulier van een verklaring, inhoudend dat de belanghebbende inwoner van Nederland is. Vervolgens zendt hij die exemplaren aan de bevoegde Zuid-Afrikaanse belastingautoriteit. Het derde, in de Nederlandse taal luidende exemplaar, wordt door hem behouden.

  • b. Termijn voor indiening van de formulieren

    • 1. Ingevolge het bepaalde in onderdeel II van het Protocol bij de Overeenkomst moet een verzoek om teruggaaf van belasting op een formulier IT 26 bij de bevoegde belastingautoriteit in Zuid-Arika worden ingediend binnen een tijdvak van drie jaren na het einde van het kalenderjaar waarin de Zuid-Afrikaanse belasting over de op het formulier vermelde inkomsten is geheven.

    • 2. Als datum waarop een formulier IT 26 is ingediend zal gelden de datum waarop het door het bevoegde hoofd van de eenheid van de Belastingdienst is ontvangen.

  • c. Verkrijgbaarheid van de formulieren Exemplaren van het formulier IT 26 zijn op aanvraag verkrijgbaar, in Nederland bij de Belastingdienst/Centrum voor facilitaire dienstverlening, Afdeling Logistiek reprografisch centrum, Postbus 1314, 7301 BN Apeldoorn, en in Zuid-Afrika bij The Commissioner for Inland Revenue, P.O. Box 402, Pretoria 0001.

Artikel 3

De Beschikking van de staatssecretaris van Financiën van 12 januari 1973, nr. B72/30370 (Stcrt. van 15 januari 1973, nr. 10), zoals deze is gewijzigd bij de beschikking van 11 juni 1986, nr. 086-1352 (Stcrt. van 12 juni 1986, nr. 110), wordt ingetrokken.

Artikel 4

  • 1 Deze regeling kan worden aangehaald als: Zuid-Afrikaanse uitvoeringsvoorschriften belastingovereenkomst Nederland-Zuid-Afrika.

  • 2 Zij treedt in werking met ingang van 1 januari 1991.

  • 3 Zij vindt met inachtneming van het bepaalde in artikel 2, onderdeel b, toepassing:

    • a. met betrekking tot dividenden en interest: op opbrengsten die op of na 1 januari 1968 betaald of betaalbaar zijn gesteld;

    • b. met betrekking tot de overige inkomsten: op opbrengsten die behoren tot belastingjaren die op of na 1 januari 1968 aanvangen of aangevangen zijn.

De

Staatssecretaris

van Financiën,

M. J. J. van Amelsvoort

Naar boven