Luxemburgse uitvoeringsvoorschriften belastingverdrag Nederland-Luxemburg

Geraadpleegd op 25-04-2024.
Geldend van 01-01-1991 t/m heden

Luxemburgse uitvoeringsvoorschriften belastingverdrag Nederland – Luxemburg

De Staatssecretaris van Financiën,

Besluit:

Door plaatsing in de Staatscourant het navolgende ter kennis van belanghebbende inwoners van Nederland te brengen:

Regeling inzake het verkrijgen van gehele of gedeeltelijke vrijstelling of teruggaaf van Luxemburgse bronbelasting op dividenden, auteursrechten en royalty's, alsmede aandelen in de winst van een Luxemburgse onderneming, toekomende aan een geldschieter, genoten door inwoners van Nederland.

Artikel 1. Aanspraken van inwoners van Nederland

Aan het op 8 mei 1968 tussen Nederland en Luxemburg gesloten Verdrag tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en naar het vermogen (Trb. 1968, 76), kunnen inwoners van Nederland onder meer de volgende aanspraken ontlenen, geregeld in de hieronder tussen haakjes vermelde artikelen van het Verdrag:

  • a Dividenden De Luxemburgse bronbelasting op dividenden bedraagt 15 percent van het brutobedrag daarvan, liet Verdrag voorziet in een vermindering van deze belasting indien het dividend toekomt aan een Nederlandse vennootschap die onmiddellijk ten minste 25 percent bezit van het kapitaal van de uitdelende Luxemburgse vennootschap. In dat geval wordt de belasting verminderd tot 2.5 percent van het brutobedrag van het dividend (artikel 10, tweede lid, onderdeel a). Onder dividenden worden mede begrepen de inkomsten uit winstdelende obligaties (artikel 10, vijfde lid).

  • b Auteursrechten en royalty's De Luxemburgse bronbelasting bedraagt 10 percent voor auteursrechten (filmhuren daaronder begrepen) en 12 percent voor royalty's, en wel over het brutobedrag van die opbrengsten. Het Verdrag voorziet in een algehele vrijstelling van deze belasting (artikel 12, eerste lid).

  • c Aandelen in de winst van een onderneming, toekomende aan een geldschieter De Luxemburgse bronbelasting op deze inkomsten bedraagt 15 percent van het brutobedrag daarvan.

    Wordt het winstaandeel betaald door een Luxemburgse vennootschap, dan bestaat geen aanspraak op vermindering van belasting (artikel 11, derde lid).

    Wordt het winstaandeel echter betaald door een natuurlijke persoon, dan bestaat aanspraak op algehele vrijstelling van belasting (artikel 11, eerste en derde lid).

Artikel 2. Luxemburgse regeling

Voor het verkrijgen van de vrijstelling of teruggaaf van belasting is van Luxemburgse zijde de volgende regeling getroffen:

  • a Schriftelijk verzoek: termijn Ter verkrijging van de vrijstelling of teruggaaf van belasting waarop aanspraak bestaat, moet de Nederlandse belanghebbende een schriftelijk verzoek indienen bij het ‘bureau d'imposition’ in Luxemburg dat bevoegd is ter zake van de belastingheffing van de inwoner van Luxemburg die de desbetreffende opbrengst verschuldigd is.

    Als de belanghebbende niet weet bij welk ‘bureau d'imposition’ hij zijn verzoek moet indienen, kan hij het zenden aan ‘la Direction des Contributions, 45 Boulevard Roosevelt, Luxemburg’, die het verzoek aan het bevoegde ‘bureau d'imposition’ zal doorzenden.

    Voor het indienen van verzoeken om vrijstelling of teruggaaf van belasting is geen speciaal formulier vastgesteld.

  • b Keuze tussen een verzoek om vrijstelling van de niet verschuldigde belasting bij de uitbetaling van de opbrengst en een verzoek om teruggaaf van de ingehouden belasting Voor dividenden, auteursrechten en royalty's, alsmede aandelen in de winst van een onderneming, toekomende aan een geldschieter, heeft de belanghebbende inwoner van Nederland de keuze tussen het indienen van een verzoek om vrijstelling van de niet verschuldigde belasting bij de uitbetaling van de inkomsten en een verzoek om teruggaaf van de reeds ingehouden belasting.

  • b 1 Verzoek om vrijstelling van de niet verschuldigde belasting bij de uitbetaling van de opbrengst De belanghebbende dient te verzoeken om de afgifte van een bewijs van (gehele of gedeeltelijke) vrijstelling van belasting (‘certificat d'exemption’) onder vermelding van de aard der inkomsten en onder verwijzing naar het artikel van het Verdrag waarop zijn aanspraak steunt. In het verzoek moet de datum met ingang waarvan de vrijstelling wordt verzocht, worden vermeld.

    Het ‘certificat’, waarin bepaald is dat aan de voorwaarden voor de vrijstelling wordt voldaan, wordt door het ‘bureau d'imposition’ gezonden aan de inwoner van Luxemburg die de opbrengst verschuldigd is: de belanghebbende inwoner van Nederland ontvangt daarvan bericht.

