Beschikking toewijzing radio-frequenties ten behoeve van de concessiehouder van de telecommunicatie-infrastructuur

Geraadpleegd op 29-03-2024.
Geldend van 15-12-1998 t/m heden

Beschikking toewijzing radio-frequenties ten behoeve van de concessiehouder van de telecommunicatie-infrastructuur

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Gelet op artikel 3 van de Wet op de telecommunicatievoorzieningen (Stb. 1988, 520);

Besluit:

1. Algemeen

Artikel 1

In deze beschikking wordt verstaan onder:

a. de Minister:

de Minister van Verkeer en Waterstaat;

b. de Hoofddirectie Telecommunicatie en Post:

de Hoofddirectie Telecommunicatie en Post van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat.

2. Voorschriften met betrekking tot het etherbeheer en -gebruik

Artikel 2

Aan de houder van de concessie voor de telecommunicatie-infrastructuur worden de in de bijlage, behorende bij deze beschikking, opgenomen frequenties voor de daarbij aangegeven toepassingsdoeleinden toegewezen.

Artikel 3

Indien één of meer toegewezen frequenties of frequentie-banden in het kader van een doelmatige uitoefening van de concessie niet meer nodig zijn, kan de toewijzing ten aanzien van de betreffende frequenties of frequentiebanden worden ingetrokken.

Artikel 4

  • 1 De houder van de concessie is belast met de uitvoering van het door de Minister vastgelegde beleid ten aanzien van de verdeling, het beheer en het gebruik van de onderscheidenlijk aan hem toegewezen frequentiebanden.

  • 2 Tot de in het eerste lid bedoelde taak behoren onder meer:

    • a. het bepalen van het toelatingsbeleid en het toewijzen van frequenties voor het gebruik;

    • b. het voorbereiden van gebruiks- en technische voorschriften;

    • c. het verzorgen van de frequentieadministratie en het verlenen van medewerking aan den Hoofddirectie Telecommunicatie en Post bij de nationale en internationale registratie en de internationale notificatie;

    • d. zo nodig plegen van overleg met de Hoofddirectie Telecommunicatie en Post, met andere organen en instellingen, aan wie frequentiebanden ter beschikking zijn gesteld, met beheersinstanties van andere hetlanden en het deelnemen aan overleg in internationale organisaties;

    • e. het verlenen van medewerking aan de Hoofddirectie Telecommunicatie en Post bij het voorbereiden en ontwerpen van wettelijke voorschriften inzake ethergebruik.

3. Voorschriften met betrekking tot de inrichting

Artikel 5

  • 1 De houder van de concessie zal al het mogelijke doen wat redelijkerwijs van hem verwacht mag worden om te voorkomen dat het door hem uitgeoefende gebruik van de toegewezen frequenties storing of belemmering zal veroorzaken in zend- en ontvanginrichtingen werkend in de niet aan hem toegewezen delen van het frequentiespectrum dan wel in overige elektrische of elektronische inrichtingen.

  • 2 De houder van de concessie dient voorts medewerking te verlenen aan de behandeling van klachten over storing door de door hem gebruikte elektrische en elektronische inrichtingen, welke behandeling geschiedt overeenkomstig de regeling klachtbehandeling elektrische inrichtingen van 19 december 1988/TP10.401 (Stcrt. 1988, nr. 254).

4. Slotbepaling

Artikel 6

  • 1 Deze beschikking treedt in werking met ingang van de dag na publicatie in de Staatscourant.

  • 2 Deze beschikking kan worden aangehaald als: ‘Beschikking toewijzing radio-frequenties ten behoeve van de concessiehouder van de telecommunicatie-infrastructuur’.

's-Gravenhage, 11 juni 1990

De

Minister

van Verkeer en Waterstaat,

J. R. H. Maij-Weggen

Bijlage behorende bij de Beschikking toewijzing radio-frequenties ten behoeve van de concessiehouder van de telecommunicatie-infrastructuur

[Red: Bijlage integraal gepubliceerd bij beschikking van 20 juni 1996 (Stb. 1996, 321) en laatstelijk gewijzigd bij besluit van 18 augustus 1994 (Stcrt. 1994, 162). Niet opgenomen.]

Naar boven