    Het ‘certificat’ blijft gedurende drie jaren geldig, tenzij het eerder wordt ingetrokken. Is het ‘certificat’ verlopen, dan kan de belanghebbende om de afgifte van een nieuw ‘certificat’ verzoeken.

  • b 2 Verzoek om teruggaaf van ingehouden, niet verschuldigde belasting De belanghebbende dient teruggaaf van belasting te verzoeken onder vermelding van de aard van de desbetreffende inkomsten en met verwijzing naar het artikel (de artikelen) van het Verdrag, waarop de aanspraak op teruggaaf steunt.

    Het bedrag van de terug te geven belasting moet worden vermeld. Indien mogelijk wordt door de verzoeker een bank- of gitorekening opgegeven, waarnaar het terug te geven bedrag kan worden overgemaakt. Bij het verzoek moeten voorts de bewijzen van inhouding van belasting (b.v. een banknota) worden overgelegd.

    In één veroek kan teruggaaf van belasting worden verzocht voor inkomsten uit meerdere jaren en verschuldigd door meerdere inwoners van Luxemburg, mits éénzelfde ‘bureau d'imposition’ in Luxemburg bevoegd is.

  • c Overige te vemelden gegevens In elk verzoek (zowel een verzoek om de afgifte van een bewijs van vrijstelling, als een verzoek om teruggaaf van ingehouden belasting) moeten worden vermeld:

    • -

      naam (eventueel: handelsnaam) en adres van de inwoner van Nederland, die gerechtigd is tot de opbrengst (en);

    • -

      naam (eventueel: handelsnaam) en adres van de inwoner van Luxemburg, die schuldenaar van de opbrengst(en) is;

    • -

      datum van verschuldigdheid en brutobedrag van de inkomsten waarvoor vrijstelling of teruggaaf van belasting wordt verzocht;

      alsmede

    • -

      voor dividend:

      gegevens omtrent de deelneming van de Nederlandse vennootschap in de Luxemburgse vennootschap (aantal aandelen of andere rechten, percentage van de deelneming, datum van verkrijging, datum met ingang waarvan de deelneming ten minste 25 percent bedraagt):

    • -

      voor auteursrechten, royalty's en winstaandelen in een onderneming: aard en wijze van berekening van de opbrengst.

    Ten slotte moet de verzoeker verklaren, dat hij op de datum waarop de opbrengsten verschuldigd zijn (waren), in Luxemburg geen vaste inrichting heeft (had), tot het bedrijfsvermogen waarvan de aandelen, rechten of zaken, uit hoofde waarvan de opbrengsten genoten worden, behoren (behoorden).

  • d Verklaring van de bevoegde Nederlandse belastingautoriteit Bij ieder verzoek moet een verklaring worden gevoegd van het hoofd van de eenheid van de Belastingdienst binnen wiens ambtsgebied de belanghebbende woont of gevestigd is, inhoudende dat de belanghebbende op het tijdstip waarop de opbrengst verschuldigd is (was), inwoner van Nederland is (was) in de zin van het, Nederlands-Luxemburgse Verdrag tot het vermijden van dubbele belasting.

  • e Termijn van indiening van verzoeken om teruggaaf van belasting Verzoeken om teruggaaf van belasting moeten zijn ingediend binnen drie jaren na het einde van het kalenderjaar waarin de belasting is geheven.

  • f Rechtsmiddelen Indien een verzoek om teruggaaf van ingehouden belasting niet of niet volledig wordt ingewilligd, zal het bevoegde ‘bureau d'imposition’ zijn beslissing bij beschikking aan de belanghebbende mededelen.

    Tegen een beslissing van een ‘bureau d'imposition’ kan door de belanghebbende binnen drie maanden een bezwaarschrift worden ingediend bij de ‘Directeur des Contributions’, 45 Boulevard Roosevelt, Luxemburg. Tegen een beslissing van de Directeur des Contributions kan de belanghebbende binnen drie maanden beroep aantekenen bij de ‘Conseil d'Etat, Comité du Contentieux’, Luxemburg.

Artikel 3. Intrekking

De beschikking van de Staatssecretaris van Financiën van 16 februari 1970, nr. B70/3336 (Stcrt. van 19 februari 1970, nr. 35), wordt ingetrokken.

Artikel 4. Inwerkingtreding

  • 1 Deze regeling kan worden aangehaald als: Luxemburgse uitvoeringsvoorschriften belastingverdrag Nederland-Luxemburg.

  • 2 Zij treedt in werking met ingang van 1 januari 1991.

  • 3 Zij vindt met inachtneming van het bepaalde in artikel 2, onderdeel e, toepassing met betrekking tot dividenden, auteursrechten en royalty's, alsmede aandelen in de winst van een onderneming, toekomende aan een geldschieter, voor zover die inkomsten verschuldigd of verschuldigd zijn geworden op of na 1 januari 1967.

De

Staatssecretaris

van Financiën,
Namens deze,
De

Directeur-Generaal voor Fiscale Zaken

,

A. Schoemaker

Naar boven